O83 • Let me go...

802 28 7
                                    

~ Weken na de oorlog  ~

"Ik zou het je kunnen leren," klonk George zijn lachende stem vanuit de tuin. "Je zult waarschijnlijk halverwege naar beneden storten, maar je kunt dan op zijn minst zeggen dat je op een bezem hebt gevlogen." 

Ik staarde uit het keukenraam en keek glimlachend toe hoe George een demonstratie gaf aan Aiden die met ongelovige ogen naar de roodharige jongen voor hem staarde die laag over de grond vloog op zijn bezem.

Het voelde goed om de twee met elkaar te zien. Ik wist haast zeker dat het de twee ontzettend veel moeite kostte om in elkaars aanwezigheid te zijn, aangezien Jason altijd zoveel weg had van George, en Fred zoveel weg van Aiden, en misschien was dat ook de reden waarom meneer en mevrouw Weasley zo ontzettend dol waren op Aiden.

Een zucht verliet mijn mond aan de gedachte van Fred en Jason, en onbewust moest ik denken aan mijn peetouders, de ouders van Aiden, Lupin en Tonks, Professor Snape, Lavender-

Ik hield mijn adem in en sloot mijn ogen. Ik probeerde die gedachten zoveel mogelijk weg te drukken, bang dat ik zou gaan huilen- en dacht toen aan Draco.

"Audrey-?" Het was Harry zijn stem die mij wakker schudde en ik staarde hem met knipperende ogen verward aan. Zijn groene ogen stonden bezorgd.

"Ah- Harry!" probeerde ik zo opgewekt mogelijk te klinken en glimlachte zwakjes naar hem. 

Hij glimlachte terug en toverde toen iets vanachter zijn rug tevoorschijn. Het was een leren boek waarvan de kaft oud en beschadigd was. Ik staarde er niet begrijpend naar.

"Er is iets dat ik je moet geven- iets dat Dumbledore jou heeft nagelaten." zei hij toen waarnaar hij zijn hand naar mij uitstak en ik het boek langzaam van hem aannam.

"Dumbledore?" mompelde ik ongelovig terwijl ik het boek langzaam opende en besefte mij toen dat het geen normaal boek was, maar een dagboek.

Dit dagboek is eigendom van Ivana Lynn Anderson

Ik hapte naar adem en keek Harry toen ongelovig aan. "Maar dit is-"

"Inderdaad," zei hij zacht, zijn blik gevestigd op het opengeslagen dagboek in mijn handen. "Dit is het dagboek van jouw grootmoeder."

"Maar hoe komt Dumbledore hieraan?" mompelde ik verbaasd, maar bedacht mij toen wat Professor McGonagall had gezegd: "Albus was dol op haar."

"Audrey-" zei Harry zacht die mij met een gekwelde blik aanstaarde. "Er staat een profeet in het dagboek. Een profeet over jou."

"Over mij?" zei ik ongelovig terwijl ik opnieuw naar het dagboek in mijn handen begon te staren. De pagina's waren verkleurd door de jaren heen en ik zag her en der een scheur zitten, maar ondanks de verkleuring en de beschadigingen die het dagboek had waren de sierlijk geschreven letters nog altijd goed zichtbaar. Alsof een spreuk ervoor had gezorgd dat deze nooit zouden vervagen.

Harry haalde diep adem en nam toen het dagboek van mij over waarnaar hij een paar bladzijden omsloeg en hardop begon voor te lezen. "Er zal een dochter geboren worden, zij die duistere krachten zal kunnen bedwingen, maar het licht zal gaan dienen," begon Harry en ik voelde kippenvel ontstaan. "Zij zal de Uitverkorene volgen, maar het noodlot zal leiden tot een keus die haar op het pad van de duisternis zal brengen."

Ik bleef Harry met ingehouden adem afwachtend aanstaren. "Is dat alles?" zei ik hem, hopend op meer. "Is dat het enige?" Ik nam het dagboek van Harry over en staarde verward naar de uitspraak van mijn profeet.

"Ik denk dat Dumbledore de enige was die hiervan wist, op jouw grootmoeder na." zei Harry die een hand op mijn schouder plaatste. 

Ik bleef naar de letters staren en keek toen op in Harry zijn gezicht. "Voldemort moet hiervan geweten hebben," zei ik toen. "Hij dacht waarschijnlijk dat de profeet over mijn moeder ging," Ik zuchtte diep en sloot het dagboek met trillende handen. "Wie weten het nog meer?" 

Harry keek mij betrapt aan. "Toen ik het dagboek kreeg heeft Hermione mij geholpen de inhoud ervan te onthullen, zij en Ron zijn de enige die er toen van wisten. Dat is de reden geweest waarom wij jou hebben meegenomen uit Malfoy Manor, in de hoop de profeet een andere wending te kunnen geven."

"En de Weasley's?" vroeg ik zacht. 

Harry ontweek mijn blik. "Ik heb het ze verteld, dat was de enige manier om ze ervan te kunnen overtuigen dat jij ze nooit echt had willen verraden. Dit was slechts jouw lot, net zoals het de mijne was om te sterven."

"Maar dat was uiteindelijk niet jouw lot-" zei ik, niet zo goed begrijpend wat hij nu wilde zeggen.

Harry glimlachte zwakjes. "De profeet bedoelde niet dat ik moest sterven-" zei hij toen. "Slechts het gruzielement in mij. Het stukje van Voldemort in mij moest sterven."

En pas toen drong het tot mij door dat mijn profeet niet bedoelde dat ik het pad van Voldemort zou gaan volgen, maar enkel op zijn pad terecht zou komen om te leren mijn krachten te bedwingen, zodat wij uiteindelijk de diadeem van Rowena Ravenclaw konden vinden. 

"Ongeacht welke keus jij ook had gemaakt, had jij altijd bij Voldemort terecht gekomen. Dankzij hem heb jij geleerd om met de dood te kunnen praten. En dankzij jouw krachten hebben wij de diadeem kunnen vinden- en leeft Ginny nog."

Ik keek hem geschrokken aan. "Hoe-?"

"Ze heeft het mij verteld," Zijn ogen stonden meelevend en hij pakte voorzichtig mijn hand beet. "Ik ken jou langer dan vandaag, maar kwel jezelf alsjeblieft niet. Fenrir zijn dood was een ongeluk."

Ik slikte en keek weg van de jongen zijn groene ogen. "Het was geen ongeluk, Harry," Mijn stem was zacht. "Ik deed het bewust."

"Je hebt Ginny haar leven gered, dat is wat telt." Hij sloeg zijn armen om mij heen en trok mij in een knuffel, en ik was hem zo dankbaar dat hij na alles wat er was gebeurd, alle tegenslagen en breuken die onze vriendschap had doorstaan, hij nog steeds in mij was blijven geloven.

𝐋𝐞𝐭 𝐌𝐞 𝐆𝐨 [𝐍𝐋]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu