Hoofdstuk 27

234 17 0
                                    


Daar sta ik dan op het bureau mijn verklaring af te leggen. Ik heb een goede advocaat nodig, maar met welk geld? Ik heb dit uit noodweer gedaan. Ga dat maar even uitleggen. Ik moest wachten en wachten. Uren gingen voorbij. Het lijkt net of ik gek begin te worden. Ik kan niet vergeten hoe ik hem neer stak. Zijn bloed dat over heel mijn lichaam zat. Zijn blikken.. maar het is voorbij. Hij zal ook achter de tralies verdwijnen. Daar was ik ik ieder geval blij om. Een plek waar hij thuis hoort. Alles deed me pijn, maar het was voorbij. Voorbij? Echt voorbij..?

Drie maanden later..

Ik kijk hem aan met tranen in mijn ogen. Ik kan niet geloven dat Mounaim nu naast mij zit met zijn armen om mij heen. Hij ziet er anders uit dan normaal gesproken. Het is niet de oude Mounaim die ik kende. Alles heeft hem kapot gemaakt en dat is duidelijk te zien. Hij kijkt mij aan en geeft mij een kus op mijn hoofd.
'Iemand kan niet zo mooi zijn als jij.' Zegt hij.
'Schei toch uit, ik kijk al weken niet in de spiegel..' zeg ik. Zijn lieve woordjes toveren een glimlach op mijn gezicht.
'Wij gaan trouwen. Beloofd. Niemand komt meer tussen ons. Alleen de dood kan ons nog scheiden.' Zegt hij.
Gelukkig is mijn huwelijk ontbonden. Aangezien iedereen dacht dat Yassir dood was.
Het waren hele zware tijden. Hele moeilijke tijden. We zijn er beide helemaal kapot van. We willen er niet over praten. Alleen van het moment genieten. Verder niks..
'Ik kan niet geloven dat we bij elkaar zijn.' Zeg ik.
'Klopt, als Mustafa er niet was, zou ik niet weten waar we nu waren.' Zegt hij.
'Mustafa? Vriend van Ali?' Vraag ik.
'Ja, hij.' Antwoordt Mounaim terug.
'Ik vertrouw niemand Mounaim. Stel dat hier wat achter zit? Denk je dat Ali dit toe zou laten? Zelfs achter de tralies heeft hij genoeg macht.' Zeg ik.
'Ik ben nu bij jou. Niks overkomt jou nog.' Zegt hij.
Ik leg mijn hoofd op zijn schouder en ik hoop dat dit echt zo is.

Ik kan geen enkele negativiteit meer aan. Ik hoop dat alles vanaf nu mooi zal zijn.
De telefoon van Mounaim begint te trillen. Een sms. Mounaim wil er nu niet naar kijken en zet zijn telefoon uit. We willen genieten van het moment. Ook ik zet mijn telefoon uit.
'Wat gaan we doen?' Vraagt Mounaim.
'Niks! Helemaal niks! Ik kan zo wel de heledag met jou samen zitten en niks doen.' Zeg ik met een glimlach.
'Sta op, we gaan.' Zegt hij.
'Huh, wat? Waar naar toe?' Vraag ik.
'Verrassing.' Antwoordt hij. We staan op en lopen naar zijn auto. We stappen in en beginnen te rijden. Bij een tankstation stopt hij.
'Het wordt een lange reis, dus pak wat je pakken kan.' Zegt hij. Ik moet er om lachen, want dit zegt Mounaim altijd. Al is het een rit van een half uur.
Ik loop naar binnen en pak een blikje Redbull.
'Nee, nee. Ik zei pakken wat je pakken kan.' Zegt hij. Hij begint super veel Spa blauw flesjes te pakken.
'Eten doen we onderweg wel met tussenstopjes.' Zegt hij. Ik snapte het niet. Gaan we nu echt een lange reis maken? Het maakte niet uit. Als we maar samen zouden zijn. Gewoon wij twee. Geen contact met de buitenwereld. Helemaal niks. Heerlijk. Dit is het moment waar ik zo lang op had gewacht.

We rijden langs een winkel en Mounaim gaat naar binnen en komt met een grote tas terug. We rijden richting een moskee.
'Ik heb e.e.a. uitgezocht Noor, wij gaan trouwen. Nu nog wel Islamitische, binnenkort ook voor de wet.' Zegt hij.
'Nee, nee.' Zeg ik.
'Wat nou nee?' Vraagt Mounaim met teleurstelling in zijn ogen. Ik moet lachen en zeg:
'Eerst mij ten huwelijk vragen!'
Hij draait zich naar mij toe en pakt mijn handen vast en begint te praten. Ik denk daar komt het.
'Noor, je hebt geen keus. Je moet met mij trouwen.' Zegt hij. Ik schiet in de lach.
'Tuurlijk trouw ik met jou!' Zeg ik. Ik mag een lange witte jurk aan doen en een witte hoofddoek om. Dat zat er in de tas. Geen overdreven jurk, maar wel super mooi.
'Je bent prachtig!' Zegt hij.
Ik weet dat ik er niet uit zie. Ik verzorg mezelf al maanden niet, maar toch zei hij dit. Ik werd er vrolijk van. We gaan naar binnen en de imaam wacht op ons. We hebben geen getuigen, dus vragen snel aan twee personen of ze getuigen willen zijn.
Even later lopen we naar buiten en in lange tijd heb ik me niet zo gelukkig gevoeld.
'Dit moment moeten we vastleggen.' Zegt hij en zet zijn telefoon weer aan.
Mounaim maakt een aantal selfies van ons. We kijken terug naar de foto's en normaal gesproken eis ik dat de lelijke foto's verwijderd moeten worden. Dit keer niet. Dit keer mogen al onze foto's bewaard worden.

We lopen richting de auto en dan blijft Mounaim even naar zijn telefoon staren. Ik merk aan hem dat hij tranen krijgt. Het heeft zeker te maken met de sms die hij ontvangen heeft.. Het moet iets ernstigs zijn wat hij nu ziet... Waarom nu? Waarom precies dit moment? Waarom op dit moment nu we bij elkaar zijn gekomen...

WraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu