hf20

334 15 4
                                    

We waren nog steeds onderweg, voor mijn gevoel al 2 uur. Mijn maag knoort, ik heb honger. Ik zeg: gaan we zo even wat eten, ik heb honger. Philip zegt: jaja. We gaan de snelweg af, langs de 'mac drive'. Philip zegt: wat wil je? Uhm doe maar een happy mew.  De man bij wie we het bestellen praat Belgisch. Huh? Zijn we in België? Shit! De man zegt: rij maar door, daar kunt u uw bestellingen ophalen. We halen onze bestellingen op en zetten onze auto ergens neer, we gaan ons eten in de auto op eten. Ik vraag: zijn we in België? Marcel zegt: ja, daar zijn we. Philip zegt: zie je, je komt hier nooit meer weg. Ruben zei een keer tegen me trust nobody, bedoelde die dat ik hem ook niet kon vertrouwen. Ik weet niet of hij te vertrouwen is. Misschien spreken Philip en Marcel de waarheid over Ruben, of ze zeggen maar wat om mij bang te maken, ik weet het even niet meer. Inmiddels hebben we ons eten op, Philip start de auto, we gaan weer verder rijden, ik weet niet waar naar toe. Ik kijk uit het raam, ik zie allemaal bomen, die heb ik de laatste tijd wel genoeg gezien. Ik zie op de snelweg borden van een hotel. Uiteindelijk nemen we een afslag zodat we niet meer op de snelweg rijden. En ja hoor, een hotel. Het is niet groot, en niet klein, gewoon normaal. We stappen de auto uit, ik voel aan mijn benen dat ik lang in de auto gezeten heb, ik rek me uit, ik moet gapen. We lopen naar het hotel, nou lopen, ik word gedwongen, ik word onder schot gehouden. We lopen naar binnen, ik hou van deze geur. We gaan ons melden bij de balie, en vragen of er nog 2 kamers vrij zijn. Dat zijn er. Ik kijk de man achter de balie in zijn ogen aan, hij ziet wat aan me, misschien herkent die me van het nieuws, ik hoop het. Hij geeft de sleutels van onze kamers, en we lopen er naar toe. Philip zegt dat die even weg gaat. Dus ik, de vrouw en Marcel lopen naar onze kamers toe. De vrouw zegt: ga jij maar met Philip. Oke zegt Marcel. Ik en de vrouw lopen onze kamer in, Marcel is de andere kamer ingegaan. Ik loop gelijk naar de wc en ga wat water drinken, ik heb zo'n dorst. Na een tijdje word er op onze deur geklopt, de vrouw doet open, het is Philip, de vrouw laat hem binnen. Hij heeft een pyama, een broek, een shirt en ondergoed in zijn hand. Hij zegt: voor jou. Ik pak het uit zijn handen en leg het op het bed neer, hij blijft me aankijken. Ik fake me glimlach, en lach ondankbaar. Philip loopt weer weg. Hoelaat is het? Vraag ik. De vrouw zegt: uhm, even kijken, het is 9 uur. U lijkt me best een aardige vrouw, en dan ontvoerd u me, zeg ik. De vrouw is stil, maar uiteindelijk zegt ze: kom is met je oor. Ik ga dichterbij zitten, en ze fluitsert: ik word gedwongen dit te doen, ik wil het ook niet. Maar hoe ken je ze dan? Vraag ik. Ik kreeg allemaal Dreig briefen van ze opgestuurd, ik was bang, dus ik beantwoordde ze. En op een dag stonden ze voor me deur en namen me ze mee. Awh, wat erg voor u, zeg ik. Kunt de politie niet bellen? De vrouw zegt met een glimlach: Shtttt, praat wat zachter. Owh, sorry, hahah, zeg ik. Nee, ik kan de politie niet bellen, hoe graag ik het ook wil, hun kunnen zien met wie ik gebeld heb. Ik kan wel met een andere telefoon bellen, maar niet met de mijne, zegt de vrouw. Maar doe maar je pyama aan, en ga maar lekker slapen, zegt de vrouw. Ik vraag: mag ik nog even douche? Ja, doe maar snel, zegt de vrouw. Ik pak mijn ondergoed en mijn nieuwe pyama wat ik van Philip heb gekregen, en stap de douche in. Ik stel de douche lekker warm in, en denk even na over mijn leven. Ik moet huilen, ik denk aan mijn moeder, nu weet ik zeker dat het goed komt. Bedroog Ruben me de hele tijd? Waar zal die nu zijn? Zou die bij Philip ze clubje horen? Zoval vragen, maar op niks heb ik een antwoord. Uiteindelijk ben ik klaar met douche, weer lekker fris na al die dagen. Ik doe mijn ondergoed en mijn pyama aan en ga naast de vrouw in bed liggen. Truste, zeg ik. Slaap lekker, zegt de vrouw.

ontvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu