Newt en ik schrikken op en laten elkaar los als we geschreeuw bij de houten bouwvallen horen. Mijn hart gaat meteen als een gek tekeer. We springen op en sprinten zo snel als we kunnen naar de bouwvallen toe. 'Hij is gek geworden, ik zeg het je!' roept Berend. Is hij toch meegegaan? 'Alby, rustig! Rustig maar,' zegt Minho. 'Wat is er gebeurd?!' stamel ik als ik naar de jongens kijk. Alby ziet er verwilderd uit en Berend's haar zit door de war.
'Hij viel me zomaar aan!' Berend praat al iets zachter, maar zijn stem trilt nog steeds. Hij knikt naar een pistool die hij in zijn handen heeft. 'Hij probeerde een van deze schatjes uit mijn handen te trekken en.. ik wéét niet eens wat hij wilde doen!' Alby, die vastgehouden wordt door Brad en Stan, schudt verwilderd zijn hoofd. 'We.. kúnnen.. niet.. terug!' Berend zucht. 'Dat riep hij ook al de hele tijd.' Ik probeer niet naar Alby te kijken, maar als ik dat toch doe, vraag ik me af wat voor herinneringen hij teruggekregen heeft. Hij ziet er namelijk echt vreselijk uit.
'We kunnen niet terug?' mompel ik. 'Hoezo niet?' Alby schudt zijn hoofd. 'Geloof me! We hebben het hier véél beter dan daarbuiten! We kunnen het daar niet overleven!' Ik frons. 'Alby, kom op, even rustig worden.' Newt gaat voor hem staan en probeert hem rustig te laten worden. 'Ik stel voor dat we nu allemaal weer normaal gaan doen en gaan eten,' zegt Minho. Na dat gezegd te hebben, loopt hij weg. 'Eten, goed plan.' Berend loopt weg. 'Gaan jullie maar vast,' zegt Newt. 'Ik blijf wel bij Alby.' Ik wil hem eigenlijk niet achterlaten omdat ik zie hoe verwilderd Alby is, maar Newt heeft een kalme uitdrukking op zijn gezicht. Daarom knik ik en loop ik met de andere jongens mee.
Terwijl we met een klein groepje in het gras zitten te weten, blijft het helemaal stil. Niemand zegt ook maar één woord en daarom houdt mijn hoofd zichzelf bezig door na te gaan denken. Wat bedoelde Alby toen hij zei dat het hier véél beter was dan de wereld hierbuiten? Ik kan het me niet voorstellen. Als we hier blijven, betekent dat dat we allemaal dood zullen zijn over hoogstens vijftig dagen. Aangevallen worden door Grievers. Hoe erg kan de wereld hierbuiten dan zijn?
'Het is tijd om te gaan,' zegt Minho dan. Iets meer dan de helft van de mensen staat op. De anderen willen hier blijven. Ik snap niet waarom. 'Thomas,' zeg ik als hij de rest wil volgen naar de muren. 'Wacht even.' Ik zie dat hij met tegenzin stopt en hij kijkt me terughoudend aan. 'Wat er ook gebeurt in het doolhof..' begin ik, maar ik weet niet wat ik verder moet zeggen. Dan, in een impuls, sla ik mijn armen om hem heen. Zijn lichaam verstard. 'Waarom doe je dit?' vraagt hij met pijn in zijn stem.
Hij pakt mijn armen vast en houdt ze van zich af. 'Ben je dan helemaal niet boos op me?' Ik haal mijn schouders op. 'Niet echt, eigenlijk. Ik weet dat ik me verraden moet voelen en dat ik boos op je moet zijn, maar.. dat voel ik allemaal niet. Het is zoals Newt zei: het maakt niet uit wat je gedaan hebt. Het is nou eenmaal gebeurd en we kunnen er niks meer aan veranderen. Of eigenlijk, jawel. We gaan het nú veranderen. Ik heb gehoord dat sinds je hier bent.. je ze probeert te helpen om hieruit te komen. Als je echt slecht zou zijn, zou je dat ook niet doen.'
Zijn mondhoeken krullen langzaam omhoog. 'Weet je, volgens mij kon je me vroeger ook altijd opvrolijken door middel van woorden.' Ik probeer de pijn die ik voel te verbergen. Als hij over "vroeger" begint.. ik weet het niet, maar op de een of andere manier wordt dat me te veel. Daarom sla ik maar snel opnieuw mijn armen om hem heen. Dit keer slaat hij zijn armen ook twijfelachtig om me heen, maar daarna iets sterker. 'Het spijt me. Ik zal er alles aan doen om het goed te maken.' Ik knik en we laten elkaar los. 'Ik wil graag nog één ding weten..' begin ik. Thomas knikt.
'Mijn vader.. hoe heet hij?' Zijn gezicht betrekt een beetje, alsof hij heel erg moet nadenken. 'Arnold Demore,' zegt hij dan. Arnold Demore. Als hij écht mijn vader is, betekent dat dat ik Hayley Demore heet. 'Hayley Demore,' zeg ik. Maar ik voel niks bij die naam. Helemaal niks. 'Oké.' Ik haal mijn schouders op. 'Zullen we dan maar gaan?' Ik probeer de opkomende angst te verbergen, maar het lukt niet. Thomas knikt en we lopen samen naar de muren. Chuck, het kleine jongetje, komt meteen naar Thomas toe. Ik zie dat hij zich groot probeert te houden.
Ik kijk zoekend om me heen. Waar is Newt? Ik begin lichtelijk in paniek te raken, maar dan komt hij samen met Alby aangelopen. 'Hij gaat toch mee.' Ik weet niet hoe hij het voor elkaar gekregen heeft.. maar Alby lijkt zowaar rustig. Lijkt.. Als ze bij ons zijn, pakt Newt mijn hand vast. 'Daar gaat 'ie dan.' Ik knijp zo hard in zijn hand dat het pijn doet. 'Ja.'
'Oké, jongens, succes,' zegt Minho droogjes. 'En onthoud: we gaan er helemaal voor.' Newt fluistert in mijn oor: 'Ontzettend inspirerend.' Ondanks de angst die ik voel, kan er toch een flauw glimlachje vanaf. Maar die verdwijnt helemaal als ik de eerste stap in het doolhof heb gezet.
Daar gaat 'ie dan.
JE LEEST
The Maze Runner
FanfictionBijna het eerste dat Hayley hoort als ze aankomt op de Laar, is: 'Het is een meisje!' Ze snapt niet goed waarom daar zo verbaast over wordt gedaan, maar dan ziet ze waarom: ze is omgeven door een stuk of vijftig jongens en ze is het enige meisje. Ma...