9

3.3K 142 11
                                    

Nadat ik nog een tijdje bij de boom heb gestaan, begin ik toch in actie te komen. Eigenlijk vind ik de meeste jongens eng, maar toch loop ik naar een groepje toe en vraag ik: 'Kan ik helpen?' Ze kijken me verbaast aan en ik voel me heel ongemakkelijk, totdat een van hen eindelijk iets zegt. 'Nee hoor, ga maar gewoon ergens zitten.' Ik frons en loop naar het volgende groepje, waar ik opnieuw vraag of ik kan helpen. Weer word ik vreemd aangekeken en wordt er gezegd dat ik maar ergens moet zitten. 'Hoezo? Denken jullie dat ik het niet kan?' Ze reageren niet op me, dus loop ik maar naar de plek waar de brandstapel aangestoken was.

Ik weet niet hoe lang ik daar zit, kijkend naar het gras, maar ik vind het niet leuk. Waarom mag ik niet helpen? Oké, ik snap zelf ook wel dat ik geen hout kan gaan hakken, maar ik kan toch wel helpen met het verzorgen van de dieren? Of eten maken? Vertrouwen ze me soms niet? Waarom mag ik niks doen? Omdat ik een meisje ben? Ik kijk fronsend naar de poort. Daar mag ik ook al niet komen. Niet dat ik dat erg vind, maar toch. Hoe moet ik het hier volhouden als ik niks mag doen?

'Hé, Hayley!' Lars, Max en een jongen waarvan ik de naam nog niet weet, komen bij me zitten. Meteen voel ik me ongemakkelijk. 'Ben je al een beetje gewend hier?' vraagt Lars. 'Ja hoor,' lieg ik. 'Mooi zo.' Hij glimlacht iets te gemaakt. Dan kijkt hij ineens zogenaamd sip. 'Weet je, ik ben best wel gekwetst dat je je het niet meer herinnert.' Ik kijk hem fronsend aan. 'Wat?' Hij haalt zijn schouders op. 'Oh, dat we eens een stel waren.' Ik griezel al bij de gedachte. Wij, een stel? Nooit. 'Ja hoor.' Ik sta op, maar de jongens doen precies hetzelfde.

'Ja, echt waar. Toch jongens?' De jongen knikt, maar Max schudt zijn hoofd. 'Oh, dat is gek, want ik kan me juist herinneren dat wíj een stel waren.' Hij glimlacht. 'Laat me met rust.' Ik kijk om me heen om te zien waar ik naartoe kan gaan, maar uitgerekend nu lijkt er niemand op me te letten. 'Dat is niet wat je een tijdje geleden zei,' zegt Max lachend. 'Ik weet niet waar je het over hebt. Ik ben niet achterlijk, hoor,' zeg ik geïrriteerd. 'Ik weet heus wel dat van iedereen hier het geheugen is gewist! En als jullie me er nu door willen laten gaan..'

De jongen grijnst. 'Ik vraag me af wat Thomas tegen je gezegd heeft. Misschien moeten we het hem toch maar eens vragen.' Hij kijkt naar mijn trui. 'Ik weet niet waar je het over hebt.' Ik kijk naar het groepje jongens dat zaden aan het planten is. Iedereen is bezig, maar ik zie Newt mijn kant opkijken. Houdt hij me in de gaten? Dat idee vind ik ineens zo fijn. 'Ach, kom nou. Vind je ons dan niet net zo leuk?' Ik schud mijn hoofd en wil weglopen, maar Max doet een stap opzij zodat dat niet meer kan. 'Wij zijn veel leuker, hoor.' Nu raak ik echt geïrriteerd. 'Waarom versieren jullie jezelf dan gewoon niet?' Als ik er opnieuw niet langs kan, duw ik een van de jongens hard opzij. Ik sta er zelf van te kijken. 'Zo, die heeft pit,' hoor ik Lars lachend zeggen als ik wegloop. 'Wacht maar af, ze wil me.'

Half griezelend loop ik naar de enige persoon waar ik me nu veilig voel. Maar hij kijkt snel weer naar de grond. Als ik bij de jongens sta, wil ik vragen of ik kan helpen. Maar dan zie ik een schep uit de grond steken en pak ik hem gewoon zonder iets te zeggen op en begin ik hen na te doen. Volgens mij zijn we de grond aan het omploegen. Als ik een tijdje bezig ben, merk ik dan ik aangestaard wordt. Ik kijk op naar de jongens. 'Wat nou? Hebben jullie nog nooit een meisje aan het werk gezien of zo?' De helft begint te lachen en de andere helft glimlacht alleen licht.

'Wat moesten ze van je?' vraagt een van de jongens. Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee.' Ik kijk om naar de jongens, die alweer weggelopen zijn. En ik meende het. Ik heb geen idee wat ze van me willen. 'Je hoeft niet bang te zijn,' zegt een van de jongens dan. 'Het is tegen de regels om iemand van het kamp iets aan te doen.' Ik frons. 'Regels?' Ik kijk naar Newt, die bezig is met scheppen en niet opkijkt. 'Ja, regels,' gaat de jongen weer verder. 'Daar staat een zware straf op, die niemand zal proberen te krijgen.' Ik betwijfel het. 'Wat zijn de andere regels?'

'Je mag alleen het doolhof in als je een Renner bent,' zegt Newt zonder op te kijken. 'En iedereen moet hun deel van de taken doen.' Ik kijk naar de schep die ik vasthoud. 'Mag ik me dan hier aansluiten? Ik heb niet zo'n zin in die andere griezels.' De jongens beginnen te lachen. 'Wat?! "Die andere griezels"? Vind je ons soms ook griezels?' Ik glimlach licht. 'Geen idee, bewijs het tegendeel maar.' Ik voel me best goed in deze groep en dat heb ik tot nu toe nog niet gehad. 'Oké dan. Mag ze blijven, Newt?' Newt kijkt voor het eerst sinds ik hier ben gekomen naar me op, kijkt me een tijdje aan en knikt dan.

Als we een paar minuten bezig zijn, merk ik dat ik toch vaak aangestaard word. 'Doe ik iets fout?' vraag ik daarom ook. Een van de jongens schudt zijn hoofd en glimlacht verlegen. 'Nee, maar.. oké, je moet nu niet denken dat we griezels zijn, hè, maar.. tja.' Ik kijk hem vragend aan. 'Tja?' De jongen haalt zijn schouders op. 'We zijn nou eenmaal jongens, hè..' Ik grijns. 'Je meent het.' Ik zie Newt grijnzend naar de grond kijken terwijl hij het omploegt. 'Wat ik bedoel te zeggen.. eh, jongens. Help nou even. Hoe zeg je dat zonder als een griezel over te komen? We-'

'We vinden het gewoon leuk om naar je te kijken,' onderbreekt iemand anders hem. 'Nee, want dát komt niet griezelig over.' De jongens beginnen te lachen. 'Ja, wat? Het is toch waar?' Ik kijk ze een beetje verward aan. 'Eh, oké.. waarom?' Ze beginnen te lachen. 'Waarom? Ben je zelfs ook al vergeten hoe je eruit ziet?' Ik kijk ze verbaast aan. Ja.. dat is inderdaad zo, bedenk ik me nu. Ik weet niet eens hoe ik eruit zie. 'Meen je niet!' Een van de jongens loopt terug naar het kamp. Even later komt hij terug met een stuk glas in zijn handen.

'Hier.' Hij overhandigt me het stuk glas. Als ik het voor me houd, schrik ik ervan als ik mezelf zie. 'Nog nooit een spiegel gezien?' lacht een van de jongens. Ik reageer niet. Op het eerste gezicht vind ik mezelf er mooi uitzien. Ik heb niet te grote ogen, mijn neus is niet te groot en staat gewoon recht, mijn mond is niet te dik en te dun, net zoals mijn wenkbrauwen. Ik heb lang, golvend bruin haar en bruine ogen. Maar dan kijk ik beter. Ik kijk mezelf in de ogen. Ik schrik van de leegte die ik daarin vind. Dan staan ze droevig, sip, wanhopig, bang..

'Snap je het nu?' Ik geef de spiegel weer terug aan de jongen. 'Onzin. Jullie kijken alleen zo naar me omdat jullie nog nooit een meisje hebben gezien.' Ik trek mijn schep weer uit de grond en ga door met het omploegen van de aarde. Ik kijk niet meer op.

The Maze RunnerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu