Hoofdstuk 23

106 15 23
                                    

Tegen zonsondergang voer het schip van de Desalto de haven van Yta binnen. Een magische gloed viel over de stad. De zon, die al bijna achter de horizon was verdwenen, zorgde voor een oranje tintje op de marmeren witte huizen en hetzelfde gebeurde met de heldere blauwe wateren. Heel even was Livia haar zorgen vergeten en keek ze naar de stad die op het water lag.

De stad was gebouwd op een schiereiland, maar de stad was zo snel gegroeid, dat men creatief had moeten worden. Alhoewel magie een omstreden onderwerp is in Rhâga, is de stad op deze manier verder uitgebreid. Hoe anders kon een gehele stad blijven drijven?

Toen het schip de haven binnen voer, begonnen de mensen die zich op de steigers hadden verzameld te klappen en te juichen. Een oorverdovend enthousiasme zette op uit de menigte. Nog geen enkele keer hadden ze zo'n groot ontvangst gekregen.

Met grote ogen keek ze naar haar vriendinnen, die met een grote glimlach op hun gezicht naar de menigte keken. Kenna merkte haar verbazing op.

'In Yta gelden andere regels,' verklaarde ze lachend.

Ergens was haar verbazing misschien overdreven. De magie van Yta paste wel bij de Desalto.

Tientallen soldaten stonden opgesteld op de steigers om ervoor te zorgen dat de boot veilig kon aanmeren. Een enkele vrouw probeerde in hun richting te komen, maar zij werd door de soldaten teruggeduwd in de menigte.

Tussen de boot en de steiger werd een plank gelegd en Sabina was de eerste die van de boot stapte. Ze hief haar hand en zwaaide naar de mensen die zich vanavond hier hadden verzameld om hen te begroetten. Er stond een grote glimlach op haar gezicht, die in de komende paar uur nog niet van haar gezicht zou verdwijnen.

Sabina was hiervoor geboren.

Het Hoofd van de Desalto liep de plank af en werd door een soldaat de steiger op geholpen. Ze liet haar hoofd zakken en maakte een diepe buiging. Livia had het nog niet eerder gezien, maar tussen de menigte stond een man met duurde, kleurrijkere kleding dan de rest. Boven op zijn hoofd fonkelde er een kroon van goud en diamant.

Dit was Alexander Koshura.

De koning van Velantre.

De koning spreidde zijn armen en liep naar het Hoofd van de Desalto. 'Mijn dierbaarste Sabina,' sprak de koning luid. Het geluid stemde weg en iedereen werd muisstil. Sabina stak haar rechterhand uit en de koning kuste deze. 'Het is goed u weer onder ons te hebben. Yta heeft u gemist.'

'Het is een eer om weer terug te zijn, uwe majesteit.' Sabina, met haar elegante en prachtige uitstraling, paste precies in deze wereld. Dit moest zijn wat ze wilde, besefte Livia maar al te goed.

Status en aanzien.

Het was de reden waarom ze de Tour niet had afgeblazen na Larmondur. Als Sabina ergens van genoot dan was het om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Ze had dit niet kunnen missen.

De rest van het gezelschap stapte ook het schip af en het applaus zette weer op uit de menigte.

Livia wist niet goed hoe ze hier op moest reageren. In de andere steden waren ze met respect behandeld, maar tot op een zekere hoogte. In Yta daarentegen waren ze gerespecteerde artiesten, die geliefd en populair waren onder de bevolking.

'Je gaat je nog wel over meer dingen verbazen deze week,' fluisterde Kenna in haar oor terwijl ze via de loopplank de steiger opstapten.

Sommige jongens en meiden zwaaiden naar het publiek, anderen konden alleen maar verlegen glimlachen. Livia behoorde tot die laatste groep, terwijl Kenna met een grote glimlach op haar gezicht naar mensen aan het zwaaien was.

Feniks in de As [Kronieken van Rhâga #1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu