O75 • Let me go...

1K 33 12
                                    


Met knikkende knieën en trillende handen bleef ik met ingehouden adem naar de deuropening staren. Het kabaal dat van beneden klonk beloofde niet veel goeds en ik vermoedde dan ook dat ze hen gevonden hadden. Het had niet eens een halve dag geduurd sinds ik de dooddoeners had verteld waar Harry was, en ze hadden hem nu al gevonden.

Ik had zo hard gehoopt dat de drie hadden weten te ontsnappen, maar aan de stemmen te horen was dit niet het geval. 

Toen het lawaai dichterbij kwam en de gevangenen door de ingang getrokken werden door drie dooddoeners, was Harry zijn blik de eerste die ik opving, en deze zei genoeg. Hij wist dat dit mijn schuld was. Dat ik ze weer had verraden en Voldemort had verteld waar ze waren. Ik waagde het niet eens Ron of Hermione aan te kijken.

 Ik was echter verrast om te zien dat Harry zijn gezicht er vervormd uitzag en het zou mij niets verbazen als een ander hem niet meteen zou hebben herkend.

Ik voelde Draco zijn schouder tegen de mijne en ik keek kort naar hem om. Hij staarde de drie met ingehouden adem aan, zijn kaken strak op elkaar geklemd.

'Draco, vergeet niet, als dit hem echt is en wij hem aan de Heer overhandigen, dan is alles vergeven. Dan wordt alles weer zoals het was.' zei Lucius met geknepen stem terwijl hij Draco bij zijn schouder beet pakte. 'We kunnen het ons nu niet veroorloven om nog een fout te maken.'

'Wees niet verlegen Draco, kom dichterbij.' zei Bellatrix die haar hand naar haar neefje uitstak en de blonde jongen dichter naar Harry toe trok.

'Wat is er mis met zijn gezicht?' mompelde Draco die de donker harige jongen voor hem verward aanstaarde.

'Waarschijnlijk iets opgelopen in het bos.' zei een van de dooddoeners die de drie naar binnen had gebracht.

'Waarschijnlijk een verminkingsspreuk.' zei Bellatrix die zich omdraaide en zich tot Hermione en Ron richtte. 'Geef mij haar toverstaf! Ik wil zien wat haar laatste spreuk was.'

'Ik weet het niet zeker.' fluisterde Draco toen ik naar hem toe gelopen kwam. 'Hij ziet er zo anders uit.'

De dooddoener voor ons staarde Draco strak aan.

Ik wist haast zeker dat de jongen voor ons Harry was, hoe anders zijn gezicht er nu ook uit zag. Zijn grasgroene ogen en het merkwaardige litteken op zijn voorhoofd verrieden hem, en ik wist zeker dat Draco hem ook herkende. Maar waarom twijfelde hij nu ineens?

'Hoe kom je daar aan?!' Klonk Bellatrix haar schelle stem plots door de ruimte. Draco en ik keken beiden geschrokken om en zagen daar een razende Bellatrix staan die op een voorwerp wees in een van de Dooddoeners zijn handen. Het was het zwaard van Gryffindor.

'Dit droeg het meisje bij zich toen wij ze vonden.' zei de Dooddoener en wees toen op Hermione die met grote ogen Bellatrix aanstaarde. 

Oh nee...

'Breng de twee jongens naar de kerkers!' krijste Bellatrix die met grote passen op Hermione afstapte en haar vast greep aan de kraag van haar spijkerjack. 'En de rest van jullie- verdwijn!' 

Ik wilde mijn toverstaf trekken om Hermione te helpen, maar Draco weerhield mij daarvan door mij beet te pakken en mee te trekken. 

'Nee, laat me los!' schreeuwde ik terwijl ik mij probeerde los te trekken uit Draco zijn greep, wetend dat Bellatrix Hermione zou gaan martelen, of misschien zelfs erger...

Ik zag vanuit mijn ooghoeken hoe Harry en Ron de ruimte uit werden gesleurd, maar ik bestad daar geen aandacht aan.

'Raak haar niet aan!' schreeuwde ik toen ik Bellatrix haar toverstaf zag trekken en deze in Hermione haar nek stak. De vrouw had echter geen oog voor mij. Sterker nog, volgens mij leek ze mij niet eens te horen.

Ik voelde hoe nog een paar handen mij beet pakten en Draco hielpen mij de ruimte uit te sleuren. Toen wij uiteindelijk de ruimte uit waren verdween het extra paar handen en was het alleen Draco nog die mij vast hield.

'Ze zal haar vermoorden!' riep ik gepikeerd terwijl ik aanstalte probeerde te maken richting de deuren van de grote zaal. Draco zijn grip om mijn armen werd hierdoor alleen maar steviger.

'Als je nu naar binnen gaat zal ze niet alleen Hermione vermoorden, maar ook jou.' zei Draco die mij strak aankeek.

'Voldemort-' 

'Audrey, ik ken mijn tante. Als zij zo is dan doet zelfs de naam Voldemort haar niets.' zei Draco. 'Als je nu naar binnen gaat maak je het alleen maar erger voor Granger.' 

Draco had gelijk. Misschien is de situatie nog niet eens zo erg, maar ik zou het zeker erger maken als ik Bellatrix zou proberen te stoppen.

Zonder nog iets te zeggen begeleidde Draco mij de trap af richting de woonkamer die, godzijdank, leeg was.

Toen ik net plaats wilde nemen op de bank klonk echter Hermione haar geschreeuw. Een pijnlijke kreet die door mijn botten dreunde. Een kreet waarin zoveel pijn was te horen dat ik haast zeker wist dat het de cruciatusvloek moest zijn.



𝐋𝐞𝐭 𝐌𝐞 𝐆𝐨 [𝐍𝐋]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu