Die zelfde avond besloot ik de leerlingenkamer te verlaten. Eigenlijk mochten de leerlingen rond dit tijdstip niet meer door het kasteel wandelen, maar op dit moment gaf ik daar niets om. Mijn hoofd deed ontzettend veel pijn en de leerlingenkamer zat ontzettend vol met opgewekte leerlingen die niet konden slapen. Ook mijn slaapkamer werd nu bezet gehouden door Pansy en Daphne, en ik had nu echt geen zin om samen met die twee in één kamer te zitten.
Ik wandelde over de gangen van de begane grond en besloot ergens in een raamkozijn te gaan zitten. De maan scheen volop aan de hemel die helemaal vrij leek te zijn van wolken. Het had iets rustgevends om naar de maan te kijken. Het hing daar helemaal alleen, als enig lichtpunt in de duisternis. Er waren zelfs geen kleine, lichtgevende sterren om hem heen om hem gezelschap te houden. Het deed mij een beetje aan mijzelf denken en aan de situatie waarin ik mij nu bevond.
'Je kunt je niet voor eeuwig voor mij verstoppen,' Draco zijn stem drong mijn gehoorgangen binnen en ik schrok even, maar ik weigerde desondanks om te kijken. 'We moeten nog bespreken waar we de verdwijnkast kunnen vinden.'
Zonder pardon ging Draco tegenover mij zitten in het raamkozijn. Ik kon vanuit mijn ooghoek zien hoe ook hij uit het raam begon te staren. 'Ik zat zelf te denken aan een speciale kamer. Één die haast niemand kent. En jij weet volgens mij heel goed welke kamer ik bedoel.'
Nog steeds weigerde ik Draco aan te kijken. Ik wist inderdaad welke kamer hij bedoelde. De kamer van Hoge Nood. 'Je weet dat we rond dit tijdstip ons niet meer mogen bevinden op de gangen.' was het enige dat ik zei. Een hint dat ik hem niets zou vertellen.
'Maar je vergeet één ding: ik ben nog steeds Klassenoudste. Dus ik mag wel degelijk rond dit tijdstip door de gangen lopen.' Ik kon een kleine glimlach niet onderdrukken toen ik zijn wel bekende ondeugende toon hoorde. Ik keek om naar de blonde jongen die zijn ogen op mij gevestigd had.
'Audrey, ik moet weten hoe wij die kamer binnen kunnen komen,' zei hij mij toen weer ernstig. 'Anders zit er niets anders op dan de Dark Lord te melden dat jij niet meewerkt. En jij wat daarvan de gevolgen zullen zijn.'
Mijn glimlach verdween als sneeuw voor de zon en ik keek de jongen boos aan. 'Wanneer ga jij je weer eens gedragen als een normaal mens met gevoelens?!' barstte ik uit en sprong toen op uit het raamkozijn. Het werd mij nu allemaal even te veel. Ik kon er gewoon niet tegen hoe hij het ene moment deed alsof hij weer die lieve Draco was van vorig jaar, en het andere moment zich weer als een gevoelloze zak begon te gedragen.
Draco zijn gezichtsuitdrukking veranderde tevens niet en hij bleef mij enkel strak aankijken. 'Let op je toon.' zei hij mij dreigend.
'Het kan mij nu even allemaal niets meer schelen, Draco!' zei ik de jongen van streek. 'Ga je gang, gebruik de Cruciatus vloek weer op mij, dat heb je voorheen ook al meerdere keren gedaan. Het doet mij niets meer!'
En ik meende wat ik zei. Het begon mij allemaal steeds minder te doen. Hoe hij mij verried en hoe hij mij pijnigde en bespeelde. Het kon mij niets meer schelen. Draco kon mij eigenlijk niets meer schelen. Zijn gedrag jegens mij werd mij nu allemaal even te veel. Ik wilde de pijn niet meer voelen. Ik leefde misschien nog, maar van binnen was ik haast aan het dood gaan. Alsof ik bijna geen lucht meer kreeg, terwijl mijn lichaam vol zat met zuurstof.
Draco bleef echter ontzettend kalm en keek mij enkel strak aan. 'Jij wilt niet dat jouw ouders hier de dupe van worden. Dat zij moeten leiden door jouw stomme fouten. Dat verdienen zij niet. Jij bent de enige hier die moet leiden en je hebt het recht niet om anderen daarin mee te trekken.' Zijn woorden staken als ijskoude messen in mijn hart, want ik wist dat hij gelijk had. 'Dus vertel mij: hoe kom ik de kamer van Hoge Nood binnen?'
JE LEEST
𝐋𝐞𝐭 𝐌𝐞 𝐆𝐨 [𝐍𝐋]
Fanfiction𝐁𝐎𝐄𝐊 𝟐; Na het begaan van haar grootste fout keert Audrey terug naar Hogwarts als Dooddoener. Draco lijkt niet meer de jongen te zijn die zij voorheen zo goed kende en de band tussen de twee raakt gecompliceerder wanneer zij een grote missie kr...