Aan het eind van de middag zoek ik dezelfde boom als gisteren op. Ik verstop me een beetje en ik ga ertegenaan zitten. Ik kijk naar de poort. Thomas is aan het rennen, samen met Minho, Ben en Alby. Waar zouden ze zijn? Zouden ze op tijd terugzijn? Ik kijk zuchtend naar het gras. Ik ben hier nu ongeveer vierentwintig uur, maar het voelt alsof ik hier al veel langer zit. Hoe zou de rest zich dan voelen, als ik nu al helemaal gek word?
Ik denk aan vanmiddag, toen ik voor het eerst mezelf zag in de kleine spiegel. Ik schrok van mijn uitdrukking en ik kan me echt niet voorstellen dat iemand me mooi zou vinden. Maar zij hebben natuurlijk al jaren geen meisje gezien.
Ik probeer me voor te stellen hoe het zou zijn om een Renner te zijn. Zou het fijn voelen om alles van je af te rennen? Om hier even weg te zijn? Misschien is het wel fijn, maar er zijn nog verschillende dingen die niet fijn zijn. Omgeven zijn door muren, bijvoorbeeld. Wat als je verdwaald of niet op tijd terug bent? Ik wil me niet voorstellen wat er met me zou gebeuren als ik vast kwam te zitten in het doolhof.
'Hier ben je dus. Waarom verstop je je?' Ik kijk op naar Newt, die een flesje water en iets dat op brood lijkt in zijn handen heeft. Ik haal mijn schouders op. 'Ik wilde even alleen zijn. Ook al had ik dan net zo goed in het kamp kunnen blijven, want ik ben sowieso al alleen.' Newt schudt zijn hoofd. 'Dat is niet waar.' Dan knikt hij naar de plek naast me. 'Mag ik bij je komen zitten?' Ik knik en hij gaat naast me zitten. 'Hier.' Hij reikt me het flesje en het brood aan. 'En jij dan?' Hij haalt zijn schouders op. 'Ik heb al gegeten.' Ik leun een stukje naar voren en kijk opzij, zodat ik het kamp kan zien. Ik zie de jongens dringen en duwen en vechten om een beetje eten te krijgen. En dan krijgen ze nog maar een klein beetje.
Zou hij echt al gegeten hebben? Ik denk het niet. Hij zou nooit twee keer iets te eten krijgen. Waarom zegt hij dan tegen mij dat hij al gegeten heeft? Waarom geeft hij zijn eten aan mij?
'Pak aan.' Ik scheur het brood door de helft en reik hem een stuk aan. Hij kijkt even naar mij, dan naar het brood en dan pakt hij het uiteindelijk aan. We eten zonder iets te zeggen. Ondertussen kijk ik weer naar de poort. Zou er wel een uitweg zijn? Wat als ze het doolhof alleen hebben gemaakt zodat wij hoop krijgen? Zodat we hier blijven leven en onszelf niet van kant maken? Ik weet het niet.
'Waarom schrok je zo van jezelf toen je vanmiddag in de spiegel keek?' vraagt Newt als we klaar zijn met eten. Heeft hij dat gezien? Ik dacht dat hij zo bezig was met scheppen. 'Waarom houd je me zo in de gaten?' vraag ik. 'Vind je dat erg?' vraagt hij dan weer. We geven allebei geen antwoord. In plaats daarvan kijken we allebei naar de poort. Wat zou hij nu denken? Zou hij net zo graag een antwoord willen hebben op zijn vraag als ik dat wil? Waarschijnlijk niet. Toch zucht ik en besluit ik om toch antwoord te geven op zijn eerste vraag.
'Toen ik naar mezelf keek.. schrok ik op het eerste gezicht niet zo erg. Maar toen ik mezelf in de ogen keek.. schrok ik wel. Eerst waren mijn ogen leeg, zonder emotie. En toen kwam de schok. Ze stonden droevig, sip.. wanhopig. En.. bang.' Ik kijk naar het gras. 'Hoe ik ook was voordat ik hier kwam, ik was niet mezelf.' Heel even ben ik bang dat hij me uit gaat lachen, maar dan zie ik hem vanuit mijn ooghoek knikken. 'Ik begrijp wat je bedoelt. Eerst zag ik ook nog verdriet.. en wanhoop. Maar als ik nu elke keer naar mezelf kijk, zie ik niks. En daarom ben ik maar gestopt met kijken.'
We kijken elkaar aan en ik voel een kleine schok. 'Soms ben ik gewoon zo bang dat ik helemaal niks meer voel,' zegt hij. Maar zijn ogen zeggen iets anders. Hij kijkt op dezelfde manier als gisteravond, toen hij me vertelde over het doolhof. 'Misschien voelt het zo.. maar ík zie wel emotie in je ogen.' Hij kijkt me onderzoekend aan. 'Wat zie je dan?' Ik weet niet goed hoe ik het moet verwoorden. 'Ik zie.. hoop, denk ik. Verlangen. Naar een uitweg?' Hij haalt zijn schouders op en kijkt weg. 'Ik weet het niet.'
Het is een tijdje stil, totdat hij ineens weer begint te praten. 'Ik wil niet dat er iets met je gebeurt. Of dat nou is omdat een van de jongens je iets aan zou doen, je het doolhof zou inwandelen en zou verdwalen of iets anders. Ik wil het gewoon niet.' Ik knik. 'Ik snap het, omdat Thomas het je vroeg.' Newt haalt zijn schouders op. 'Niet alleen omdat Tommy het vroeg.' Tommy? Noemt hij Thomas zo? 'Waarom dan nog meer?' Newt schudt zijn hoofd. 'Nee, nu is het weer jouw beurt.' Ik wacht even, maar dan dringt het tot me door dat hij echt geen antwoord gaat geven. Nu ben ik weer.
Ik denk na over zijn laatste vraag. Of ik het erg vind dat hij me zo in de gaten houdt. 'Nee.' Hij kijkt me verward aan. 'Nee waarop?' Mijn mondhoeken krullen omhoog. 'Nee op je vraag. Ik vind het niet erg dat je me in de gaten houdt.' Hij knikt. 'En waarom niet?' Mijn mondhoeken krullen nog verder omhoog. 'Ik heb al twee antwoorden gegeven en jij maar één, vind je dat zelf ook niet een beetje oneerlijk?' Hij begrijpt dat het nu weer zijn beurt is om antwoord te geven, omdat ik dat dan ook pas doe. Maar hij kiest er bewust voor om ermee te stoppen door de hele tijd te blijven zwijgen.
Dan blijven we de hele tijd zwijgend naast elkaar zitten terwijl we naar de poort kijken. We staan pas op als Thomas, Alby, Minho en Ben door de poort komen. En zelfs dan zeggen we niks meer tegen elkaar.
JE LEEST
The Maze Runner
FanfictionBijna het eerste dat Hayley hoort als ze aankomt op de Laar, is: 'Het is een meisje!' Ze snapt niet goed waarom daar zo verbaast over wordt gedaan, maar dan ziet ze waarom: ze is omgeven door een stuk of vijftig jongens en ze is het enige meisje. Ma...