41

229 8 1
                                    

Eleonora

We zijn alweer een paar dagen verder en ik begin de heat te voelen. Het zou helemaal geen probleem zijn als ik er klaar voor was, als ik überhaupt van hem hield. Maar nu? Ik vind hem heel leuk en lief ja... maar houden van? Dat is wat te vroeg. Ik weet dat dit nog een groot probleem gaat worden en ik ben er nog niet klaar voor.

Ik zit al zeker een uur voor me uit te staren in de zetel, als ik merk dat het gestommel en de onrust in het huis erger wordt met de minuut. Wanneer ik het niet meer kan verdragen zoek ik Simon op om te vragen wat er juist aan de hand is.

De maangodin staat me niet bij, integendeel. Ze wijst me de weg naar zijn bureau. Ik slik en open de deur. Abrupt stopt hij met praten tegen... Levi? Hij weer! "N-nora! Alles oke?" Dit is vreemd, ik heb hem nog nooit horen stotteren.

"Wat is er gaande Jay? Iedereen is aan het rond lopen en ik word er gek van." Hij zucht en komt op me afgelopen. Een meter voor me houdt hij halt, hij heeft duidelijk moeite met zich in te houden. "We worden aangevallen, door jouw moeder en je broer." Ik frons en kijk Levi aan. Die wendt zijn blik af en even zie ik schuld door zijn ogen flitsen.

"Waarom? Wat hebben we gedaan dan?" Opnieuw zucht hij, de rollen zijn blijkbaar omgedraaid. "Ze denken dat jij de titel van Luna wilt eisen in je oude roedel. Dus ze willen-" Ik slik en onderbreek hem. "Me vermoorden?" Hij knikt. "Is dat wat je bedoelde toen je zei dat ik nooit een Luna zal worden? Ik zal nooit een Luna van DAT pack worden?" Hij kijkt verbaast en fronst diep.

"Ja natuurlijk? Wat dacht je anders?... O..." Alsof hij het door heeft grinnikt hij en aait met zijn hand over mijn wang. "Gekkie, je word mijn Luna. Niet meer niet minder. Geen zorgen." Ik knik en haal voorzichtig zijn hand van mijn wang af. Ik ben dan wel geen wolf, ik heb het ook moeilijk met me in te houden.

"Maar nu moet je even goed naar me luisteren ja?" Ik knik, bang voor wat er gaat volgen. "Je gaat je verstoppen in een van de bunkers. Ik zou je aanraden die het dichts bij het bos, daar staan altijd wachters. Pas als het gevecht over is kom ik je halen." Ik weet dat hij geen tegenspraak duldt dus ik zwijg bedachtzaam.

Hij geeft me een kus op mijn voorhoofd en zonder dat ik het zelf doorheb trek ik hem in een omhelzing. "Tot straks?" Hij tilt mijn kin op en knikt. "Tot straks."

Bound to youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu