Hoofdstuk 30

234 12 2
                                    


Nog één laatste keer kijk ik naar Mounaim en dan schrik ik van het getril van mijn telefoon. Rustig neem ik op zonder wat te zeggen. Ook aan de andere kant van de telefoon is het even stil.
'Allo.' Klinkt het dan.
'Ja? Wie is dit?' Vraag ik.
'Als je je tante nog wil zien, dan verlaat je zonder wat te zeggen nu het ziekenhuis en ga je naar het huis van je tante.' Hoor ik de man zeggen.
'Huh, wie ben jij!' Voor ik antwoord krijg op mijn vraag, is er al opgehangen. Hoe kan ik Mounaim hier achter laten en weggaan? Hij heeft mij op dit moment het hardst nodig. Maar mijn tante? Het is een moeilijke keuze die ik nu moet maken. Ik kan hem hier niet alleen laten. Het is hier niet veilig voor hem. Haastig bel ik Majjid op en vraag hem spoedig hier naar toe te komen. Met zweet op mijn voorhoofd wacht ik tot Majjid komt. Tien minuten later ontvang ik een sms dat ik nu moet vertrekken. Ik kan Mounaim hier niet zo laten. Nooit dat ik weg zou gaan zonder dat ik weet dat hij veilig is. Angstig blijf ik wachten. Getreurd stuur ik een sms terug dat ik eraan kom. Dat ik niet veel tijd heb, krijg ik teruggestuurd.

In de verte zie ik Majjid aankomen.
'Wat is er gaande?' Vraagt hij.
'Ik weet het niet.. Ik weet het niet.' Zeg ik, terwijl ik begin te huilen. Ondertussen ontvang ik nog een sms. Een bedreiging dat ik mijn 'smoel' moet houden. Het bericht was duidelijk. Ik kan niks doen en niks zeggen. Met tranen in mijn ogen kijk ik Majjid aan en vraag hem bij Mounaim te blijven tot ik terug ben.
'Mocht er wat gebeuren, bel mij dan aub.' Zeg ik.
'Noor, wat is er? Vertel het mij.' Zegt hij.
Ik weet dat ik in de gaten gehouden wordt. Het leven van mijn tante staat op het spel. Deze mensen zijn serieus. Haar mag niks overkomen. Zeker niet door mij. Ik kan hem niks vertellen.
'Praat.' Zegt hij.
'Mijn tante is ziek. Ik moet naar haar toe.' Lieg ik en loop weg. Vlug loop ik naar de auto en rijd met hoge snelheid richting de snelweg.
*pling* opnieuw een nieuwe sms.
'Eerst volgend tankstation stop.' Staat er.
Wat heeft dit te betekenen? Ik doe wat mij gevraagd wordt. Ik besef nu goed dat niks klaar is. Niks is afgelopen zoals ik gehoopt had. Mounaim en ik mochten nooit bij elkaar komen. Hier had Ali op gezworen.

Ik stop bij het tankstation en meteen komt er een man naar me gelopen. Hij trekt de autodeur open en pakt mij bij mijn arm.
'Uitstappen!' Schreeuwt hij.
'Wie ben jij en wat wil je van mij!' Schreeuw ik terug, terwijl ik diep van binnen dondersgoed weet waarom dit mij overkwam.
'Ik ben Nicolas. Ooit van gehoord? Nee he?' Zegt hij. Met grote ogen kijk ik hem aan en stap uit.
'Loop of ik schiet je hier ter plekke kapot. Ik heb niks te verliezen, dus al ga ik de bajes in, het boeit mij niet.' Schreeuwt hij.
Trillend loop ik mee en stap zijn auto in.
'Breng me naar mijn tante.' Zeg ik. Nicolas begint te lachen. Hij begint heel hard te lachen. Ik schrik ervan.
'Wat ben je dom.' Zegt hij met een gemene lach. Mijn haren beginnen overeind te staan door zijn gelach. Hij brengt me naar een afgelegen plek.
'Wat gaat er gebeuren? Wie ben jij en wat wil je van mij?' Vraag ik. Hij blijft mij even aankijken.
'Die Majjid he. Die klootzak Majjid. Hij heeft mij zo erg belachelijk gemaakt op z'n tijd. Hij heeft mij zo erg vernederd. Terwijl ik alles voor hem deed. Ik dacht dat ik zijn kompaan was. Ik dacht dat ik zijn beste vriend, zijn broer was. Ik zou voor hem door het vuur gaan. Andersom dacht ik hetzelfde. Maar nee, die flikker van een Majjid heeft mij gebruikt! Hij werd groot over mijn rug en ik werd gebruikt. Ali heeft mij nu de kans gegeven om alsnog groot te worden. Op één voorwaarde..' zegt hij en dan is hij even stil.
'Wat? Welke voorwaarde? Praat snel..' zeg ik ongeduldig.
'Ik wist dat je Majjid zou bellen. Niemand anders zou naar Mounaim kunnen komen. Jij denkt dat hij Mounaim zou kunnen beschermen. Maar de vraag is gaat hij zichzelf kunnen beschermen?' En opnieuw begint hij kei hard te lachen.
Ik krijg er rillingen van. Dus ik ben in de val gelokt?
'Dus door Majjid te pakken?' Vraag ik.
Hij lacht nog steeds en stopt dan met lachen. Hij slaat met zijn vuist tegen het stuur. Zo hard dat ik er van schrik.
'Niet alleen Majjid.' Zegt hij.

Op dit moment weet ik even niet wat mij overkomt. Mijn hart lijkt stil te staan en begint dan heel heftig te kloppen. Met veel kracht begin ik hem te slaan.
'Vuile vieze verrader! Vuile vieze klootzak! Als Mounaim wat overkomt, vermoord ik je!' Schreeuw ik met alle pijn die in mij zit. Mijn hart doet pijn. Ik wil weg. Met trillende handen probeer ik de deur open te doen. Het is op slot. Woedend word ik hiervan.
'Doe die deur open!' Zeg ik. Het lijkt alsof ik geen lucht meer krijg. Ik denk de laatste keer aan Mounaim en dan voelt mijn hele lichaam zwaar aan en voel geen kracht meer in mijn armen en benen. Het wordt zwart voor mijn ogen en dan ben ik helemaal weg.

Mounaim: Ik open mijn ogen en zie niemand om me heen. Ik begin te hoesten en alles doet pijn. Een zuster komt binnengelopen. Ik vraag aan haar of iemand is gekomen voor mij. Ze kijkt mij aan met een kille blik en haalt een naald uit haar zak. Ik vertrouw het niet, maar veel kracht heb ik niet om me te verroeren. Ze blijft mij aankijken en langzaam gaat ze met de injectie richting mijn zak met medicatie dat er hangt. Op dat moment komt Majjid binnen en pakt haar bij haar arm.
'Wie ben jij en wie heeft je gestuurd?' Vraagt hij.
'Ik.. Ik.. Ik kom alleen vitamines toedienen.' Zegt ze. Majjid gooit de deur dicht en pakt haar bij haar keel.
'Denk je dat ik dom ben?' Vraagt hij.
Ze krijgt bijna geen lucht meer.
'Majjid stop..' zeg ik met alle kracht die ik nog heb.
Hij kijkt mij aan met een strenge blik.
'Hoe bedoel je stop? Deze k*nker h*er probeerde je zojuist te vermoorden.' Zegt hij.
'Wollah je gaat eraan. Wie heeft je gestuurd?' Vraagt hij. Ondertussen laat hij haar los. Ze valt op de grond en grijpt naar haar keel.
'Kan ik niet zeggen. Ze zullen mij vermoorden.' Antwoordt ze.
'Wat denk je dat ik met jou ga doen?' Vraagt hij.
'Majjid, stop. Ze hebben haar waarschijnlijk ook bedreigd.' Zeg ik.
'Bedreigd? Omgekocht bedoel je? Deze wijven doen tegenwoordig alles voor geld.' Zegt hij.
Vol agressie pakt hij haar bij haar haren. Ze staat hierdoor op.
'Ewa, ga je nog praten of moet ik je tong eraf snijden, zodat je de rest van je leven niet meer kan praten.' Zegt hij koelbloedig.
Ze schrikt enorm van zijn uitspraak.
'We zullen je beschermen.' Zeg ik snel. Majjid kijkt mij aan met woede. Ik probeer hem met mijn blik duidelijk te maken dat ik haar gerust wil stellen, zodat ze zal praten.
Ze kijkt mij angstig aan en zegt 'Nicolas.. Maar aub doe mij niks aan. Aub ik smeek het je.'

Één van de mannen van Majjid komt naar binnen en neemt haar mee. God mag weten wat er met haar zal gebeuren. Verraad wordt niet geaccepteerd bij ons.
'Noor was hier. Ze belde me op. Ze zei dat haar tante ziek was en dat ze weg moest. Ze huilde, dus ik kreeg door dat er wat speelde. Deze meid kan echt niet liegen. Ik merkte het meteen aan haar.' Zegt Majjid.
'En waar is Noor nu? Zeg me niet dat je haar alleen hebt gelaten.' Vraag ik.
Even is het stil.
'Wollah Mounaim, ik dacht op dat moment alleen aan jouw leven en stond er niet bij stil. Ik moest wat doen, voordat zij wat zouden doen. Overal beneden hangen camera's, maar ik heb toch die mannen van Nicolas hier weg moeten krijgen. Die zuster zag ik niet eens aankomen. Het was allemaal onverwachts...'
Ik onderbreek hem: 'Stil. Stil, Majjid. Je weet dat Noor mijn leven is. Hoe had je aan mijn leven kunnen denken terwijl je die van haar vergat?'
De tranen beginnen over mijn wangen te rollen. Ik ga liever dood dan dat haar wat overkomt, maar niemand die mij ooit zal begrijpen. Mijn bloedeigen broer begrijpt mij niet. Wie dan wel?

Waar was Noor nu.. Mijn hart is gebroken. Gebroken en wel in duizende stukken....

WraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu