Hoofdstuk 37

139 8 0
                                    



'Ik weet. Ik dacht op dat moment dat dat het beste zou zijn, maar dit kan ik niet doen, maar als ik dit niet doe, dan zal iedereen twijfelen. Er is geen zaak dat ik niet zou aangaan en mensen weten dit.'

... Karim was stil en staarde vooruit.

'Broer, niemand mag er achter komen dat Aicha mijn dochter is, maar als ik niet doe wat Rachid zegt, dan zullen ze graven naar de waarheid.'

Aicha is mijn dochter. Ik heb het er altijd hierbij gelaten. Als Ali dit zou weten, zou hij mijn kind zonder genade vermoorden. Nu is ze op afstand, maar weet ik dat ze in leven is. Ik weet dat Ali er alles aan zou doen om haar een goed leven te geven.

'Ik weet broer. We laten dat niet toe. We moeten een andere plan maken.' Zei Karim.

'Maar wat? Hoe kom ik van Rachid af?' Vroeg ik gefrustreerd.

'Geen idee, maar we gaan hier iets op vinden. Het komt goed bro.' Zei Karim en gaf mij een klopje op mijn schouder.

Perspectief Noor:

We zijn nu een aantal weken verder en Mounaim is thuis. Niks kan mij nog blijer maken dan zijn gezicht zien in de ochtenden. Ik zie dat mijn telefoon overgaat, maar negeer het. Dan gaat de telefoon van Mounaim over. Hij kijkt ernaar en ik geef hem zijn telefoon. Hij neemt op en ik hoor de stem van Yasmina.

'Why the fuck neemt die Noor niet op. Ik wil langs komen. Ik wil je zien broertje.' Hoor ik haar bijna schreeuwen. Ze praat zo hard, dat ik heel het gesprek mee kan luisteren.

'Ze heeft het niet gezien, doe nou eens rustig. Als je wil, dan kom je langs. Dit is ook jouw huis.' Zei Mounaim. Terwijl hij dit zei gaf hij mij een geruststellende blik. Ik glimlachte en knikte terug naar hem. Ik verliet de kamer om alvast Marokkaanse thee te maken.

Tante Khadija kwam achter me aan lopen naar de keuken.

'Lekker lieverd. Ik zal koekjes uit de kast halen.' Zei ze.

'Is goed tante, we krijgen bezoek.' Zei ik.

'Ow, wie?' Vroeg ze.

'Yasmina..'

'Ah, oke mijn kind. Hoop dat ze normaal zal doen.' Zei tante Khadija.

Ze weet hoe Yasmina is en wat ze mij allemaal heeft aangedaan. Ik zou het vergeten wat ze allemaal heeft gedaan, maar mijn tante nooit.

De deurbel gaat.

Tante loopt naar de voordeur en opent deze.

'Salaam, kom binnen.' Hoor ik tante zeggen.

Yasmina reageert er niet op. Zo onbeschoft dat ze is.

Dan hoor ik haar zeggen: 'Ho ho, even. Niet de deur dichtdoen. Er komt nog iemand van achter.'

'Is Noor daar?' Hoor ik iemand zeggen. Ik loop er naar toe en zie de vrouw die zwanger is.

'Kan ik met je praten?' Vraagt ze.
'Nee, ik heb geen tijd.' Zeg ik en doe de deur dicht.
Opnieuw belt ze aan. Ik negeer het, maar ze blijft aanbellen. Ik heb hier geen geduld voor. Ik heb hier een zieke man boven liggen en nee, geduld heb ik hier echt niet voor.

Ik loop terug naar de voordeur en open het.
'Als jij nu niet weggaat, bel ik de politie.' Zeg ik en doe weer de deur dicht. Deze vrouw weet niet van ophouden en blijft aanbellen en kloppen op de deur en op het raam.
Mijn bloed begint te koken en ik loop terug.
Ik vraag haar wat haar probleem is en wat ze wil. Mijn geduld begint op te raken, maar dan realiseer ik me dat het een zwangere vrouw is.
Ik begin haar netjes te vragen weg te gaan, maar ze gaat niet weg.

'Luister Noor, dit kind heeft recht om te weten wie haar vader is later. Net zo goed, dat haar vader er recht op heeft om te weten dat hij een kind heeft.' Zegt ze. Haar hoofd schuin kijkt ze mij met een verdrietige blik aan.

Ik neem een diepe zucht en verzoek haar dreigend nogmaals weg te gaan en begin mijn telefoon te pakken.

'Oke, ik ga weg, maar ik kom terug.' Zegt ze en gaat weg.

Ik loop de trap op naar boven en als ik boven ben hoor ik Yasmina praten met Mounaim. Hoor ik dit nu goed?

'Mounaim, geloof mij. Die vrouw van jou is niet goed. Het is een slecht mens. Je weet niet waar ze allemaal uithing toen je daar ziek in het ziekenhuis lag. Geloof mij. Je weet dat ik nooit zou liegen tegen jou.'

Ik gooi de deur open en vergeet even dat Mounaim aan het genezen is.

'En nu donder je mijn huis uit!' Ik pak haar bij haar arm en trek haar mee. Ze begint aan mijn haren te trekken en daar staan we dan als twee viswijven op de markt naar elkaar te schreeuwen.

Ze duwt mij op de grond en begint mij in mijn gezicht te slaan. Ondertussen is tante boven om ons uit elkaar te halen. Mounaim komt uit zijn ziekenbed en smeekt ons te stoppen. Ik krijg bijna geen lucht meer. Tante duwt Yasmina van mijn af.

Ze duwde haar zo hard dat ze van de trap naar beneden valt. Ik hoor haar de trap afdonderen en het wordt op dat moment zwart voor mijn ogen...

Wanneer ik dacht dat alle ellende voorbij zou zijn, begint alle drama opnieuw...

WraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu