Hoofdstuk 29

117 15 47
                                    

Livia kwam trillend overeind en strompelde naar de deur om deze op slot te doen, maar ze kreeg geen grip op de sleutel.

Vloekend draaide zich met de rug naar de deur toe en ze liet zich huilend naar beneden zakken.

Haar ademhaling versnelde toen ze naar haar handen keek. Door de grote hoeveelheid bloed waren twee grote sneeën zichtbaar. Haar handen kon ze niet meer bewegen.

Ook vanuit haar nek voelde ze nog wat bloed naar beneden glijden.

Ze haalde een paar keer trillend adem en ze keek op naar het lichaam van Damien, dat op haar bed lag. De scherpe punt van het zwaard stak uit zijn lichaam en was omhuld met de rode kleur van bloed.

Hoe had ze hier levend uit kunnen komen?

Een snik kwam uit haar mond en deze werd al snel gevolgd door een ander. Haar ademhaling versnelde toen ze het levenloze lichaam van Damien aanschouwde. Wat als dit lichaam hier gevonden werd?

Generaal Tomaso kon ondertussen iedereen al over haar krachten hebben verteld.

Livia zat voor haar deur en durfde zich niet te verroeren. Minuten gleden voorbij en veranderden in uren.

Ze bleef angstig op haar plek, bang voor de toekomst.

Pas toen er op haar deur werd geklopt, kwam ze voor het eerst weer in beweging. Ze legde de rug van haar hand tegen haar mond en probeerde geen geluid te maken. Ze sloot haar ogen en voelde hoe de warme tranen over haar wangen naar beneden gleden.

Ze had weg moeten rennen. Ze had haar kans moeten pakken en dit kasteel moeten verlaten. Wat maakte het uit dat Sabina haar kon vinden, dat risico was ze bereid te nemen.

Bij de Goden, ze had een man vermoord...

'Livia?' Het was Aeryns stem, maar ze durfde zich niet te verroeren.

Zelfs Aeryn kon ze niet onder ogen komen. Eerst... Eerst moest ze dit oplossen...

'Livia?' De vrouw probeerde haar stem normaal te houden, maar er was een dringende ondertoon merkbaar.

Het bleef opnieuw stil.

Voor een enkele seconde had ze de hoop dat ze weg was gelopen, maar gelijk daarna voelde ze hoe de deur werd opengeduwd. Livia wilde tegenstribbelen, maar ze werd gemakkelijk opzij geduwd.

Aeryn kwam met haar broer de kamer in, waarna ze vloekte en richting het bed liep.

Sean was degene die Livia opmerkte. Nadat hij de deur zorgvuldig had gesloten, knielde hij bij haar neer.

Ze wendde haar hoofd af. Ze kon hem nu niet onder ogen komen, maar dat was ook niet nodig. Zonder iets te zeggen sloeg Sean zijn armen om haar heen.

'Nee,' huilde ze. Ze probeerde weg te komen, maar Seans stevige armen hielden haar vast en zorgden ervoor dat ze geen kant op kon.

'Rustig maar,' fluisterde hij geruststellend.

Ze ademde zijn bekende geur in en haar vermoeide lichaam gaf het tegenstribbelen op. Ze gaf toe en legde haar hoofd huilend op zijn schouder. Voor het eerst in uren werd ze rustig.

'Wat is hier gebeurd?' hoorde ze Aeryn vragen en haar voetstappen galmden door de kamer.

'Aeryn,' zei Sean opeens tegen zijn zus. 'Ga even water, ontsmettingsspul en verband halen.' Er was nog geen beweging hoorbaar. 'Nu,' droeg Sean haar dringend op. Er kwam geen tegenspraak meer en Aeryn verliet de kamer. Sean versoepelde zijn grip en keek Livia met grote, angstige ogen aan. 'Kan je staan?'

Livia keek naar hem op en knikte.

Terwijl ze trillend overeind probeerde te komen, werd ze door Sean ondersteund. Hij bracht haar naar de bank, waar hij haar heel voorzichtig neerzette.

Feniks in de As [Kronieken van Rhâga #1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu