Hoofdstuk 18.1

105 16 25
                                    

In de vroege middag bereikten ze de reusachtige stad Pomtar, die groter was dan zowel Larmondur als Dragmar. Van veraf stond de karavaan al in de lange rij om de stad in te mogen. Enkele dagen voor het Lichtjesfestival wilde iedereen naar de stad waar het straks allemaal gebeurde.

Toen ze na uren van wachten eindelijk door de stadspoorten Pomtar betraden, zagen ze dat de vele versieringen voor het Lichtjesfestival – dat pas over drie avonden plaatsvond – al opgehangen werden. Zelfs al waren ze alles nog aan het opzetten, Livia kon de magie van de stad al voelen en ze kon niet wachten tot het Lichtjesfestival zelf.

Nadat ze eindelijk de grote stad door waren gekomen en de herberg hadden bereikt, werd hen geen tijd gegund om bij te komen van de lange reis. De rest van de middag hadden ze nodig om zich klaar te maken voor het eerste feest, dat plaatsvond in de ambtswoning van burgemeester Qichon.

Het moment dat ze zijn tuin betraden, werden ze overspoeld door verbazing. De ambtswoning was gelegen aan de rand van de stad, waardoor de tuin eindeloos ver uit kon strekken. De tuin trok door tot het in de verte de kliffen ontmoette die boven de zee uittorenden.

Teegan, die naast haar stond, haakte haar arm door die van Livia. 'We zeiden het toch: Pomtar is geweldig.'

Livia moest toegeven dat ze gelijk had.

Vele kleine tafeltjes waren opgesteld door de tuin. Sommige mensen aten hier, terwijl anderen zich op de dansvloer begaven die in het midden van de tuin was aangelegd. Helemaal in teken van het Lichtjesfestival, was de tuin gevuld met vele kleine kaarsjes en hingen er boven hun hoofd talloze kleine lichtjes. Onbedoeld verscheen er een glimlach op Livia's gezicht en verdwenen al haar zorgen.

'De Desalto!' werd er geroepen en een groot applaus zette op uit de menigte.

'Gedraag je netjes en beleefd,' deelde Sabina hen nog even mee, waarna ze de groep voorging de tuin in. Het Hoofd van de Desalto begon gelijk te praten met de eerste mensen die ze tegenkwam en voor vanavond waren de meiden vrij.

Teegan, die Livia's arm nog vasthad, trok haar lachend mee naar een tafeltje aan de zijkant van de tuin. Kenna en Selene volgden. De meiden waren alle vier gehuld in de mooiste jurken die ze hadden kunnen vinden.

Teegan droeg een lichtblauwe jurk en haar lange, witte haar viel in krullen langs haar gezicht. Kenna had een rode, uitdagende jurk aangetrokken en had haar haar opgestoken, waardoor haar open rug voor iedereen zichtbaar was. Selene had van Kenna een eenzelfde jurk gekregen, maar ze voelde zich hier niet comfortabel in en dus was ze gegaan voor een simpele, lichtgroene jurk. Livia zelf had een prachtige witte jurk aangedaan. Ondanks dat het haar deed denken aan haar vroegere trouwjurk, lukte het haar te genieten van de pracht van deze jurk.

De meiden gingen aan de tafel zitten en begonnen gelijk te eten van het voedsel dat hierop tentoongesteld was. Er lag van alles: fruit, vlees, groente... Het duurste eten uit heel Rhâga lag uitgestald voor haar neus.

'Dit is echt belachelijk,' lachte Livia. Wat onzeker pakte ze wat van het eten.

'Rijke mensen moeten ergens hun geld aan uitgeven,' lachte Selene.

Livia stopte het eten in haar mond en een frisse, zure smaak zette haar smaakpapillen aan het werk. Verbaasd door wat ze zojuist had opgegeten legde ze haar hand voor haar mond. Selene en Teegan moesten allebei lachen. Teegan opende zelfs haar mond om nog wat te zeggen, maar Kenna was haar net voor.

'Mateo!' schreeuwde ze luid. Ze hief haar arm en begon te zwaaien.

Livia fronste verward haar wenkbrauwen en draaide zich om. Een jongeman, met warrige donkerblonde haren, zwaaide terug en hij kwam hun kant opgelopen. De jongen kwam haar bekend voor en ze keek hem bedenkelijk aan.

Feniks in de As [Kronieken van Rhâga #1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu