Even voel ik een grote leegte in mij. Ik hoor niks anders dan mijn eigen hartkloppingen. Alsof ik in een groot leeg gat ben gevallen. Het gevoel alsof ik even geen lucht meer krijg. Ik zie niks meer om me heen. Ik heb geschoten. Geschoten en wel raak.. Ik ben op dit moment mezelf niet meer. Ik herken mezelf niet. Zo voel je je dus op het moment dat je machteloos bent.
Wanneer je even geen uitweg meer weet te vinden, ben je in staat om alles te doen..
Ik kan mijn ogen niet van het bloed afhouden. Wat maakt mij nu nog anders dan de twee personen tegenover mij? Dit gevoel is niet te omschrijven. Zeg nooit nooit, want echt.. Het overkomt je..!Ali kijkt mij aan. Hij schrikt van mijn handeling, maar pakt dan het pistool uit mijn hand.
'Hier. Krijgt hij er ook nog één van mij.' Zegt hij genadeloos en schiet een kogel in zijn been.
Aziz kijkt met grote ogen naar zijn wond in zijn zij. Dan valt hij op de grond.
Nee, dit ben ik niet. Ik kom tot mijzelf en roep dat hij 112 moet bellen. Ali roept een man. De man komt naar binnen en ziet Aziz op de grond liggen en loopt meteen weg. Even later komen er nog twee mannen en nemen Aziz mee.
'Aziz zal je niet meer tegenkomen.' Zegt Ali.
'Kijk wat je met me hebt gedaan.' Zeg ik huilend. Ik kom moeilijk uit mijn woorden. Ik ben helemaal kapot.
'Ik graaf hier mijn eigen graf. Ik ben dit niet. Je maakt mij als persoon dood.' Ga ik verder.
Ik sla met mijn vuisten tegen zijn borst. Ali kijkt mij aan en dan omhelst hij mij om mij rustig te krijgen. Ik begin te huilen in zijn armen en dan besef ik dat dit niet de bedoeling is. Ik duw hem van me af. Ik wil weg hier en zeg dat met alle verdriet in mij tegen Ali. Ali kijkt mij ernstig aan.'Begrijp je mij nu?' Vraagt hij op een rustige toon aan mij. Ik ben stil en antwoord niet.
'Mijn eerste kogel was voor de persoon die voor mijn ogen een mes in mijn moeder stak..' Zegt hij en is dan even stil.
'Het was mijn vader.. Ik was toen nog maar 12 jaar. Ik heb op 12-jarige leeftijd mijn eigen vader doodgeschoten. Mijn oudste broer heeft de schuld op zich genomen. Ik kon toen geen kant meer op. Keer op keer zag ik hoe mijn moeder mishandeld werd. Ik kon het niet meer aan. Dat was voor mij de druppel. Ik pakte zijn pistool en schoot zonder na te denken. Het maakte mij niet uit wat er nog zou gebeuren. Ik zag mijn moeder voor mijn ogen dood gaan. Sindsdien was ik gevoelloos geworden. Het leek alsof ik geen gevoel meer had. Ik kon nergens meer een traan om laten. Zelfs toen mijn vrouw overleed, liet ik geen traan..' Zegt Ali en draait zich om.
Ik merk dat hij tranen krijgt en dit niet wil laten zien.'Noor, jij liet mij in deze paar weken zien dat de mensheid niet kapot is. Je hebt bewezen dat er nog goede mensen bestaan. De liefde die jij hier liet zien, al was het niet tegenover mij, heeft mij opnieuw laten geloven dat er nog goede mensen bestaan op deze slechte wereld.' Zegt hij en dan onderbreek ik hem.
'Waarom doe je mij dit dan aan? Waarom laat je mij niet gaan?' Vraag ik hem.
Begrijp je het niet, Noor? In dit leven win je alleen als je slecht bent. Je moet slecht zijn om te kunnen overleven. Het leven maakt je anders kapot.' Gaat hij verder.
'Ik kan je niet laten gaan, Noor. Jij maakt mij gelukkig. Jij laat mij geloven dat er nog ergens in mij goede gevoelens zitten. Neem dit niet van mij af, ik smeek het je.' Zegt hij en begint te huilen.
Ik snap het niet. Watvoor gevoelens?
Dan denk ik weer aan Aziz.
'Aub, laat Aziz niet dood gaan. Ik wil geen moordenaar zijn. Maak mij niet een persoon als jullie.' Zeg ik terwijl ik op de grond ben gaan zitten.
*ringtone* zijn telefoon gaat af.
Hij neemt op en laat de telefoon uit zijn hand vallen. Hij kijkt mij aan en de tranen beginnen te rollen over zijn wangen.
'Noor.. Noor.' Huilt hij.
Ik sta op en kijk hem aan. Ik vraag hem wat er aan de hand is. Even reageert hij niet op mij en weer slaat hij zijn armen om mij heen en begint kei hard te huilen.
'Noor, Mounir heeft zelfmoord gepleegd.. Hoe heeft mijn broertje dit durven te doen...' Zegt hij, terwijl hij snottert van het huilen.
Ik voel de rillingen over heel mijn lichaam.
Dit vind ik zo erg. Dit gun ik niemand. Dit gevoel gun ik zelfs mijn grootste vijand niet..De volgende ochtend staan wij klaar op het vliegtuig om te vliegen naar Marokko. Ik moet mee. Aangezien Aisha mee moet. Ik ga met tegenzin mee, maar anderzijds krijg ik het niet over mij hart om haar in de steek te laten. Zij heeft mij op dit moment hard nodig. Ali ook, besef ik. Ik weet niet waarom, maar ik wil hem niet alleen laten in deze situatie. Ik steun hem waar het nodig is. Ik probeer Aisha zo veel mogelijk bezig te houden, zodat zij zo min mogelijk besef heeft van alles wat er om haar heen gebeurt.
Wanneer wij aankomen in Marokko, zijn wij net te laat voor het Djanaza gebed (gebed voor de overledene). Dat maakt Ali helemaal kapot.Een week later worden Aisha en ik terug gestuurd naar Nederland. Ali belooft een wapenstilstand en dat hij Mounaim zal laten gaan op één voorwaarde. En dat is dat ik voor Aisha zal zorgen tot hij terug is. Wanneer hij terug is, zal ik moeten werken voor hem. In de ochtend zal ik moeten komen naar zijn huis om op te passen en na het avondeten ben ik vrij om naar huis te gaan. Hij ontneemt mij mijn vrijheid, maar alles was het waard voor Mounaim. Aan deze voorwaarde wordt gekoppeld dat ik geen contact meer mag leggen met Mounaim. Dat gaat zeker moeilijk zijn, maar zijn leven gaat boven alles voor mij. Ik ga ermee akkoord.
Ik ben terug in Nederland en dagen gaan voorbij. Ik ben blij als Ali terug is. Hij waardeert het enorm dat ik mijn belofte ben nagekomen en laat mij gaan. Ik word thuis afgezet. Dan zie ik dat het huis leeg staat. Mijn huis is leeg gehaald. Hoe kan dit? Het kan niet zo zijn dat rekeningen niet betaald zijn.
Ondanks het feit dat er dus nu geen inkomsten zijn, weet ik zeker dat er voldoende op de bank moet staan om zeker een jaar vooruit rekeningen te kunnen betalen. De man die mij heeft afgezet blijft nog even in de auto voor 'mijn' huis staan. Hij belt met iemand en stapt even later uit.
'Kom, ik breng je naar waar je heen wilt gaan.' Zegt hij.
Ik vraag hem of hij me naar mijn tante kan brengen. De man belt Ali op. Blijkbaar geeft Ali geen akkoord. Mijn tante woont te ver, dus zou het moeilijk zijn om iedere dag op en neer te reizen, gezien ik al vroeg bij Aicha moet zijn, is zijn antwoord. Waar moet ik nu heen gaan? Ik heb niemand meer..Ik zie iemand in de verte naar mij kijken. Op het moment dat ik die richting op kijk, zie ik de persoon verschuilen achter auto's en dan draait de persoon zich om en loopt heel snel weg. Wie is die persoon en waarom hield hij mij van afstand in de gaten...

JE LEEST
Wraak
Боевик'Ali, hoe kan je zo harteloos zijn? Zo gevoelloos? Heb jij geen familie? Heb jij geen mensen om je heen van wie je houdt? Mensen die je tot je dood zal beschermen? Mensen waarvan je elk moment bang bent, dat ze wat zou overkomen?' Schreeuwde ik. Ne...