50

1.6K 117 4
                                    


We kijken elkaar allemaal verstrooid aan. Labyrintproef? De Vuring? Ziekte? Besmettelijk? WICKED is goed? Nee, WICKED kan onmogelijk goed zijn. Hoe kan het nou zijn dat ons martelen een genezing op zou kunnen leveren? 'Shuckzooi,' hoor ik een van de jongens zeggen. 'En nu?!' We kijken allemaal om ons heen, maar we zouden allemaal niet weten wat nu. Ik bekijk de pistool die ik nog steeds in mijn hand heb. Dan kijk ik opzij, omdat ik Newt's ogen op mijn gezicht voel prikken.

'Wat?' vraag ik dan. Zijn ogen glijden naar het pistool en dan weer naar mij. 'Geef die maar aan mij..' Ik rol met mijn ogen. 'Wat nou. Ik ben echt niks van plan hoor.' Denkt hij nou echt dat ik mezelf van kant zou maken? Maar als hij naar me blijft kijken, overhandig ik hem toch het ding. Dan schrik ik op van hetzelfde scherm als waar de vrouw op gekomen was. Ik zie een man in beeld komen.

Komt hij ons vertellen dat het nu allemaal voorbij is? Dat we nu de normale wereld in gaan? Dat dit allemaal voorbij zal zijn? Dat wij ons "deel" hebben gedaan en nu vrij zijn? Wat zou ik dat graag willen. 'Wie is die klunkige man nou weer?' hoor ik Minho zeggen. 'Arnold..' mompelt Thomas. Dan kijkt hij naar mij. Arnold? Wie is dat dan weer? Dan denk ik aan wat Thomas had gezegd voordat we het doolhof in gingen. Arnold, zo heet mijn vader.

'Hallo, ik ben Arnold Demore,' zegt de man. Hij heeft een zware stem en een wit-blauwig pakje aan. Dit is inderdaad de man die aan mijn bed heeft gezeten. De man die ik "papa" genoemd heb. Dan richt de man zijn ogen op iets naast de camera. Plotseling weet ik zeker dat hij nu naar mij kijkt. 'Wat ben ik blij dat je nog leeft, lieverd..'

'Lieverd?' mompelt Minho. 'Ik ben het, Hayley. Je vader.' Mijn lichaam verstard. Maar niet alleen de mijne, ook die van de andere jongens. Dit is dus mijn vader. Écht mijn vader. Misschien moet ik nu iets voelen, maar ik voel op dit moment helemaal niks meer. Echt helemaal niks. Ik heb het idee dat hij wil dat ik iets zeg, dus zeg ik maar: 'Hoi.' Het klinkt heel afstandelijk en zo voelt het ook. Het voelt niet alsof deze man mijn vader is. Hij is ook geen vader. Hij noemt zichzelf wel zo, maar hij is het niet.

'Wat heb ik je gemist, lieverd. En het spijt me zo dat we je dit aangedaan hebben, maar we moesten wel..' Ik geloof er niks van. 'Jullie moesten wel?' Ik hoor hoe ijzig mijn stem klinkt. 'Je zegt dat jullie geen andere keuze hadden dan tientallen jongens opsluiten en ze doodsbang maken met Grievers? Om ze zo wanhopig te laten worden dat..' Ik denk aan Newt, maar ik ga het niet hardop zeggen. 'Jullie moesten wel?!' Ik voel me steeds bozer worden op deze man. Voor mij is deze man het kwade brein achter alles wat ons aangedaan is.

'Je noemt jezelf mijn vader?! Echt waar?! Ik weet er niet veel vanaf, hoor, maar volgens mij hoort een vader liefde te geven aan zijn kind. Volgens mij hoort een vader zijn kind te beschermen tegen alle vreselijke dingen die er kunnen gebeuren. En wat heb jij gedaan? Jij hebt ál deze mensen het labyrint ingestuurd! Jij hebt míj vrijwillig het labyrint ingestuurd! Mij, je eigen dochter! En nu alles voorbij is kom je me doodleuk op een schérm vertellen dat je mijn vader bent en dat je niet anders kon?! Op een schérm, echt waar?! Verdien ik niet meer?! Wat voor vader bén jij?!'

Ik zie een paar scheuren in zijn strakke gezicht komen, maar verder vertoont hij geen reactie. Maar ik ben nog niet klaar. 'Kom dan van het scherm vandaan! Kom dan voor me staan, récht voor me en vertel dan nog eens dat je mijn vader bent?!' Er gaan een paar seconde stilte voorbij en hij blijft gewoon zitten. Ik bal mijn handen tot vuisten. 'Lafaard!'

'Ik begrijp dat je boos op me bent. Maar het is nu voorbij. Ik kan ervoor zorgen dat je hieruit gehaald wordt.' Wat hij nu zegt trekt echt mijn aandacht. 'Wat?' zeg ik ongelovig. 'Ik kan ervoor zorgen dat je je eigen leven weer kunt leiden! Dat je alles vergeet wat hier gebeurd is. Echt waar.' Is dat niet wat ik wilde? Alles vergeten en leven in de echte wereld? En nu kan het.

'Oké,' zeg ik. 'Oké, kom ons maar ophalen dan.' De man op het scherm schudt langzaam zijn hoofd. 'Nee.' Ik frons. 'Hoezo "nee"?! Je zegt net dat we hieruit gehaald worden!' Hij schudt opnieuw zijn hoofd. 'Er is geen wij. Alleen jij.' Ik staar de man ongelovig aan. Alleen ik? Alleen ik. Ik schrik op als Newt mijn hand vastpakt. Ik kan zijn gezichtsuitdrukking niet lezen. 'Doe het maar. Je hoeft je niet schuldig te voelen.'

'Doe het maar?!' zeg ik ongelovig. Waarom wil Newt dat ik het doe? Dat ik ze in de steek laat en gewoon mijn leventje ga leiden? Zonder hém? Dan begrijp ik het. 'Je.. wilt niet dat ik bij jullie blijf,' zeg ik. 'Je wilt me weg hebben..' Het doet zoveel pijn dat hij me niet meer wil. Misschien heeft hij me wel nooit echt gewild. Newt schudt meteen zijn hoofd. 'Wat? Nee!' Ik zie dat hij de waarheid spreekt. Ik weet dat dat niet het geval is. 'Ik wil gewoon dat je dit niet meer hoeft mee te maken. Dat je je dit niet meer hoeft te herinneren..'

'Als ik het doe, raak ik jou kwijt.' Ik krijg tranen in mijn ogen. 'Dan zal ik me je niet meer kunnen herinneren.. Dan zal ik niet meer weten dat..' Dat we ooit zo dichtbij elkaar zijn geweest. Zijn gezicht staat vol pijn. 'Als dat de prijs is die ik moet betalen, dan is dat maar zo. Ik wil het beste voor jou.' Hij meent het. Hij meent het echt. Ik kijk naar het scherm, waar Arnold nog steeds strak op kijkt. Hij denkt te weten dat ik met hém meega. Hij verwacht dat ik het doe. Echt waar? Hoe kan hij dat nou écht verwachten?

Ik kijk Newt weer aan. 'Jíj bent het beste voor mij. Hoe kan ik me jou nou ooit willen vergeten?! Hoe kan ik me íedereen nou ooit willen vergeten?!' Ik kijk naar de andere overgebleven kampbewoners. Niet dat ik ze allemaal even goed kende, maar we hadden toch een zeker band met zijn allen. 'Ik wíl jullie niet vergeten. En als dat betekent dat ik elke nacht nachtmerries krijg over Grievers, bloed, slijm, lijken.. dan is dat maar zo. Als dat de prijs is die ik moet betalen, dan is dat maar zo.'

Ik zie Arnold's gezicht oprecht geschrokken staan. 'Wát zeg je?' Ik kijk hem boos aan. 'Je verwacht het écht, hè? Je verwacht echt dat ik met jou mee zal gaan. Na alles wat je ons aangedaan hebt? Nóóit! Jij bent echt de vreselijkste man die ik óóit heb gezien!' krijs ik. 'Je kan niet van me verwachten dat ik degene die het meest om me geeft zomaar achter zal laten! Dat ik de jongen van wie ik hóú-' - Arnold schrikt - '-zomaar zou vergeten! Jij bent echt vreselijk!'

Zonder erbij na te denken pak ik het pistool weer uit Newt's hand en richt ik het op het scherm. Ik zie Arnold schrikken. Ik zie de anderen schrikken. Ik kan de anderen niet zomaar verlaten. We horen bij elkaar. Dan zeg ik voor het eerst sinds ik bij ze ben een van hun woorden: 'Wat mij betreft kun je diep in de klunk zakken. Dag, pap.' Dan haal ik de trekker over en barst het scherm in duizenden stukjes. Ik schrik er zelf van dat ik de trekker overgehaald heb. Zou ik dat ook hebben gedaan als hij écht voor me zou staan? Ik weet het niet. Ik ben zo boos op hem.

'Zo.' Ik gooi het pistool op de grond. Iedereen kijkt me ongelovig aan. 'Wat? Ik zei toch het goede woord?' Sommige jongens schieten heel gepast in de lach. Het is een zenuwachtig lachje. 'Ongelofelijk dat je gewoon nee gezegd hebt,' zegt Stan. 'Wat moest ik dan?' zeg ik. 'Alsof ik er ooit voor zou kiezen om zonder Newt te leven.' Als ik Newt aankijk, trekken zijn mondhoeken omhoog. Dan slaat hij zijn armen om me heen.

'Wat ontroerend, jammer dat ik het gemist heb.' Ik kijk verschrikt op naar de deur, waar Gally in de deuropening staat. Gally?! Leeft hij nog?! Niet alleen leeft hij, hij.. heeft ook een mes vast. En hij richt het op ons.

The Maze RunnerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu