Hoofdstuk 13.1

102 15 12
                                    

Livia lag die avond in haar bed en staarde naar de kleine envelop in haar handen. Haar kamer was nu eenzaam eng. Talia's bed bleef leeg en dat terwijl ze nu eigenlijk helemaal niet alleen wilde zijn.

Ze draaide de envelop om in haar handen.

Vandaag had ze deze eigenlijk aan de heer Alexander Bestian moeten geven, maar daar was nu niets meer van gekomen.

Ze had met Vita en nog enkele andere meiden een tijdje in de gemeenschappelijke ruimte gezeten, maar uiteindelijk was ze toe geweest aan haar rust. Dit was raar, want nu ze hier eenmaal was, was ze rusteloos en wilde ze dingen doen. Alles om ervoor te zorgen dat haar gedachten niet teruggingen naar het pijnlijke verlies van haar vriendin.

Ze keek weer naar de envelop, maar deze was niet beklad. Er was stond geen naam op en ook geen adres.

Zonder haar acties van tevoren door gedacht te hebben, kwam Livia overeind. Snel trok ze andere kleding aan. Ze had afleiding nodig. Om deze reden nam ze nu een keuze die ze op een ander moment niet zou hebben genomen en waardoor deze misschien bestempeld kon worden als "enigszins dom".

Zo stil mogelijk sloop ze de trappen af naar beneden en stapte ze de koude avondlucht in. Ze deed enkele stappen de straat op, maar bleef toen staan. Opnieuw keek Livia naar de envelop in haar handen. Waar moest ze naartoe?

Ze wist aan wie ze de envelop moest geven, maar ze had geen flauw idee waar de heer Bestian woonde. Het was haar plan geweest om dit aan mensen op straat te vragen, maar het was ondertussen al zo laat, dat niemand zich meer op straat begaf.

'Hulp nodig?'

Van schrik deed Livia een paar stappen achteruit. Het was een bekende stem, maar ze kon deze nog niet gelijk plaatsen. Ze merkte dat haar ademhaling versnelde.

Uit de schaduwen kwam Aeryn Selavan tevoorschijn. Met haar zwarte kleding was ze nog steeds amper zichtbaar.

'Wat ben jij van plan?' vroeg ze toen ze zag dat het Livia was. 'Moet jij niet in bed liggen en uitrusten?'

'Ik kan hetzelfde aan jou vragen,' zei Livia uitdagend. 'Wat doe jij op dit uur nog buiten?'

Er verscheen een kleine glimlach op Aeryns gezicht, maar ze gaf geen antwoord. Aeryn was geen persoon die veel deelde. Misschien met haar broer, maar al helemaal niet met iemand als Livia.

Opeens ging het door haar heen dat ze de envelop nog in haar handen had. Heel rustig en onopvallend probeerde ze de brief achter haar lichaam te verstoppen. De glimlach op Aeryns gezicht werd groter; natuurlijk had ze de envelop al gezien.

'Ah,' zei ze zachtjes, 'maar weet je waar die man woont?'

'Nee,' antwoordde Livia, 'maar ik dacht dat ik het misschien aan iemand hier op straat kon vragen.'

Geamuseerd keek Aeryn haar aan. 'Klinkt goed.' De vrouw wilde langs haar heen de herberg inlopen, maar Livia wist dat ze het niet in haar eentje kon, zeker niet nu de straten verlaten waren. En stel dat ze iemand kon vinden, was het dan veilig?

'Wacht,' zei Livia zachtjes, net voordat Aeryn langs haar heen kon stappen. De jonge vrouw bleef staan. 'Weet jij waar hij woont?'

Met een grote glimlach keek Aeryn op. 'Kom mee,' fluisterde ze en de vrouw begon te lopen. Voor een enkele seconde ging het door haar heen dat dit nog wel altijd Aeryn Selavan was, de meest gevreesde huurmoordenares uit het land, dus ze wist niet of haar volgen de meest verstandige keuze was. Deze gedachte zette ze snel uit haar hoofd. Aan de andere kant was Aeryn ook degene die haar het best kon beschermen.

Aeryn was nog altijd gekleed in haar gebruikelijke kleding, volledig in het zwart en natuurlijk met een broek. Ze had haar haar half opgestoken, waardoor haar gezicht vrij bleef en ze alles om haar heen in de gaten kon houden met haar heldere blauwe ogen. Ook had ze haar hand op haar zwaard liggen, zodat ze gelijk aan kon vallen als er gevaar was.

Feniks in de As [Kronieken van Rhâga #1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu