34 + Proloog

836 55 17
                                    

Nadat we bij het bos aankwamen, nam ik de dode man van Mex over en ging hij met de welpen richting de roedel. Ik nam de man mee naar de hele andere kant van het woud, waar ik hem half in een struik legde. Nadat ik wat blaadjes had verschoven, wat mos had platgestampt en wat bloed van de man her en der had verspreid, leek het net alsof er daadwerkelijk een gevecht had plaatsgevonden tussen een man en een wolf. Even keek ik na of ik niks was vergeten, maar ik piekerde er niet te lang over. Snel rende ik weer richting de roedel.

Voordat ik daar aankwam, hoorde ik al dat iedereen buiten stond. Onrustig geblaf was zachtjes te horen, maar ook hoorde ik angstig gepiep. Het deed me zeer hoeveel angst de mensen deze wezen aanjaagde. De mensen zijn het dominantste soort op aarde, de wezens met de meeste macht. De mensen hebben in de laatste tweehonderd jaar meer veranderd op aarde dan welk ander diersoort ook maar in zijn hele bestaan heeft gedaan. Ze denken dan de aarde van hun is, dat ze er mee mogen doen wat ze willen. Maar wat ze vergeten is dat ook hun soort begon als een soort aap dat niet meer kon dan in bomen klimmen. Mensen zijn gemaakt om de aarde te delen, niet om het hun toe te eigenen.

Zuchtend liep ik de kleine open plek voor de grot op en keek de roedel rond, die meteen stil viel nadat ik de bosjes uit gestapt kwam. Ik keek nerveus om me heen, niet totaal op me gemak met alle aandacht, tot mijn blik op Kayden viel. Hij zat met zijn flank tegen de muur van de grot gedrukt, en was over iets heen gebogen. Ik ontdekte Cinder liggend naast hem. Haar oren waren op een verdrietige manier in haar nek gedraaid. Mex kwam op mij af gestrompeld, volgde mijn blik en schudde zijn hoofd.

'Het is Aiko... De mensen hadden hem gevangen. Kayden was te laat...' Zijn gezicht stond bedroeft. Mijn ogen waren wijd opengesperd.

'Is hij...?' Ik durfde mijn zin niet af te maken, maar Mex wist wat ik bedoelde. Hij schudde zijn hoofd.

'Maar het scheelt niet veel. Zijn wonden zijn diep, en met de reis die ons voor de boeg staat, is de kans groot dat hij te zwak is om het te overleven.' Hij liet zijn hoofd zakken in medeleven.

'Wat heeft Kayden met de mensen gedaan?' Vroeg ik, puur uit nieuwschierigheid of de mensen hun verdiende loon hadden gehad.

'Die zijn met wat bijtwonden weggekomen.' Mompelde hij met haat in zijn stem. Ik gromde zacht en boos.

Zachtjes liep ik naar het midden van de groep, waar ik alle welpen aantrof. In totaal had de roedel 6 welpen: Elena, Lotus, Dowan, Aiko, Felia en Bor. Bor was de jongste welp van Lee en zijn partner. Hij was geboren in een nest van 4, maar 3 welpen hadden de periode dat de wolven moesten schuilen voor de mensen niet overleefd.

De 5 welpen waren aan het oefen-vechten, wat er heel komisch uitzag. Het vrolijkte me op dat de welpen zo normaal aan het spelen waren. Dat betekende dat niet alles anders werd door de verhuizing, dat er nog steeds dingen vertrouwd bleven.

Terwijl ik met een glimlach aan het kijken was, werd ik door een schreeuw van angst uit mijn gedachten gehaald.

'Brand!'

Meteen ontstond er paniekerig geschreeuw. Het vuur kwam vanaf de bosrand en verspreidde zich snel richting de open plek. Meteen zag ik Kayden overeind komen, zijn leiders instinct nam het even van hem over. In een snel tempo rende hij rondom de roedel om ze zo bijeen te drijven, en ze bij elkaar te houden. Het verbaasde me hoe effectief het was: de roedel werd stil en keken allen op naar hun alfa.

'We moeten rustig blijven. Paniek zorgt alleen maar voor gewonden.' Zijn blik gleed langs de onrustige groep opeenstaande wolven voordat hij verder ging.

' Cosmo en Lee, jullie ondersteunen en houden de ouderen bij elkaar.' Hij wachtte even op hun geknik. 'Cinder, Mex, Heather, Emily, Sander en Ella. Jullie dragen elk een welp.'

Geen genadeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu