Hoofdstuk 2.1

160 24 25
                                    

Cassia stond voor de spiegel en keek naar de witte jurk die ze aan had. Met haar handen streek ze de stof glad. Een nerveuze glimlach verscheen op haar gezicht.

'Ik kan niet geloven dat je echt gaat trouwen, Cas...' Livia zat bij haar zus op bed en keek naar de jurk waar de jonge bruid zich in had gekleed. Cassia was altijd al knap geweest, maar vandaag had ze een extra beeldschoon tintje. Ze had lange krullende haren, die vandaag, voor haar speciale dag, waren opgestoken. Enkele plukken vielen nog langs haar gezicht naar beneden.

'Ik ook niet. Hoe lang we het hier al niet over hebben!' lachte ze. 'Het voelt zo onwerkelijk aan...' Dromerig streek Cassia opnieuw over de witte stof en draaide zich een kwartslag om, waardoor ze net de achterkant van haar jurk kon zien.

'Je ziet er prachtig uit. Net een prinses...'

Cassia lachte. Ze draaide zich naar Livia om en spreidde haar armen. 'Prinses Jael Benici tot uw dienst.' Ze maakte een kleine buiging. Livia lachte.

Ze sprong van haar bed af en stak haar hand uit naar Cassia. 'Mag ik deze dans van u, prinses?' Lachend legde Cassia haar hand in die van haar jongere zusje.

 'Mag ik deze dans van u, prinses?' Lachend legde Cassia haar hand in die van haar jongere zusje

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

De soldaten hadden niemand in Castella in leven gelaten.

De onbekende vrouw nam tegenover haar plaats in de koets. Ze deed Livia denken aan haar oudere zus. Cassia had dezelfde bruine haren en donkere ogen, maar hetgeen dat het meest overeenkwam, was dat deze vrouw alle aandacht naar zichzelf toe wist te trekken als ze een kamer betrad. Al was het het huis van de gouverneur geweest, zij was degene die met haar excentrieke uitstraling in het middelpunt van de belangstelling stond. Cassia had een eenzelfde gave gehad: Livia had de bijzondere rode haren, maar het was altijd Cassia die de aandacht van jongens trok.

De koets kwam in beweging. De vrouw wachtte totdat ze het landgoed van gouverneur Grimphan verlaten hadden voordat ze begon te praten. 'Ik ben Sabina,' vertelde de vrouw met weer dezelfde rustige stem die ze ook in de studeerkamer van de gouverneur had op gezet. 'En ik ben het hoofd van de Desalto.'

Livia probeerde haar verbazing te verbergen, maar slaagde hier niet in. Van de Desalto had ze vaak genoeg gehoord.

Jaren geleden, toen ze met haar vader en Cassia naar de markt in Larmondur was geweest, had de Desalto hier opgetreden. Cassia en zij hadden het geweldig gevonden: de zangers, dansers, acrobaten en zelfs magiërs – magie was niet wettelijk verboden in Rhâga, maar het was wel iets dat niet geaccepteerd werd. Maar wat wisten kleine kinderen hier nou van? Cassia en Livia hadden het gehele optreden hun ogen uitgekeken.

Diezelfde avond had haar vader zijn dochters apart genomen en ze op het hart gedrukt dat ze nooit met dit soort mensen in contact mochten komen. Ze verkochten hun lichaam, had hij gezegd. Destijds, als een kind van twaalf jaar oud, had Livia niet begrepen wat hij hiermee bedoelde, maar daar was door de jaren heen enige verandering in gekomen.

Feniks in de As [Kronieken van Rhâga #1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu