Als ik een uur later met Thomas in het gras zit, tril ik nog steeds een beetje na. Toen Newt me terug naar het kamp gebracht had, legde hij snel uit wat er gebeurd was. Een groep jongens gingen het bos in op zoek naar de drie en ik ging me overal wassen. Nu zit ik in elkaar gedoken naast Thomas en ruik ik aan mijn haar. Het zeep kalmeert me. Toen Thomas, Minho en de anderen terug kwamen uit het doolhof, werd ze verteld wat er gebeurd is. Thomas wilde de drie in elkaar slaan, maar volgens mij heeft Newt dat al flink hard gedaan.
Ik griezel nog steeds na als ik me bedenk wat er gebeurd is. De drie jongens probeerden aan me te zitten, maar gelukkig kwam Newt op tijd. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als Newt niet op tijd geweest was.. Ik krijg weer een rilling door mijn hele lijf als ik eraan denk wat ze wilden doen met me. ‘Hay..’ zegt Thomas terwijl hij richting het kamp kijkt. Ik volg zijn blik en verstop me achter hem als ik Max, Lars en Cas uit het bos zie komen lopen terwijl ze ieder hard vastgehouden worden door twee jongens. Hun gezicht zit onder het bloed, maar die van Max nog het meest. Waarschijnlijk komt dat omdat Newt hem twee keer geslagen heeft met de schep.
Newt is druk in gesprek met Gally en voor het eerst lijken ze het snel eens te zijn. Ik frons als de drie jongens naar de poort toe worden begeleid. Dan komen er jongens met stokken. Dit heb ik al eens eerder gezien, toen Ben verbannen werd. ‘Gaan ze..?’ Thomas knikt. ‘Ja, ze worden verbannen.’ Hij staat op. ‘Ga je mee?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Ik wil liever niet meer zo dicht bij ze zijn.’ Thomas knikt en gaat weer zitten. ‘Dan blijf ik ook.’
We zitten toch redelijk dichtbij de muren en ik hoor Max verontwaardigd roepen: ‘Wat?! Ze wilde het zelf!’ Newt prikt hem in zijn buik met de stok. ‘Wát zeg je?! Zeg dat nog een keer?!’ Max houdt zijn mond. Ik wilde het helemaal niet zelf, anders had ik niet zo hard geschreeuwd. Thomas pakt mijn hand vast. ‘Het komt goed. Ze worden gestraft.’ Als de drie jongens dichter bij de poort worden gebracht, kijkt Max ineens mijn kant op. Hij begint te schreeuwen. ‘Vuile achterlijke trut! Je wilde het zelf! Je vroeg erom!’
Als ik de wanhoop in zijn stem hoor, voel ik me ineens een stuk groter worden. Ik sta op en loop naar het tafereel toe, gevolgd door Thomas. Ik kijk Max aan, die boos naar me kijkt. ‘Ik vroeg erom?’ zeg ik ijzig. Ik ben nog steeds bang voor de jongens, ook al worden ze vastgehouden en bij me vandaan gehouden door stokken. Maar ik probeer het niet te laten merken. ‘Ik vroeg erom?! Als ik erom gevraagd had, dan had ik me niet zo verweert! Dan had ik niet geschreeuwd om hulp!’
‘Oké, het spijt ons. Het is een groot misverstand, oké? Maar ja, we staan ook zo lang droog allemaal..’ mompelt Lars. ‘Maar het is een misverstand, oké? We zullen het niet meer doen.’ Hij kijkt me smekend aan. ‘Nee, inderdaad, jullie zullen het nooit meer doen,’ zegt Newt. Dan knikt hij naar de jongens. ‘Hé!’ roept Cas als ze naar de muren toe geduwd worden. ‘Laat ons los!’ De drie jongens, die zich altijd zo groot gedroegen, zijn veranderd in kleine, wanhopige jongens. En het voelt zo goed om dit te zien. Ik had nooit verwacht dat ik me zo zou voelen tijdens een verbanning.
‘Zeg dat het een misverstand was!’ roept Lars naar me. Maar ik zeg niks, ook al zou ik veel willen zeggen. Ik zou willen zeggen: “Hoe voelt dat nou, hè? Om zo hulpeloos te zijn? Om je zo wanhopig te voelen?” Maar ik zeg niks. Ík voelde me hulpeloos en wanhopig toen de drie jongens mee aanvielen. Ik was compleet in paniek en kon niks anders meer doen dan huilen. En nu ben ik niet langer hulpeloos, maar nu zijn zij dat. Het voelt goed om hen nu eens een keer zo te zien. Misschien is dat niet helemaal eerlijk, maar toch voelt het zo.
Ik voel me steeds groter worden. Ik voel me steeds machtiger. Maar als ik dat begin te voelen, weet ik dat het eigenlijk een act is. Ik voel me niet groot, sterk of machtig. Ik voel me nog steeds klein en hulpeloos, ook al ben ik dat niet meer. Maar ik moet tegenover hen doen alsof ik dat niet ben. Alsof het me niks doet en ik vanbinnen niet stuk ga.
De jongens beginnen te schreeuwen als ze over de poort geduwd worden en de muren naar elkaar toe beginnen te bewegen. Cas laat zich schreeuwend naar de overkant duwen, terwijl Lars en Max de stokken weg proberen te duwen. Maar de jongens duwen net zo hard terug, totdat het tweetal begint te bloeden. Als de muren steeds dichter bij elkaar komen, beseffen ze zich dat ze geen andere keuze hebben dan naar de andere kant te gaan. Als ze aan de overkant staan, kijken ze me aan met een blik vol met haat. ‘Klotewijf!’ roept Max naar me. Ik zeg niks, ik kijk alleen maar met een gemaakte glimlach naar de jongens.
Maar als de poort dicht is en ik de jongens niet meer kan zien, verdwijnt de gemaakte glimlach meteen van mijn gezicht. Ik ben kapot. Met trillende lippen kijk ik naar de grond. ‘Laat dit een waarschuwing zijn voor de volgende idioot die het in zijn achterlijke hoofd haalt om..’ zegt Newt, maar hij maakt zijn zin niet af. ‘Jullie zijn gewaarschuwd.’ De jongens lopen langzaam weer terug naar het kamp. Als Newt ook terugloopt naar het kamp, wil ik mijn redder laten weten hoe opgelucht ik ben.
Maar hij kijkt niet naar mij en loopt door naar het kamp.
JE LEEST
The Maze Runner
FanfictionBijna het eerste dat Hayley hoort als ze aankomt op de Laar, is: 'Het is een meisje!' Ze snapt niet goed waarom daar zo verbaast over wordt gedaan, maar dan ziet ze waarom: ze is omgeven door een stuk of vijftig jongens en ze is het enige meisje. Ma...