Hoofdstuk 30 "aangifte

257 7 2
                                    

We zitten met zijn drieen in een kamer, er mocht maar 1 van mijn ouders bij zijn dus mijn vader, ik en een man waarbij ik aangifte moet doen.

De man stelt zich voor, wij stellen ons zelf ook voor. Ik zeg dat ik aangifte kom doen omdat ik ontvoerd ben. De man zegt: oke, wil je alsjeblieft het hele verhaal vertellen? Ja, zeg ik. Ik begin te vertellen: ik liep richting huis, want ik had boodschappen gehaald voor het avond eten. Dus ik liep richting huis, en in de verte zag ik een auto komen aanrijden, deed me niks. Maar op een gegeven moment gaat de auto steeds langzamer rijden, en als de auto naast mij is toen stopte die. De man vraagt: welke kleur was de auto? Volgensmij zwart. Weet je het zeker? Zegt de man. Ik twijfel even, maar uiteindelijk zeg ik nee. De man noteert alles wat ik zeg. Ik wacht even en dan zegt de man: oke, ga maar verder. Ik ga verder met mijn verhaal. De auto stopte dus toen die langs mij reed. Er zat een vrouw in, ze vroeg of ik de weg naar het bos wist. Toen ging ik de weg vertellen naar het bos. Ze zei dat ze het niet zo uit haar hoofd kon onthouden, en vroeg if ik mee kon rijden. Ik zei dat dat wel kon. De man vroeg: hoe zag de vrouw eruit? Ze had bruin haar en groene ogen, zover ik me nog kan herrineren. De man zegt: en haar naam? Die heeft ze nooit verteld, maar Philip van der berg die opgepakt is die zegt dat ze "Florantina Maldini" heet. Okee, zegt de man. Hij noteert het en geeft een teken dat ik verder mag gaan. Dus ik stapte in de auto. De vrouw zei niks, helemaal niks. Ik ben de weg aan het vertellen. Op een gegeven moment zeg ik dat we hier naar links moeten, maar ze ging rechtdoor. Op dat moment wist ik dat dit niet goed kon zijn. En owja, voor dit gebeure toen ik uit school kwam werd er aan gebeld toen ik thuis was, ik deed open maar er stond niemand. Ik zag een man in een auto weg rijden, hij keek mij met grote ogen aan. De man die in zijn auto wegreed heet "Philip van der berg". Maar die is dus al opgepakt. Toen deed ik de deur dicht, ik zag een envelop op de deurmat liggen. Ik nam hem mee naar de woonkamer en maakte hem open. In die envelop zaten allemaal foto's van mij in dat ik aan het fietsen was enzo. Dat was er dus eerder op die dag gebeurd. Maar ik zat dus in de auto en ik kon er niet uit want de vrouw heeft de auto deuren op slot gedaan. Ik keek in de auto spiegel boven mij en daarin zag ik dat Philip op de achterbank lag, toen die zag dat ik naar hem keek kwam die overeind en hield die mij onder schot. We reden naar een tankstation Philip ging tanken. Ik zei dat ik moest plassen, Philip zei dat ik niet kon ontsnappen. Ik ging dus plassen, ik liep naar de wc en Philip hield me onder schot. Ik zat een minuutje op de wc, toen deed ik de deur weer open en liep ik naar buiten. Waar alleen Florantina Maldini nog stond, (als ze zo heet dan). Ik vroeg waar Philip was. Ze zei dat hij op de wc zat. Florantina had geen pistool dus ik had een kans om te vluchten. Ik begon te rennen, ik had geen idee waar ik heen kon gaan dus ik ben het tankstation in gerend. Ik zei snel tegen de man achter de balie dat ik ontvoerd was en ik vroeg of ik me ergens kon verstoppen. De man zei: volg mij maar. Ik volgde hem naar een kamertje, toen we bij dat kamerje aan waren gekomen deed hij de deur open en zei: dames voor. Ik ging voor, de man duwde me de kamer in en deed de deur opslot. Ik denk dat hij bij de mannen hoorden. Of misschien was hij omgekocht of zoiets. Maar in dat kamertje stond een doos, ik schoof de doos weg en daar zat een groot gat in de muur. Opeens kwam er een arm door heen. Het was een gespierde arm. Ik pakte de hand aan en ik kroop door het gat heen. Er stond een jongen van mijn leeftijd. Hij was mooi en had bruin haar enblauwe ogen. Zo vertelde ik mijn hele verhaal wat er gebeurd was. En ik had besloten toch alles over iedereen te zeggen want ze zouden er toch wel achter komen. En misschien vinden ze Ruben dan ook wel. Ik heb ook gezegd dat hij me lief noemde. Ik hoop dat ze hem snel vinden. En dat ze naar hem gaan zoeken. De man zegt: oke, we zijn nu klaar, jullie mogen gaan. Mijn vader glimlacht en geeft hem een hand, ik volg zijn voorbeeld en we lopen uit de kamer.

ontvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu