Noor: De regendruppels tikken op het raam van de auto. Mogelijk ben ik flauw gevallen en schijnbaar interesseerde het Nicolas vrij weinig. Rustig tikt hij met zijn vingers op het stuur.
'En nu? Wat ga je met mij doen?' Vraag ik terwijl ik aan zijn arm trek.
'Ik wacht op bericht van Ali.' Zegt hij zachtjes.
'Ali en jij kunnen de pot op. Laat me gaan! Aub..' smeek ik hem bijna.
'Houd je bek! Ik heb hier geen geduld voor. Ik ben geen Ali of wat dan ook. Ik breek zo je kaak zonder mijn ogen te hoeven knipperen!' Schreeuwt hij. Hij is inderdaad agressiever dan dat Ali tegenover mij was. Maar wat Ali mij heeft aangedaan is erger dan een nachtmerrie. De dag dat hij mij mijn baby ontnam, is het verschrikkelijkste wat iemand mij ooit heeft aangedaan. Ik ben dit leven serieus zat. Kracht voor iets heb ik totaal niet meer.
Mijn gedachtes gaan naar de verschikkelijke tijden die ik heb mogen meemaken. Het breekt mij opnieuw en opnieuw. Ik krijg tranen, maar probeer me groot te houden. Dus veeg snel mijn tranen weg.
Een vage lucht hangt in de auto. Het maakt mij misselijk. Ook heb ik de hele dag al niet gegeten. Deze geur maakt alles nog extra vervelend. Toch merk ik dat ik niet zo bang ben van hem en besluit om er wat van te zeggen.
'Doe het raam open. Aub. Al is het op een kiertje. Ik verdraag deze geur niet.' Zeg ik. Hij begint te grijnzen. Terwijl ik hem bekijk, besef ik heel goed dat hij mij op elk moment een goede klap kan verkopen. Dit weerhoudt mij niet van het doordrammen om het raam open te krijgen.
'Doe nou open. Ik trek dit niet. Ik word er misselijk van.' Zeg ik.'Wat ben jij gewend, prinsesje? Wat weet jij van het leven?' Zegt hij. Nicolas heeft een accent. Je merkt duidelijk dat hij van Russische afkomst is.
'Wat jij hebt meegemaakt, is niet eens de helft van de helft van wat ik heb meegemaakt.' Snauwt hij.
'Vertel. Ewa vertel! Wat heb jij meegemaakt?' Vraag ik hem. We zitten hier waarschijnlijk nog lang, dus kan ik het verhaal best aanhoren. Hij opent toch wel het raam en kijkt mij dan aan. Ik ken hem niet, maar zeker zie ik op dit moment het verdriet in zijn ogen.
'Ga je luisteren?' Vraagt hij. Zijn ogen dwalen af naar beneden.
'Ja, tuurlijk. Wie weet hoe lang we hier nog zijn.' Zeg ik. Ondertussen kijkt hij mij opnieuw aan.
'Je bent de eerste persoon die naar mij wil luisteren.'
Dan is het even stil. Hij haalt een diepe zucht en begint te vertellen.
'Ik ben opgegroeid in een weeshuis. Ergens in Rusland. Misschien was ik drie jaar. Ik weet niet meer zo goed. Daar heb ik alles gezien. Kinderen die mentaal en lichaamlijk mishandeld werden. Kinderen die ze honger lieten lijden. Niemand die wat durfde te zeggen. Niemand die z'n mond open trok. 35 jaar geleden. Veel herinner ik me niet. Alleen de mishandelingen. Tot de dag voor mij kwam dat ik mijn eerste klap kreeg. Vanaf dat moment was ik een stille jongen. Ik was bang om meer klappen te krijgen. Een jaar of vier was ik tot er mensen voor mij kwamen. Ik werd geadopteerd. Je moest veel geluk hebben om gekozen te worden. Er waren genoeg andere kindjes die al wat ouder waren, maar niet gekozen werden. Ik was de gelukkigste jongen op aarde.'
Opnieuw haalt hij een diepe zucht. Is even stil en begint weer verder te vertellen. Zijn verhaal interesseert mij op de één of andere manier enorm.
'We kwamen naar Nederland. Toen begon alle ellende.' Zijn stem begint te trillen.
'Nooit heb ik het hierover gehad met iemand.' Zegt hij en is opnieuw stil. Hij slaat met zijn hand tegen het stuur.
'Jarenlang werd ik misbruikt...'
'Wat naar voor je..' Zeg ik. Ik vind het echt ellendig om het aan te horen. 'Waarom heb je er nooit wat van gezegd?'
'Waarom? Ik was ondankbaar volgens hem als ik wat van zou zeggen. Hij gaf mij een gezin, een onderdak, een volle maag, mogelijkheid te studeren. Hij zou me anders terugsturen naar die hel. Jarenlang misbruikt en bedreigd. Tot ik de puberteit benaderde. Ik was psychisch niet meer in orde. Kwam iedere keer in aanmerking met de politie. Ze stuurden mij naar een internaat. Ook daar ging het niet goed. Uiteindelijk kwam ik in een jeugdgevangenis terecht. Toen ik vrij kwam, kwam ik in aanmerking met verkeerde mannen. Op mijn negentiende heb ik mijn eerste gewapende overval gepleegd. We hadden buit gemaakt. En weet je hoeveel ik ervoor kreeg? €400,- maar. Ik besloot mijn eigen pad op te gaan. Deze mannen lieten mij niet met rust. Toen ontmoette ik Majjid. Majjid hielp mij van ze af te komen. Majjid was jong, maar toch groot geworden. We werden beste vrienden. Hij werd op een gegeven moment nog groter dankzij mij. En ik? Ik bleef altijd die Nicolas. Nicolas die altijd minder is. Nu wordt het tijd dat ik groot ga worden.'
Dit was dus zijn verhaal. Vreselijk wat hij heeft mogen meemaken, maar alsnog kan ik niet begrijpen dat het hem zo heeft gemaakt. Of was het toch wel begrijpelijk? Voor mij is het in ieder geval niet te begrijpen.
'Heb je nooit een vrouw gehad? Kinderen?' Vraag ik hem.
'Stil. Nooit daarover nog wat vragen.' Zegt hij met een kille blik naar mij gericht.Zijn telefoon begint te rinkelen. Hij neemt op. Het geluid staat zo luid dat ik mee kan luisteren.
'Laat het meisje gaan. Ze gaan nog genoeg ellende meemaken. Breng haar naar haar stad en laat haar gaan.' Hoor ik en meteen wordt er opgehangen. Ik sluit mijn ogen en probeer na te denken. Wat staat mij nog op te wachten? Ik til mijn hoofd omhoog. Ya rabbi, wat staat me nog te wachten, denk ik en sluit mijn ogen. Éénmaal aangekomen, zet hij mij aan de kant van de weg af. Met piepende banden rijdt hij weg. Ik bijt op mijn lippen en begin te lopen. Het is te laat voor openbaar vervoer. Ik loop richting het ziekenhuis. Dan besef ik dat het best laat is en het hotel dichterbij is. Dus ik besluit richting het hotel te lopen. Morgenochtend vroeg zal ik naar het ziekenhuis gaan.Aangekomen in het hotel bel ik meteen Majjid op. Hij neemt niet op. Ik bel naar Mounaim, maar zijn telefoon staat uit. Pff. Ik kan zo niet stil blijven, maar ik heb geen keus. Ik stuur een bericht naar Majjid, dat alles goed met me gaat en ik afwacht op zijn telefoontje. Ik stap het bed in en zonder dat ik het door heb val ik meteen in slaap. In de ochtend schrik ik wakker. Hoe laat is het? Ik grijp naar mijn telefoon en het is al 11:30 uur. Zo lang heb ik geslapen. Zo kapot was ik dus. Ik ren naar de douche, fris mezelf op en trek gauw kleren aan. Haastig verlaat ik het hotel. Éénmaal aangekomen bij het ziekenhuis, zucht ik nog even diep. Bismillah. Ik loop naar binnen, loop naar de lift en ga naar de kamer waar Mounaim verbleef. Ik ben blij hem te zien. Zijn bed is leeg. Huh..
Dan herinner ik me wat de dokter zei. Hij zou verplaatst worden naar een andere afdeling en kamer. Daar zou hij kunnen rusten en zouden ze spoedig verder gaan met allerlei onderzoeken. Ik haast me snel weer naar beneden naar de receptie. Ik geef snel de gegevens van Mounaim door en vraag waar hij verblijft.
'Moment.' Zegt de medewerker achter de balie.
'Mounaim El *achternaam*. Hmm. Hij verblijft hier niet meer.' Zegt ze.
'Huh? Wat? Waar is hij dan?' Vraag ik.
'Dat kan ik niet zeggen.' Zegt ze. Het maakt mij woedend. Ik moet het weten.
'U begrijpt mij niet helemaal. U moet mij vertellen waar hij is. Hij is mijn man!' Verhef ik mijn stem.
'Sorry, dat kan zo zijn, maar ik kan u verder geen informatie geven.' Zegt ze. Mijn hand gaat naar mijn hoofd. Pff. Wat moet ik nu? Ik loop naar buiten. Hoe moet ik hem nu bereiken? Hoe moet ik nu weten waar hij is?
Ik voel het getril van mijn telefoon. Het is Majjid. Ya rabbi alhamdoulillah. Ik neem op.
'Hallo Majjid! Eindelijk. Waar is Mounaim?' Vraag ik meteen.
'Noor. Luister goed naar mij.' Zegt hij.
'Ja? Ik luister. Aub praat snel. Mijn hart gaat bijna stoppen met kloppen.' Zeg ik zenuwachtig.
'Noor, ze hebben Mounaim met spoed opgenomen in het Antoni van Leeuwenhoek..' Zegt hij. Ik hoor verdriet in zijn stem.
'Wat.. Wat zeg je Majjid? Hoe.. Hoe bedoel je? Dit kan niet waar zijn...' Zeg ik terwijl ik mijn telefoon laat vallen.Mounaim verplaatst naar het 'kanker' ziekenhuis.. Ik weet niet watvoor pijn er nu door mijn hart gaat, maar de pijn is enorm. Ik kan het niet omschrijven. Dit verdiende hij niet. Had ik het maar gekregen en niet hij. Niet hij... Hij verdiende het niet..

JE LEEST
Wraak
Action'Ali, hoe kan je zo harteloos zijn? Zo gevoelloos? Heb jij geen familie? Heb jij geen mensen om je heen van wie je houdt? Mensen die je tot je dood zal beschermen? Mensen waarvan je elk moment bang bent, dat ze wat zou overkomen?' Schreeuwde ik. Ne...