Hoofdstuk 29

215 6 3
                                    

De deur van het andere kamertje bij het raam ging open. Er liep een man naar binnen, ik durfde niet meer te kijken, ik draaide me om. De vrouw zegt: neem je tijd. Ik zucht een keer heel diep in en uit, en daar gaat die dan, ik draai me om. Eerst kijk ik naar zijn schoenen. Hij heeft zwarte nikes aan. Dan kijk ik naar zijn broek. Volgensmij houdt die van donkere kleuren, want hij heeft een donker blauwe spijkerbroek aan. Ik kijk nog iets naar boven. Hij heeft een grijs vest aan. Voordat ik naar zijn hoofd kijk draai ik mij nog 1 keer om en vraag: kan hij mij echt niet zien? Nee, wees niet bang, zegt de vrouw met een glimlach. Ik zucht nog een keer heel diep in en uit. Nu moet het gebeuren, ik kijk me om en... Ik bestudeer zijn gezicht. Dan kijk ik in zijn ogen. Wow, ik schrik. Ik weet niet hoe maar hij keek me in mijn ogen aan. Ik draai me snel om en zeg tegen de vrouw: u zei dat hij me niet kon zien! Dat is ook zo hij kan je ook niet zien. Maarr.. Maarr.. Maaarr.. Hij keek me aan, zeg ik stotterend. Dat kan niet, zegt de vrouw zo besloten mogelijk. Ik zeg: pap, mam, het is echt gebeurd! Hij keek me echt aan! Mijn ouders zeggen: wij geloven je lieverd! Mijn ouders leggen hun hand op mijn knie, en troosten me. De vrouw zegt: en, is het hem? Ja, het is hem, volgensmij zei die een keer dat die Philip heette. Wat fijn dat die opgepakt is! Zegt de vrouw vriendelijk. We gaan nu het gesprek met hem voeren, wil je erbij zijn? Ja, maar ik wil niet dat hij me aanraakt. Nee dat gaat niet gebeuren.

We zitten met zijn vieren aan een rechthoekige tafel. Mijn ouders mochten niet mee, die staan vanuit het raam te kijken. Er staan 4 glazen water, 1 glas voor mij, 1 glas voor de vrouw, 1 glas voor philip en 1 glas voor de advocaat van philip. Die heeft die wel nodig. De vrouw zegt: zo jij weet vast wel wie Michelle is. Philip blijft stil. De vrouw fluistert in mijn oor: misschien is het beter als jij gaat praten, misschien praat phi lip dan wel. Ik knik. Ik zeg: hoezo heb je mij ontvoerd? wat wou je er mee bereiken? Hij kijkt me aan. Ik schrik een beetje, ik was te enthousiast bezig. Ik kijk hem weer aan. Hij heeft een vies glimlachje op zijn gezicht. Hij zegt: ik was in mijn auto aan het rijden, ik zag je fietsen. Je zag er niet verkeerd uit. Ik maakte foto's van je. En toen was ik je gevolgd. En de rest weet je denk ik zelf wel. Maar uhm, je moet niet denken dat je het enigste meisje bent bij wie "we het gedaan hebben. Wacht, zeg ik. Wie is "we? Hahaha, hij lacht. Dat wil je wel weten he, nou zou ik het dan maar vertellen. "We is: ik Philip van der berg en Florantina maldini. Ik denk bij mezelf, dat is die vrouw. Is dat die vrouw, de vrouw die haar naam niet zei. Philip zegt: ja en nu weet je de naam. Ik geloof niks meer van het verhaal. Ik zeg: en zeg nu maar het hele verhaal opnieuw maar dan de waarheid! Philip zegt: haar eind doel wat ze hier mee wou bereiken heeft ze nooit tegen mij verteld, dus ik weet het ook niet. Nou en wat is het adres van Florantina maldini? Dat weet ik ook niet. Ik vraag aan de vrouw: mag ik gaan. Uhm, ja zegt de vrouw. De vrouw is denk ik nog verbaasd van wat Philip allemaal heeft verteld. Ik sta op. Philip zegt: ik zou maar niet naar huis gaan. Ik draai me om en kijk hem boos maar ook bang aan. De vrouw zegt: hoezo niet, geef antwoord! Hij zegt ik denk niet dat je wilt dat je huis opgeblazen wordt met jou erin. Wat gaat er gebeuren?! Zeg het! Schreeuw ik. Haha, de man lacht eng. Hij zegt: Florantina heeft me dit verteld: er staat straks een witte bestelbus voor je deur. Daar uit stapt een vrouw- florantina dus- die doet als of ze je een pakketje bezorgt. Het zal een brief zijn, en als je die openscheurt, ontploft er een bom. Ze is expert in bommen maken. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik loop de kamer uit, de vrouw loopt achter mij aan. Im omarm mijn ouders. Mijn ouders hebben ook alles gehoord. Ik zeg tegen de vrouw: we kunnen niet meer naar huis daar zijn we niet veilig tot dat iedereen is opgepakt. Maar Philip kan ook alles liegen. Florantina had tegen mij verteld dat ze gedwongen werd om dit werk te doen, dat ze het helemaal niet wou. We moeten het tegen Philip vertellen kijken hoe die reageerd. Ja is goed, zegt de vrouw. We lopen de kamer weer in en nemen plaats op de stoelen waar we net ook zaten. De vrouw zegt: Florantina heeft tegen michelle gezegd dat ze gedwongen werd om dit werk te doen, klopt dat? Philip kijkt boos, maar zegt niks. Joehoe, zeg ik. Je mag wel praten hoor! Zeg ik geirriteerd. Ik zeg nog een keer: Florantina heeft tegen mij gezegd dat ze gedwongen werd om mij te ontvoeren, dat ze gedwongen werd om dit werk te doen, dat ze dit helemaal niet wou. En gaan we nog praten? Philip zegt: ik vind eigenlijk wel dat genoeg gezegd heb. Ik zeg: oja, vind je dat?! Ik zeg: ik vind eigenlijk wel dat je genoeg geluld hebt! Philip kijkt me boos aan maar hij zegt heel rustig: toch zou ik maar niet naar huis gaan. Een mooie meid als jij, zoon leven bespaar ik graag! Ik zeg: eigenlijk had ik gewoon een kogel door je kop heen moeten schieten. Philip zegt: dat zou je toch niet durven. Ik zeg: onee, bij Marcel heb ik het ook gedaan hoor, als je me een pistool geeft ik doe het zo. Philip zegt: misschien had ik gewoon gelijk een kogel door jou kop moeten schieten. Ik zeg: een mooie meid als mij bespaar je toch graag. Philip zegt: heel graag zelfs, maar meisjes met een brutale mond daar hou ik niet van! Schreeuwt die. Ik zeg: dus je hele verhaal wat je net over florantina hebt verteld is onzin? Philip blijft stil. De deur van de kamer gaat open, mijn vader komt binnen. Hij geeft Philip een klap in zijn gezicht en pakt hem aan zijn vest beet en schud hem heen en weer. Mijn vader zegt: dus alles wat je vertelt heb was gelul?! Ja schreeuwt Philip heel hard in zijn gezicht. Mijn vader geeft hem een preek, dat die het niet in zijn hoofd moet halen om mij 1 keer aan te raken. Mijn vader loopt weg ik loop er achter aan. Nou daar hebben we dus ook niks aan, zegt mijn vader. Pap, zou ik nu aangifte doen vraag ik? Dan kan de vrouw misschien uitzoeken waar we kunnen slapen, en of we daar beveiliging kunnen krijgen. Ja, is goed. Wil je dat wij erbij zijn als je aangifte gaat doen? Vragen mijn ouders. Ja graag, zeg ik.

ontvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu