De hoorn was ver te horen, want de legers van koning Zerwin en koning Arvid marcheerden onze kant op.
Ik zat op mijn paard en probeerde rustig te ademen. Van Maltar mocht ik niet vechten, maar ik wilde doen wat ik zelf wilde. Ik was me ervan bewust dat ik kon sterven, samen met de baby. In de Heilige Kamer overleefde ik het ook. Grotendeels door ons kindje.
Aveline en Stef zaten ook op hun paarden en kwamen naast me staan. Stef trok zijn boog en keek ons beiden aan.
"We overleven dit," bleef Aveline zeggen. Ze zag de angst van haar broer in zijn ogen. Het was ook eng. Kyra en David kwamen naast ons staan op hun paarden en ik zag hoe de twee elkaars handen vastpakten.
We waren de demonen aan het opwachten. Alle legers stonden klaar om het kwaad te bevechten. Met ruim 5000 man stonden we daar.
Mijn moeder zag me en reed naar me toe. Ze werd gevolgd door twee centauren die naast haar zijde zouden vechten.
"Rael is er niet," zei ze tegen me en ik keek verbaasd om me heen.
"Dan missen we ruim 2000 man," zei ik. "De sjamaan had het over tienduizend demonen,".
"Amara," onderbrak mijn moeder me.
"Ik zeg dit alleen zodat je weet dat dit een harde strijd word. Vergeet niet waar we dit voor doen!" zei ze en legde haar hand op mijn gezicht.
Ze kuste mijn voorhoofd en liet haar paard naar de voorste linie draven.
Ik knipperde met mijn ogen en keek om me heen of ik Maltar ergens zag."Amara!" riep Maltar en ik keek op. Ondertussen zagen we in de verte een grote rode straal de lucht in schieten. Het kwam van achter de Noorderbergen vandaan.
De hemel kleurde rood door de donkere wolken van de nacht heen. De rode straal liet de wolken erom heen circuleren en er klonk een harde donder.
"Amara!" hoorde ik en zag Maltar naast mijn paard staan.
"Je zou niet vechten," zei hij.
"Ik kan je dit niet alleen laten doen! Je hebt me mijn vrijheid gegeven. Laat me die vrijheid nu eervol gebruiken. Ons kind zal me leiden. Ik heb hoop," zei ik tegen hem. Maltars ogen gaven me een rustig gevoel. Ik bukte naar hem toe en gaf hem een kus.
"Ik bescherm je," zei hij en hoorde opnieuw de oorlogshoorn luiden."Vandaag is de dag dat we zullen vechten tegen dit kwaad! Ik voel jullie angst en onzekerheid, maar weet één ding: wij hebben de goden aan onze zijde! Zij zullen getuige zijn van deze dag en hun krachten zullen ons helpen dit te overwinnen! Vecht!" riep mijn moeder en hief haar zwaard.
Koning Zerwin, koning Arvid en landheer Gostal schreeuwden met haar mee.
"Vecht!" riepen alle soldaten.
"Vecht!" riep mijn moeder opnieuw.
"Vecht!" herhaalde iedereen haar en ik schreeuwde ook mee.Mijn moeder, koning Zerwin, koning Arvid en landheer Gostal draaiden zich om met hun gezicht naar de Noorderbergen.
Ik keek goed of ik al iets zag. En daar waren ze.
Duizenden demonische wezens marcheerden onze kant op.
"We winnen dit nooit," hoorde ik Kyra zeggen en keek haar aan.
"Houd hoop!" zei ik.
"Kijk met hoeveel ze zijn," ging ze verder en David probeerde haar gerust te stellen.De oorlogshoorn klonk opnieuw en iedereen begon hun paard te laten lopen.
Ik spoorde mijn paard ook aan en voelde de adrenaline door mijn lijf. Maltar liep naast me en zag Melo, Lura en de rest van de gedaantewisselaars hardlopen tussen de soldaten door.
Op een gegeven moment gingen we draven en uiteindelijk over in galop.
Terwijl alle paarden harder begonnen te rennen, veranderden Maltar in een leeuw. Dit gebeurde ook bij de rest en zag de leeuwen en leeuwinnen alle soldaten te paard inhalen.
Maltar brulde en de leeuwen renden naast mijn moeder en de andere koningen. Ook de centauren waren snel. Ze richten hun bogen en vuurden pijlen af.
De demonen kwamen steeds dichterbij. Ik pakte mijn zwaard en hield deze gereed.
Het gekrijs van de demonen was al ver te horen.De spanning steeg en even hield ik mijn adem in.
Ik zag hoe de voorste linie op de demonen in dook. Koppen werden afgeslacht met het ijzeren zwaard van onze legers. Zwart bloed spetterde in het rond. Ik hield Maltar in de gaten en zag hoe hij een demon aan stukken scheurde.
De andere gedaantewisselaars deden hetzelfde. Hun nagels doorboorden het harnas wat de demonen aan hadden.
Een demon sprong mijn kant op en uit mijn reflex stak ik mijn zwaard naar hem uit. Ik zag het leven uit zijn ogen vertrekken. Ik trok mijn zwaard terug en het lijk viel op de grond.Velen van ons werden gepakt door de demonen, maar we hielden vol.
Ik reed met mijn paard cirkels en hakte met mijn zwaard op de demonen in.
Maltar rukte een kop van een romp af en gooide het op de grond. We keken elkaar even aan en plots hakte een demon in de hals van mijn paard en ik viel hard op de grond. Mijn ribben kregen een vingen de doffe klap op de grond op, wat erg veel zeer deed.
"Amara!" brulde Maltar en snelde naar me toe.
Ik lag op de grond en voelde dat het nat was door het bloed dat tijdens het gevecht gegoten was.
De demon die mijn paard aanviel, liep op me af met een bijlachtig wapen. Zijn rode ogen vol haat en chaos.
Ik zag Maltar in mijn ooghoek en plots werd de demon voor mijn neus weggekaapt. Maltar was bovenop hem gesprongen en beet zijn nek door.
Hij kwam op me af en keek me aan. Ik stond op en pakte mijn zwaard.
"Ik zei toch dat je niet mee moest gaan!" brulde hij. "Als je vecht, doe dan waar je goed in bent,".
Hij wenkte met zijn kop dat ik op hem moest zitten.
Ik klom bovenop zijn rug en stak het zwaard in mijn gesp.
Plots zag ik de andere gedaantewisselaars.
De demon, de Slaaf van Urgull, die ons achtergevolgd had stond daar ook. Hij hief zijn zwaardachtige wapen en raakte een paar soldaten van ons leger.
"Maltar! Daar is hij!" en Maltar stopte. Tussen de vechtende soldaten en demons zagen we Melo en Lura vechten tegen de Slaaf van Urgull.
Maltar maakte vechtend zijn weg door de demons heen om Melo en de rest te bereiken.
David, Kyra, Aveline en Stef hadden de Slaaf van Urgull ook gezien en een aantal centauren vuurden hun pijlen op de demon.De demonen bleven komen, terwijl de grote demon ons probeerde te raken.
Melo en een paar andere leeuwen vlogen hem aan, maar de demon sloeg hen neer. De leeuwen kregen harde klappen en ik zag hun vachten steeds bloederiger worden.
Ik sprong van Maltar af die samen met een centaur de demon probeerde neer te halen.
Ik stond recht voor dit monster en keek hem aan. Onze blikken kruisten.Hij kwam op me af en ik concentreerde me op mijn krachten. Ik keek naar de maan en voelde hoe haar stralen mijn huis aanraakten.
Ik reikte mijn armen voor me uit en voelde een enorme hoeveelheid energie door mijn lichaam stromen.
Mijn kracht omarmde de demon en kneep hem langzaam fijn. Ik zag hoe hij al spartelend zichzelf wilde redden, maar ik was te sterk.
Ik schreeuwde het uit door alle zenuwen en adrenaline.
De demon verzette zich hevig tegen mijn krachten en de pijlen die de centauren op hem afvuurden bleven in zijn harnas zitten. Ook Stef vuurde er een aantal op hem af en raakte zijn nek en een plekje achter zijn hoorns. De demon probeerde nog met zijn zwaard omringende soldaten te raken, maar ik deed alles om hem tegen te houden.
Ik duwde mijn krachten nog harder en de leeuwen bleven hem aanvallen.
Plotseling spatte de demon uit elkaar en een lading bloed vloog overal naar toe.
Maltar snelde naar me toe en ik keek hem uitgeput aan.Kyra en David vochten samen tegen de demonen die ons al direct weer aanvielen nadat ze hun commandant dood zagen gaan.
Stef schoot een paar pijlen en twee demons werden door één geraakt. De pijl doorboorde beide schedels.
Aveline had een zwaard en stak een demon door zijn borst.Melo brulde en zijn troep volgde hem. Ze scheurden de vijand aan stukken.
Deze oorlog kostte ons een groot offer. Onze eigen levens.
"Terugtrekken!" hoorde ik toen ineens en zag uit de Noorderbergen nog een leger arriveren bij het slagveld.
"Skeletten van Boya," zei ik.
Hey! Dankjulliewel voor het lezen van mijn boek! Volg mijn insta olvera_stories voor updates, storytrailers en meer! Xx O
JE LEEST
The Sword of Starlight✅
FantasyDeel I De prinses van Catador, Lena, voelt zich niet comfortabel in haar koninklijke familie. Al helemaal wanneer ze wordt uitgehuwelijkt aan de prins van Trivah, prins Jonas. Haar vader, de wrede koning Henrick, weet op een dag een gedaantewissela...