16

3K 141 10
                                    

Als ik op een ochtend wakker word, besef ik me dat ik hier nu al een week ben. En dat het veel langer voelt. Deze week, de periode dat ik hier ben, is begonnen met stress en vreselijke gebeurtenissen. Wat me het meest is bijgebleven is de verbanning van Ben. Sommigen hebben het er nog steeds moeilijk mee, maar laten dat niet zien. En sommigen zijn zo gewetenloos om er grappen over te maken. Zo hoorde ik Max twee dagen geleden praten over zijn 'Verbenning'. Ik begrijp niet dat ze het zelf leuk vonden.

Newt heeft gelijk. Het wend niet, je leert er niet mee leven. Je leert alleen om door te gaan, omdat je geen andere keus hebt.

Maar de fijnste dagen zijn de dagen waarop Thomas niet hoeft te rennen, zoals vandaag. Sinds Ben gaan niet alle Renners meer samen, maar wisselen ze het af. Vandaag zijn Alby en Minho. Ik heb gehoord dat Alby geen officiële Renner is, maar dat hij het doolhof wel goed kent. De dagen dat Thomas hier is zijn fijn, omdat ik me dan niet zoveel zorgen hoef te maken. Ik ben elke keer bang dat hij gestoken wordt in het doolhof en dat hij verbannen zal worden. Gelukkig is dat tot nu toe nog niet gebeurt.

Het is gek. Toen ik hier aankwam, had ik nooit gedacht dat ik iemand zou vertrouwen. Maar ik vertrouw Newt en Thomas. Misschien kan ik ze zelfs tot vrienden rekenen. Dankzij hen voel ik me in ieder geval een stuk veiliger hier. Lars, Max en die andere jongen vallen me niet meer zo lastig, ook al werpen ze af en toe wel wat blikken op me. Gelukkig word ik goed in de gaten gehouden.

'Oeps, sorry,' zegt Thomas grijnzend als hij mijn schoenen begraven heeft onder de aarde. We zijn opnieuw bezig met het omploegen van de aarde en hij heeft wat op mijn schoenen geschept. Ik kijk op en glimlach naar hem. Ik weet dat het zijn manier is om me uit mijn gedachten te halen, door een grapje te maken. En meestal helpt het wel, zoals nu. 'Hé, moet je kijken,' zeg ik tegen Thomas terwijl ik bij een van de planten gebukt sta. 'Wat?' zegt hij. 'Kom dan kijken.' Als hij neerknielt en zijn gezicht naar de plant toebrengt, duw ik hem in de aarde. 'Oeps, sorry.'

'Hé!' roept hij terwijl hij overeind springt. De groep begint te lachen. 'Krijg je terug,' zeg ik grijnzend. 'Oh ja?' Hij wil naar voren stappen, maar ik doe snel een stap naar achteren en hou mijn schep voor me ter bescherming. Maar Thomas doet weer een stap naar voren en pakt de schep uit mijn handen. 'Niet zo stoer meer, hè?' zegt hij grijnzend. Hij schiet naar voren om me vast te pakken, maar ik ren snel weg en verstop me achter Stan. 'Als jij ervoor zorgt dat hij me niet te pakken krijgt, krijg jij mijn avondeten.'

'Deal!' We krijgen niet zoveel te eten 's avonds, maar ik krijg iets meer dan de rest, omdat ik het meisje ben of zoiets. Meestal geef ik een deel van mijn extra eten weg aan anderen, maar toch krijg ik af en toe nog boze blikken, alsof de jongens willen zeggen dat ik voorgetrokken word en ik alles verpest. Misschien is dat ook wel zo.

Ik verschuil me achter Stan en Thomas probeert erlangs te komen. Ik draai met Stan mee, maar Thomas vliegt snel de andere kant op en tilt me in één vloeiende beweging op. 'Tijd om aarde te happen,' zegt hij grijnzend. Hij bukt en houdt me net boven de grond. 'Als je me laat vallen, hè..' zeg ik terwijl ik mijn lach inhoud. 'Ja, wat dan?' zegt hij grijnzend. 'Dat zul je nog wel merken.' Hij houdt me nog iets lager boven de grond. De helft van de jongens roept: 'Laat haar vallen!' En de andere helft van de jongens roept: 'Nee joh, dat is zielig!' En Newt, die roept niks. Die gaat gewoon door met werken, zoals elke keer als er een grapje gemaakt wordt.

'Wat zal ik doen?' zegt Thomas. Hij brengt één hand naar zijn kin en wrijft er zogenaamd nadenkend overheen. Nu hij me nog met één hand vasthoudt, begin ik te schommelen. Toch is hij heel sterk als hij me zo nog vast kan houden. 'Oké dan.' Hij zet me neer en kijkt me grijnzend aan. Iets zegt me dat hij nog niet klaar is. In één snelle beweging bukt hij, pakt hij wat aarde en gooit hij het in mijn gezicht. 'Jij..' Sommige jongens houden hun gezicht in de plooi en anderen beginnen hard te lachen. 'Oh nee, nu is ons prinsesje vies!'

Ik buk ook en pak wat aarde vast. Maar als ik het naar Thomas gooi, springt hij weg en komt het tegen Stan aan. 'Ik vergeef je.. als ik je avondeten krijg.' Ik grijns. 'Ja, mooi niet! De deal was dat je hem tegen zou houden.' Ik knik naar Thomas. 'En aangezien dat niet gelukt is.. gaat de deal niet door.' Stan knikt. 'Oké, ik begrijp het. Dan ben ik helaas genoodzaakt om dit te doen..' Als hij een schep vastpakt, heb ik eerst nog niks door. Want hij zou me nooit slaan met een schep, of überhaupt slaan. Maar dan steekt hij de schep in de aarde en gooit hij het mijn kant op. 'Aah!' Ik probeer weg te springen, maar er komt toch een groot gedeelte tegen me aan.

Er wordt weer gelachen. 'Je hebt geluk dat het vandaag wasdag is..' zeg ik zogenaamd dreigend. Stan grijnst. 'In dat geval..' Hij steekt de schep weer in de aarde en ik spring snel achter Thomas, die de volle laag krijgt. 'Hé!' Nu wordt het een gevecht om een schep te bemachtigen, want iedereen doet mee met het aarde-gevecht. Iedereen behalve Newt. Tussen het lachen en wegduiken door werp ik af en toe een blik op hem. Hij staat aan de zijlijn en gaat door met werken, maar toch kijkt hij even naar me op en glimlacht hij naar me. Het is een echte glimlach. Omdat ik niet oplet, krijg ik opnieuw de volle laag van Thomas en Stan samen. Maar dat kleine moment van onoplettendheid was het helemaal waard.

The Maze RunnerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu