Er komt een man binnen gelopen. Hij draagt een tafeltje en zet het neer tegen de muur.
'Waar ben ik en wat doe ik hier?' roep ik naar hem. Geen antwoord.
'Hallo! Wie ben jij?' vraag ik meteen er achteraan.
Nogmaals geen antwoord. Hij negeerde mij en keek mij niet eens aan. Hij loopt de kamer weer uit en komt daarna weer terug met een stoel. Ook de stoel zet hij neer bij het tafeltje. Dan loopt hij weer weg, sluit de deur achter zich en doe het op slot.Ik loop naar de deur en sla er op. Ik begin te schreeuwen en te huilen. Ik hoor opnieuw voetstappen richting de kamer lopen. Iemand doet de deur open. Ik zet een paar stappen achteruit en het is de man van daar net weer.
'Houd je rustig en wees stil en anders zorg ik daar wel voor.' zegt hij met een boze stem en een strenge blik. Hij had een bord met eten in zijn hand. Het interesseerde me niks en ik sloeg het bord uit zijn hand.
'Je kiest hier zelf voor. Geen eten vandaag voor jou.' zegt hij. Opnieuw loopt hij de kamer uit en doet de deur achter zich op slot.
Vandaag? Vandaag geen eten? Hoe lang moest ik hier dan nog blijven? Aangezien hij 'vandaag' zei.Ik loop terug naar het bed en ga erop zitten. Ongeduldig wrijf ik over mijn benen. Zou iemand gemerkt hebben dat ik verdwenen ben? Zou iemand al de politie gebeld hebben? Ik buig mijn hoofd naar de grond en weer begin zachtjes te huilen. Het is muisstil in de kamer. De stilte slokt mij op. Ik merk dat het donker wordt. Slapen kan ik niet. Wat als ze zouden komen en mij wat aan zouden doen? Nee, slapen zou ik zeker niet.
Yassir spreekt af met Souhaila en hij krijgt het geld dat hij gevraagd heeft.
'Dank je wel Sou, voor alles wat je voor me doet. Alles gaat goed komen en geef mama een kus en knuffel van mij.' Zegt hij terwijl hij haar omhelst.
'Wat heb je gedaan broertje? Waar ben je in beland? Heeft die b**** Noor dit allemaal veroorzaakt?' Vraagt ze hem.
'Ja, dit komt allemaal door haar!' Loog hij.
'Ik wist wel dat ze een duivel is. Ik hoop dat ze gestraft zal worden voor alles wat ze ons heeft aangedaan.' Zegt Souhaila vol haat in haar stem.
Yassir neemt het geld en belt de Pool op voor het paspoort.Mounaim: Een pijn schiet diep in mijn arm. Ik val neer op de grond. Iemand heeft geschoten en roept: 'Dit is een cadeau van Ali.'
Wat heb ik nog met die schoft te maken? Deze man maakt alles nog erger en dwingt mij er letterlijk gewoon toe dat ik me moet mengen.
Daar lag ik dan op de grond met een kogel in mijn arm. Even later komen er een aantal buurtbewoners aan gelopen. Ze lopen naar mij toe. Eentje roept: 'Bel een ambulance, bel een politie.' naar zijn vrouw.
'Nee, niemand belt!' roep ik. 'Ik red mezelf wel.'
Snel bel ik Nicolas op. In dit geval moest ik hem wel bellen.
'Wat?! Ik kom er aan maat! Waar ben je?' Vraagt hij paniekerig. Ik geef hem het adres door en hij hangt op. Ik sta op en loop rustig richting een smal steegje. 'Iedereen naar binnen en er is niks gebeurd!' Roep ik met pijn. De mensen kijken mij nog even na en lopen dan naar binnen.
Ongeveer 10 minuten later hoor ik een auto de straat in scheuren. Het is Nicolas. Hij stapt de auto uit en rent naar mij toe. Slaat zijn arm om mij heen en helpt mij naar de auto. Hij kijk mij aan en wilt naar mijn wond kijken.
'Geen tijd. Snel, begin te rijden.' Zeg ik. Dan horen we sirenes deze richting op komen en Nicolas rijdt snel weg.De buurtbewoners hebben de politie gebeld. Wat ook wel logisch is. Een heel onderzoek zal gestart worden. Ik heb hier allemaal geen zin in. Ik wilde een nieuwe start maken in mijn leven, maar opnieuw begint alle ellende.
'Waar gaan we heen?' Vraagt Nicolas.
'We kunnen niet naar het ziekenhuis.' Antwoord ik.
'Begrijp ik. Ik heb een kennis. Zij is verpleegster in het ziekenhuis. We kunnen naar haar toe en misschien kan zij ons helpen.' Zegt hij terwijl hij al zijn telefoon pakt. Hij belt iemand op, zegt wat in het Russisch en hangt dan weer op.
We rijden richting de snelweg. Voordat we de snelweg op rijden, stopt Nicolas. Hij ziet van afstand dat er politie staat langs de weg.'Shit, die flikkers staan daar.' Zegt hij en keert om.
'En nu? Wat gaan we nu doen?' Vraag ik. Langzaam krijg ik minder gevoel in mijn arm. Nicolas merkt dat ik veel bloed verlies.
'Het meisje woont op 10 minuten van hier vandaan. We kunnen proberen binnendoor te rijden, langs het bos.' Zegt hij en hij stopt weer langs de kant van de weg. Hij doet zijn trui uit en scheurt het door midden. Met een snelle beweging doet hij deze strak om mijn arm en maakt er een strakke knoop in.
We rijden weer richting het bos. Ik heb het idee dat we achtervolgd worden.
'Wie is dat achter ons!' Schreeuw ik met de laatste kracht die ik nog heb.
'Waar heb je het over broertje?' Zegt Nicolas. Dan kijkt Nicolas door zijn achteruitspiegel en begint vol op de gas te trappen.Hij pakt zijn telefoon en belt iemand op. Hij legt de situatie uit en zegt dat we versterking nodig hebben. We kunnen niet het bos in rijden. Dat zou te veel risico zijn. Dus we pakken snel een andere route. De auto achter ons geeft het niet op. Zouden het de mannen van Ali zijn? Maar waarom? Ze hebben mij net al een boodschap gegeven. Wat wilden ze dan nog? Zouden dit andere mannen zijn...
Noor: Het is laat geworden en ik merk dat het al uren donker is. Ik vraag me af hoe laat het is. Ik word bang. Met angst trek ik mijn lichaam samen in het bed en trek de dekens over mij heen. Ik verricht een smeekbede van binnen. Ik hoor weer voetstappen op de gang. Het zijn 2 personen dit keer. Dan lopen de mannen weer weg. Hier zat ik dan. Zonder antwoord op mijn vragen. Waarom ik hier was, wat ik hier deed, wie deze mannen waren. Alle vragen spookten door mijn hoofd heen. Even later hoor ik weer voetstappen. Het is dit keer 1 man die richting de kamer komt. Ik hoor een sleutel in de sleutelgat en de deur gaat open. Ik had het kunnen weten! Ik had kunnen weten dat hij hier achter zit. Het was allemaal niet afgelopen..
Het zou allemaal nu pas beginnen.

JE LEEST
Wraak
Action'Ali, hoe kan je zo harteloos zijn? Zo gevoelloos? Heb jij geen familie? Heb jij geen mensen om je heen van wie je houdt? Mensen die je tot je dood zal beschermen? Mensen waarvan je elk moment bang bent, dat ze wat zou overkomen?' Schreeuwde ik. Ne...