De eerste paar uren in het kamp waren zo intens dat ik even een momentje voor mezelf nodig heb. Daarom ben ik in het gras gaan zitten en ben ik tegen een boom aan gaan leunen. Ik kijk naar het kamp en zie dat de jongens met van alles bezig zijn. Een groep is het bos ingegaan, een groep is eten aan het maken, een groep verzorgt de dieren, een groep is bezig met het planten van zaden.. en zo zijn er nog veel meer groepen. Ik probeer me voor te stellen dat ik hier al drie jaar zou zijn. Zou ik dat volhouden? Wat als ik hier ook drie jaar ga zijn?
Ik denk aan Alby, de jongen waar Newt het over had. Misschien is het wel een man. Waar is hij eigenlijk? Ik heb hem nog niet gezien. Ik zie Newt wel, die bezig is met het planten van zaden. En ik zie Gally, die samen met een groep bij het kamp zit. Zij zijn de enige twee van wie ik de naam weet. Zou ik alle namen kunnen leren van iedereen die hier is? Het zijn er een stuk of vijftig.
De verwarring sijpelt steeds meer weg en ik begin weer tot leven te komen. Ik voel de zonnestralen op mijn huid branden, maar het is erg prettig. Het voelt alsof die paar minuten in die kooi veel langer zijn geweest. Misschien was dat ook wel zo, maar herinner ik het me gewoon niet. Dat vind ik eng. De jongens hadden het over mijn "nieuwe familie". Wie was dan mijn echte familie? Had ik een leven hiervoor? Dat moet haast wel, want hoe zou ik anders zo oud kunnen zijn? Nou ja, zo oud.. Ik hoorde een paar jongens zeggen dat ik zestien jaar leek. Zo ben ik niet geboren, toch?
Wie zijn "ze"? De mensen die me hierin hebben gestopt. Die ons hierin hebben gestopt. Wie zijn ze en waarom doen ze dit? Waarom wissen ze ons geheugen en laten ze ons alleen onze naam houden? Waarom ben ik het enige meisje in de groep? Waarom.. Ik kijk naar de poort van de muren, waar ik niet mag komen. Ik weet niet eens waarom ik daar niet mag komen. Als ik om me heen kijk, zie ik dat er niemand meer op me let. Of ze zijn me al vergeten, of ze zijn druk bezig met hun taken. Zal ik..? Ik weet niet of het zo'n goed idee is om op te staan en naar de poort toe te lopen. Als ik daar niet heen mag, zal er vast wel een zware straf op staan.
Ik schrik op als ik ineens iets over mijn arm voel kruipen. Maar mijn hartslag wordt weer regelmatig als ik zie dat het een lieveheersbeestje is. 'Hé,' zeg ik terwijl ik mijn arm optil. Dan kijk ik snel om me heen of iemand me heeft zien praten tegen een dier. Gelukkig let er nog steeds niemand op me. Ik houd mijn arm dichterbij mijn mond en blaas, zodat het lieveheersbeestje wegvliegt. Dan kijk ik weer voor me uit. Meteen ga ik rechtop zitten als ik zie wat er bij de poort gebeurt. Er komt een groep van vijf jongens naar de poort toe gerend. Ze komen ons gebied binnen en lopen naar het kamp toe.
Ik blijf een tijdje fronsend naar ze kijken. Ik dacht dat niemand daar in mocht? Ik kijk boos naar Newt, die naar de groep toe loopt en na een tijdje mijn richting op wijst. Zei hij alleen maar dat er niemand mocht komen, omdat hij niet wilde dat ik me ermee zou bemoeien? Omdat hij me toch moeilijk vond doen, zoals Gally vroeg? Of omdat hij me hier eigenlijk niet wil hebben? De groep kijkt naar mij en ik kan niet doen alsof ik ze niet heb zien kijken, dus ik sta maar op en loop langzaam naar ze toe.
'Jij bent dus de nieuwe?' vraagt een volwassen man aan me. Hij heeft een mooie bruine huidskleur en ik vraag me af of dat door de zon komt. Ik knik. 'Eh, ja,' mompel ik dan. Ik voel me ongemakkelijk als de jongens naar me kijken. 'Maar.. je bent een méisje,' zegt een van de jongens. 'Wauw, goed gezien hoor, Ben.' Een jongen met lichtelijk dichtgeknepen ogen geeft Ben een schouderklopje en grijnst. 'Ik ben Minho,' zegt hij dan tegen me. 'Ik ben Hayley.' De man met de bruine huidskleur knikt. 'Dus je weet je naam al.' Ik knik ook. 'Dat ging sneller dan bij jou, hè Thomas.' Minho grijnst weer en geeft de jongen naast hem een kleine duw. 'Hoe voelt het nou om niet meer de nieuwe te zijn?'
Thomas haalt zijn schouders op. 'Hoe vind je hem?' vraagt Minho dan aan mij. Ik volg zijn blik en kijk naar de grote stukken hout die als een wigwam tegen elkaar aan staan. 'Die is voor jou. Gaat vanavond de fik in.' Ik kijk Minho vragend aan en hij begint te lachen. 'Altijd leuk, die nieuwkomers. Je zou je gezicht eens moeten zien.' Ik ben er van overtuigd dat ik er al de hele dag uitzie alsof ik niet goed bij mijn hoofd ben, maar dat maakt me niet uit. 'Het wordt wel beter, hoor. Als je hier eenmaal gewend bent wordt het leuker.' Ik knik maar en kijk naar het hout.
'Dat doen we elke maand voor de nieuwkomer. We hebben er maar een feestje van gemaakt. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, snap je?' Ik snap het niet, maar ik knik. Ik wil vragen wat zij deden in het gebied waar ik niet mag komen, maar de man met de bruine huidskleur zegt: 'Ik ben Alby. Heeft Newt je al rond het kamp geleidt?' Ik knik en probeer het geïrriteerde gevoel dat ik krijg te verbergen. Waarom vertelt hij me niet alles? 'Mooi. We moeten nog even iets bespreken, maar dan komen we ook op het feest.' Voor ik nog iets kan vragen, lopen de jongens weg.
Ik blijf achter met Newt, die de jongens nakijkt en dan naar mij kijkt. Het lijkt alsof hij iets wil zeggen, maar dan wendt hij zijn blik toch weer af en begint hij terug te lopen naar de jongens die zaden aan het planten zijn. 'Hé,' zeg ik. Hij stopt met lopen, draait zich om en kijkt me aan. 'Ja?' Ik kijk hem onderzoekend aan. Eerst vond ik hem.. ik weet het niet. Ik vertrouwde hem genoeg om mee naar boven te gaan met hem. Ik vond het aardig dat hij me rondleidde. Maar dat deed hij vast alleen maar omdat het moest.
'Je zei dat ik daar niet mag komen,' zeg ik geïrriteerd. Ik knik naar de poort. 'Waarom niet? Omdat ik nieuw ben? Omdat ik vervelend ben en moeilijk doe?! Omdat je me hier niet wil hebben?!' Newt kijkt me fronsend aan, alsof hij niet snapt waarom ik nu zo uitbarst. 'Weet je soms wél wie me hierin gestopt heeft? En waarom?! En wil je het gewoon niet zeggen?!' Hij zegt nog steeds niks. Hij kijkt me alleen maar aan alsof ik niet goed bij mijn hoofd ben. 'Nou?!' Hij schudt zijn hoofd en draait zich weer om. 'Zeg het me!'
Op dat moment hoor ik een hard geluid. Het klinkt alsof er grote stenen over elkaar worden geschuurd. Meteen kijk ik naar de poort. Zie ik het nou goed? Bewéégt het?! Ja, het beweegt. De muren van de poort schuiven steeds meer naar elkaar toe. Ik knipper met mijn ogen en kijk ongelovig naar de poort. Hoe kan dat nou?! De muren schuiven steeds meer naar elkaar toe, totdat er niet eens meer een mens tussen past. En dan ploffen ze met een hard geluid tegen elkaar aan. De poort is dicht.
Ik sta nog steeds ongelovig te kijken naar de poort. 'Snap je het nu?' Newt loopt weg en ik blijf achter.
JE LEEST
The Maze Runner
FanfictionBijna het eerste dat Hayley hoort als ze aankomt op de Laar, is: 'Het is een meisje!' Ze snapt niet goed waarom daar zo verbaast over wordt gedaan, maar dan ziet ze waarom: ze is omgeven door een stuk of vijftig jongens en ze is het enige meisje. Ma...