Hoofdstuk 49

821 34 0
                                    

10 minuten later staan we nog steeds in dezelfde positie. "wil je vertellen wat er is?" Ik haal mijn schouders op. "ik weet niet wat er is" snik ik terwijl Harry rondjes over mijn rug wrijft. "ik raakte in paniek, zonder reden." Harry drukt me nog strakker tegen hem aan terwijl. "ik denk dat alles een beetje teveel voor je word" fluistert hij, terwijl hij zachtjes over mijn kale hoofd wrijft. ik knik zacht. "ik denk het" zucht ik terwijl de tranen blijven stromen.

"Zou het geen goed idee zijn als je in therapie zou gaan?" Mijn ogen worden groot en bang kijk ik hem aan. "t-therapie?" Harry knikt. "misschien is het fijn om te praten over je angsten" ik schud mijn hoofd. "nee Harry, ik wil niet over mijn problemen praten met iemand die ik niet eens ken" zeg ik terwijl ik mijn gezicht weer in zijn shirt druk.

"Wil je dan met mij over je angsten praten?" Vraagt hij na een poosje. ik haal mijn schouders op, maar knik dan toch. "maar niet hier" "buiten?" Ik schud mijn hoofd. "ik mag niet naar buiten" mompel ik tegen zijn shirt. "waarom niet?" Vraagt Harry geïnteresseerd. "De chemo's en bestralingen, vernietigen niet alleen de kanker cellen maar ook de goede cellen de ik nodig heb voor bijvoorbeeld mijn gezondheid. Daardoor is m'n weerstand verschrikkelijk slecht. Ik mag waarschijnlijk niet eens zo dicht bij je staan. En ze houden het in de gaten als ik mijn kamer verlaat " Harry wrijft over mijn rug en en plaatst een kusje op mijn hoofd. "ik weet iets, wacht hier bij Tim en ik ben zo terug" hij laat me rustig los en pakt mijn hand. hij loopt naar Tim's bed en geeft mijn hand aan Tim. "let even op haar, ik ben zo terug" ik hoor niet veel later de deur open en dichtslaan.
Ik ga op het randje zitten van Tim's bed en kijk hem aan. "wat is er allemaal aan de hand" vraagt Tim terwijl hij zijn hand op die van mij legt. ik schud mijn hoofd. "ik ben alles gewoon zat" zeg ik simpel. hij knikt begrijpelijk. "ik heb ook zo'n periode gehad" vertelt Tim. "echt?" Vraag ik ongelovig. "ik ben naar een therapeut gegaan" ik zucht. "maar dat wil ik niet Tim" hij knikt begrijpelijk. "ik snap het, het is moeilijk om te praten met mensen die je niet kent." "precies" zucht ik.

"Hoe gaat het eigenlijk met je?" Vraag ik na een poosje. hij haalt zijn schouders op. "het gaat de laatste tijd wel wat beter misschien mag ik volgende week 2 dagen baar huis." ik glimlachen zeg dat ik blij voor hem ben.

Na 10 minuten hoor ik eindelijk de deur open gaan. tot mijn verbazing word er een rolstoel binnen gereden. niet veel later verschijnt Harry met een grijns op zijn gezicht. "kom" zegt hij. hij pakt mijn jas van de kapstok en loopt er mee naar mij toe. ik trek hem aan rits hem goed dicht. kou vatten is nu wel het laatste wat ik wil. Ik sla mijn sjaal om mijn nek en richt me weer op de rolstoel "wat met die rolstoel?" Vraagt ik aan Harry doe nog steeds een enorme grijns op zijn gezicht heeft. "nou kijk, ze houden jou in de gaten. maar dat kunnen ze niet doen als ze je niet herkennen. dus jij gaat in deze rolstoel zitten en zet deze pruik op." zegt hij en houd een licht blonde pruik in de lucht die het model van een boblijn heeft. mijn ogen worden groot. "waar heb je die pruik vandaan?" "Weet je waar de wachtkamer is?" Vraagt Harry. ik knik. "nou daar heb je dus een speelhoek en daar lag hij tussen" zegt hij nonchalant. ik grinnik en schud zachtjes mijn hoofd. "nou kom zitten" zegt hij en wijst baar de rolstoel.

Na een kwartiertje komen we eindelijk in het parkje naast het ziekenhuis. Niemand had iets gemerkt, maar een paar mensen keken me wel raar aan toen ze mijn pruik zagen.
Ik stap uit de rolstoel en loop samen met Harry naar het grasveldje toe. we stoppen bij een boom, Harry laat de rolstoel staan en gaat tegen de boom aan zitten. hij spreid zijn benen een stukje en wenkt dat ik er tussen moet komen zitten. ik trek de speelgoed pruik af en neem plaats tussen Harry's benen. mijn hoofd laat ik rusten op zijn borst en ik sluit mijn ogen.
"Nu kan je praten" zegt Harry een poosje later. ik knik zacht maar blijf stil. "mag ik iets vragen?" Vraagt Harry dan maar. "ja" antwoord ik. "Toen zayn en Louis zaterdag op bezoek waren zei je :' ik had 40 procent kans om te overleven, maar ik heb gehaald ,jammer genoeg '." Hij zucht even. "waarom? Waarom is dat jammer?" Vraagt hij streng. Ik slik en haal diep adem.

"omdat ik alles zat ben Harry. ik ben de chemo's zat, ik ben de bestralingen zat, ik ben het ziekenhuis zat, ik ben de angst zat, en ik ben deze klote ziekte zat! Er zijn zoveel mensen en net ik moet dit hebben!" Roep ik gefrustreerd. "Hoe bedoel je 'de angst'?" Vraagt hij terwijl hij me dicht tegen zich aan drukt.
"De angst dat ik elk moment kan overgeven, de angst dat er uitzaaiingen zijn, de angst voor nieuwe behandelingen, de angst voor bloedingen... en de angst dat ik nog zieker word. want Harry, ik kan dit al bijna niet aan. maar als het zo door gaat, word ik alleen maar zieker. ik zal niet eens meer normaal een trap op kunnen lopen. ik zal altijd extra zuurstof met me mee moeten nemen met van die slangetjes in mijn neus, waar ik ook naartoe ga. en ga zo maar verder. en om eerlijk te zijn Harry, wil ik dit leven niet, ik ben er klaar mee. klaar om in angst te leven. Ik wil los gaan net als iedereen maar ik kan het niet.
Het enigste waarvoor ik wil blijven ben jij. en ik weet het, het klinkt vast egoïstisch maar ik vind het jammer dat de operatie geslaagd is. omdat ik dit leven niet meer wil leven." Harry is een stil maar begint dan toch met praten. "dus je wil eigenlijk dood?" Vraagt hij bang. ik schud langzaam mijn hoofd. "Nee, wees maar niet bang dat ik zelfmoord pleeg of mezelf pijn ga doen. ik wil niet dood, ik wil gewoon een ander leven. Jij bent de enige reden dat ik dit nog volhoud"

"Vrijdag nacht" zegt hij opeens. "Wat bedoel je?" Vraag ik verward. "Weet je nog dat ik voor de operatie zei dat ik je alle mooie dingen in de wereld zou laten zien?" Ik knik. "dat meen ik, als je beter bent laat ik je alle mooie, leuke en gekke dingen zien. we gaan samen studeren. daarna zoeken we een baan. we gaan fulltime werken zodat we veel geld bij elkaar sparen.
en dan, dan gaan we samen op reis, ik laat je alle mooie plekken van de wereld zien, ik laat je alle gekke dingen doen die er zijn.
En als we dan aan de andere kant van de wereld wonen, in een mooi huis of appartement dan nemen we een kindje, ons kindje. en als je dan op de bank zit met ons kindje, dan vertel je hoe sterk je bent geweest, hoe je de kanker hebt overwonnen, zie je dat al voor je?" Ik knik zacht en er rolt een traan over mijn wang. Harry pakt mijn hand en stevig vast.

"Blijf vechten, voor jezelf en voor mij, want er zijn nog zoveel mooie dingen die ik je wil laten zien" ik draai me half om en kijk Harry aan.

"ik zal voor je blijven vechten Harry, voor onze toekomst"

you're my drug.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu