hoofdstuk 8

3.2K 64 0
                                    

eerder: "Vanaf morgen pak jij je spullen uit dit krot jij gaat bij mij komen wonen. En vannacht kom jij mee met mij en dan gaan we morgen achter je spullen." Zegt hij me dominant en dwingend. En dat was het moment dak ik me plots een slag minder dronken voelde en het me echt binnen drong wat hij net heeft gezegd.

"Wat dat kan jij me niet zomaar bevelen dat ik dat moet doen!" Razend kijk ik hem aan. "O ja dat kan ik wel. Ik ben jou baas en ik kan zeg dat jij als mijn assistent bij mij moet komen wonen voor een beter contact en dat je bij mij in de buurt bent als ik je nodig heb of je iets voor mij moet doen." Eigenwijs kijkt hij me aan en meet een dikke grijns op zijn gezicht. Gefrustreerd gooi ik mijn handen in de lucht en laat een diepe zucht los. "ik heb niet echt een keus zeker." Ik kijk omhoog in zijn ogen die me geamuseerd aankijken. "Nee niet echt. En nu gaan we naar binnen je spullen gaan halen dat je nu nodig hebt."

Hij steekt de straat over en gaat het kleine appartementsblok binnen. In de gang die er muffig bij ruikt en het behang die er elk moment af kan vallen staat hij even stil. "Hoe kan jij hier wonen?" Afkeurend kijkt hij me aan en ik kijk beschaamd naar beneden.

als we bij mijn deur zijn doe ik hem open met mijn sleutel en loop dan naar binnen. Ik kijk en hoor want ik heb het licht nog niet aan gedaan, voorzichtig rond om te kijken of Jade nog bezig is. "Wat doe je?" Verward kijkt hij me aan. Tjah en wat nu ik kan hem moeilijk zeggen dat mijn huisgenote een hoer is hé dan gaat hij al helemaal door het lint. "Eh ik eh kijk of er eh geen muizen zijn?"  Komt er meer vragend uit mijn mond. "Muizen geloof je het zelf het is donker je kan niet eens zien hoezo kijk je dan of er geen muizen zijn." Hij doet het licht aan en kijkt verbaasd rond.

"Blaire dit is een krot hoezo kan jij hier wonen." Ik haal mijn schouders op.  "Ah Blaire je bent thuis ik-" Jade komt de kamer binnen gelopen en ik sla mezelf op mijn kop. "Hé wie is dat?"  Wijzend naar mijn baas. "JE WOONT SAMEN MET EEN HOER! Ja dat kan er ook nog bij." Woedend kijkt hij me aan waarop Jade dan verwonderd hem aan kijkt. "Pardon!?" "Eh ja Jade ontmoet mijn baas Tyler O'Brain, Meneer O'Brain ontmoet mijn huisgenote." Dat is je baas?!" Jade kijkt me met grote ogen aan. Ik knik beschaamd en verlegen en kijk naar de grond."Wij gaan nu vertrekken uit dit krot je pakt je spullen en we zijn hier weg!" Boos en bevelend wijst hij naar de gang in de kamer waar mijn kamer is. Onderdanig knik ik en loop ik mijn kamer binnen. Ik pak mijn spullen dat ik nu en morgenochtend nodig heb.

Ik pak een klein koffertje van onder mijn bed en leg die erop. Ik pak wat ondergoed, mijn toiletgerief, kleding voor de volgende dag en mijn pyjama. Ik doe mijn koffer dicht en pak nog mijn jas die aan de kapstok hangt in mijn kamer aan mijn deur. Ik open mijn deur en wandel de gang uit terug naar de woonkamer. Ik zie mijn baas daar ongeduldig en geïrriteerd staan wachten en met een blik vol afgunst naar Jade staan kijken. Ik loop naar Jade toe en vlieg in haar armen en val in huilen uit. "Het spijt me jade." Vertel ik haar met spijt. Ze trekt zich terug uit de knuffel en neemt haar handen tussen mijn hoofd zodat we elkaar recht aankijken. "Hé jij moet nergens sorry voor zeggen het is niet jou schuld." M-maar nu laat ik je zonder enige reden s'nachts in de steek zonder iets te zeggen. En ik ga je missen."

"Ik ga jou ook missen hoor en je laat me helemaal niet in de steek. Je moet weg voor je werk en weet je misschien is het ook beter dat je weggaat." "Wil je me dan weg hebben misschien." "Nee natuurlijk niet maar het is wel veel veiliger en beter bij je baas. Ik heb je al verteld eens verteld dat deze buurt gevaarlijk is en we kunnen nog altijd eens afspreken he. Bij dat enen leuke koffietentje bijvoorbeeld." Ik knik huilend. "Oh schat toch." En ze trekt me weer in ene knuffel.

Na het afscheid wandelen we het appartement uit en lopen we naar zijn dure auto. Hij doet de koffer open en steekt mijn koffer erin. Dan stappen we in de auto doe ik mijn gordel aan en rijden we weg. Mijn laatste tranen zijn opgedroogd terwijl we weg rijden naar zijn huis met muziek op de achtergrond. Tijdens de rit vult er weer stilte in de auto maar nu geen leuke stilte. Het is angstaanjagende stilte, ik zie Meneer O'Brain zijn handen stevig om zijn stuur geklemd zitten en zijt knokkels en spieren hard aanspannen en in zijn gezicht zie ik een emotie van woede.

Ik leg mijn hand op zijn bovenbeen en streel er zachtjes over. Hij kijkt me aan recht in mijn ogen en kijkt dan naar mijn bovenbeen. Ik schrik van zijn reactie die komen gaat dus haal ik vlug mijn hand van zijn bovenbeen af. Net zo snel alsof ik me verbrand had. Hij kijkt me aan, pakt mijn hand en legt het terug op zijn bovenbeen. Ik kijk hem verbaasd aan maar hij heeft zich al terug gedraaid. Soms is het echt een vreemde man.

My stupid boss (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu