Ik keek om, ik zag niks ik hoorde niks. Waar was Ruben?! Het was stil, opeens hoorde ik wat. Ik voelde een hand op mijn schouder. Ik schrok me rot, ik keek achterom en gelukkig het was Ruben. Ik schrok me rot joh! Ruben moest lachen. Kom Michelle we gaan dit bos uit, dan gaan we opzoek naar hulp fluisterde Ruben. We begonnen voorzichtig te lopej , we hoorden ze niet meer en we zagen ze ook niet meer. Michel ik zie een huis! Ja daar! We liepen er naar toe, maar er was niemand te bekennen. Inmiddels was het al donker, maar we waren nog steeds in het bos. Het was een groot bos, maar wel een mooi bos. We gingen zitten. Ik ging om me heen kijken, er stonden grote bomen, maar helaas, nergens zag ik niets anders dan bomen. Jawel dit huis maar er is niemand. Ruben, wat moeten we doen? Hoe bedoel je? Nou, als er niemand komt die ons kan helpen, we overleven het niet zonder eten en drinken. Jawel we overleven het wel. Nee Ruben we overleven het niet, straks komt er echt niemand die ons kan helpen, en we kunnen wel blijven lopen maar dan gaan we dood als dat zo lang duurt! Zei ik schreeuwend. Michelle, doe rustig. Ik beloof je het komt goed, we gaan niet dood. Ik was aan het huilen, Ruben gaf me een knuffel. Ik heb geen idee hoelaat het is, het is wel al heel donker. Ik mis mijn ouders zo erg, er rolde een traan over mijn wang. Ik wou gewoon naar huis, gewoon in mijn bed liggen, niet bang zijn, weten dat er niks kan gebeuren, maar ik ben in een bos daar kan van alles gebeuren. Ik werd wakker het was ochtend, we waren in slaap gevallen. Ik wou Ruben wakker maken, maar die was er niet. Het was vast een van hen. Verrader, dacht ik in mijn hoofd. Ik was woedend! Nu sta ik er in mijn eentje voor, dan kan ik wel gelijk dood gaan. Ik hoorde iets, het kwam uit de bosjes vandaan, het was Ruben. Ik was zo opgelucht! Ik was boos op hem. Waar was jij? Ben je boos? zei hij. Ja, vind je het gek. Ik word wakker en je bent er niet, wat moet ik dan wel niet denken. Sorry, het spijt me, ik heb daar een riviertje gevonden en wat water voor ons gehaald. Het was even stil, nee het spijt mij, Ik ben ook veel te bang. Hij moest lachen en gaf het water aan. Michelle als we straks weer gaan lopen dan lopen we langs de rivier, misschien zijn we vandaag nog uit het bos. Oke, en ik dronk me water op.
JE LEEST
ontvoerd
HorrorDit boek gaat over een meisje genaamd Michelle. Als ze over straat richting haar huis loopt, stopt er een auto naast haar. Een vrouw vraagt naar haar de weg naar het bos. Michelle legt het uit. De vrouw kan het niet in haar hoofd onthouden, Michelle...