Deel I
De prinses van Catador, Lena, voelt zich niet comfortabel in haar koninklijke familie. Al helemaal wanneer ze wordt uitgehuwelijkt aan de prins van Trivah, prins Jonas.
Haar vader, de wrede koning Henrick, weet op een dag een gedaantewissela...
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
We waren nu een dag verder na Kyra's dood. We waren met het hele volk buiten Zilverstad en stonden voor een grote grasvlakte waar een grote stapel van hout lag. De houten stapel had als het ware verdiepingen en daarom werd het de Toren van Vuur genoemd. De lijken van de slachtoffers, waaronder Kyra, lagen netjes verdeeld, terwijl we met z'n allen om de toren heen stonden. Het rouwende volk legde witte lotusbloemen bij de lichamen en raakten ze voor de laatste keer aan.
David stond bij het lichaam van Kyra, zijn ogen rood en gezwollen van het vele huilen, en legde een witte lotus in haar handen. "Ik draag je voor altijd bij me," zei hij zacht. "Moge de sterren je volgen in je volgende reis,". Hij kuste haar voorhoofd en stapte naar achteren.
Rayon nam de aandacht van iedereen op zich en een aantal centauers bespeelden een fluit. De tonen van hun muziek waren droevig en mooi tegelijk. Rayon kuchtte even en iedereen hield elkaars handen vast.
"Tijd kent geen einde en zo ook het leven.
Want de dood is een geschenk door de goden gegeven.
De reis langs de sterren is een plek waar we allen ooit zullen samenkomen.
Een plek, zo zuiver, te ver van je dromen.
Geluk en liefde zijn de zaadjes van ons hart.
Pijn en verdriet maken onze zielen soms zwart.
Alles in het leven komt met een prijs.
Moge de sterren je volgen in je volgende reis," sprak hij uit en plots laaide er een groot vuur op in de stapel van hout.
Het vuur verwarmde mijn gezicht en ik sloot even mijn ogen. Ik hoopte dat we snel iets van Maltar zouden horen. Stef had mijn rechterhand vast en keek me even aan. We knikten langzaam en staarden naar het vuur.
"Er is hoop," hoorde ik Taria zacht zeggen. Zij stond links van me. "Wat bedoel je?" vroeg ik. Taria keek me aan. "Het vuur. Het geeft me een gevoel van hoop,". "Ik wil je geloven," zei ik zacht, terwijl de lichamen langzaam opbrandden en veranderden in as.
Na de begrafenis gingen we allemaal terug naar Zilverstad. Bij de poorten zag ik dat er een aantal mensen hun karren met paarden en ezels klaarmaakten. Rayon stond naast me en keek ook naar de mensen die langzaam de stad verlieten.
"Moeten we ze niet tegenhouden?" vroeg ik. Rayon schudde zijn hoofd. "Zilverstad stond er om bekend dat iedereen vrij was en kon gaan en staan waar ze wilden. Mensen zijn bang en zijn veel dierbaren verloren. Na de oorlog komen ze vast wel weer terug," zei hij. "En wat als we verliezen?" zei ik en ik herkende mezelf niet. Hoezo was ik zo onzeker?
"Dan was dit de juiste keus voor hen," antwoordde Rayon.
Het begon langzamerhand te schemeren en de lucht zat vol met sterren. De halve maan scheen fel en ik kon het maanlicht op mijn huid voelen. "Heb je Melo nog gesproken of gezien?" vroeg Rayon toen en ik schudde mijn hoofd. "Hij is bezig met zijn stam. Dat is misschien maar beter ook. Hij luisterde toch niet echt naar me en ik denk dat hij blij is dat ik er niet meer ben," gaf ik als antwoord. "Hadden jullie iets met elkaar?" vroeg de centaur door. "In het begin wel, maar de verhouding tussen ons veranderde. Het werd oppervlakkig en ik wist dat meerdere leeuwinnen bij hem wilden zijn. Hij is een knappe leeuw, dus ik begrijp het," antwoordde ik en dacht terug aan de tijd dat Melo en ik samen waren. Het was een eerste liefde die ik nooit meer zou vergeten, maar hij en ik waren niet voorbestemd voor elkaar. Het was prima zo. Ik leidde mijn leven en hij de zijne.
Toen hoorde ik een vreemd geluid bij de poort en zag dat de mensen die weg wilden gaan het pad vrijmaakten. Een stoet paarden galoppeerden de poorten van Zilverstad binnen en aan hun vaandels te zien waren dit koning Arvid en koning Zerwin. "Ze zijn gekomen," zei ik. De twee koningen stapten van hun paarden af en keken op toen Rayon en ik op hen af liepen.
"Waar is koningin Amara?" vroeg koning Arvid. Rayon en ik maakten een buiging en keken elkaar aan. "Ontvoerd door de Trivanen, wat ook geldt voor haar dochter prinses Ayla," zei ik. Koning Arvid keek geschrokken en koning Zerwin was sprakeloos. "Jullie zijn flink geraakt. Het spijt ons dat we jullie niet konden helpen. Wij hadden geen idee dat dit gebeurde," zei koning Zerwin. "Ik heb mijn beste bouwers en artsen meegenomen. We zullen helpen om Zilverstad weer overeind te krijgen,". "Dank jullie wel," zei ik dankbaar. "Het ging veels te snel. Trivah heeft ons aangevallen op ons zwakste moment. We hebben veel te vertellen. Het huis van koningin Amara staat gelukkig voor een groot deel overeind, al missen we wel een hoop dienstmeisjes en kasteelwachters,".
De koningen begrepen het en we namen hen mee naar het kasteel. Aveline en Taria zaten in de oorlogskamer op de bank en keken op toen Rayon, ik en de koningen binnenkwamen. Ze stonden meteen op en maakten een buiging voor de koningen. "Gegroet majesteiten," zei Aveline beleefd. "We hebben gehoord wat jullie overkomen is en het spijt ons," zei koning Zerwin. "We leven met jullie mee en zoals we tegen hen al gezegd hebben: we hebben onze beste bouwers en artsen meegenomen. Zij zullen de overlevenden en de stad helpen,".
Aveline en Taria knikten dankbaar.
We gingen rond de tafel zitten en vertelden de koningen alles. De ontvoering van Amara en Ayla wat begon met het verraad van prins Jonas en hoe Zilverstad werd aangevallen door de Trivanen.
"Ik wil ze van de kaart vegen," bromde koning Arvid. "Aderia is nu een doelwit, maar wat als ze klaar zijn met jullie? Dan komen ze ook voor Asken en Cazadon,". Koning Zerwin was het met hem eens. "Sinds de oorlog tegen Urgull hebben we moeite gehad met het herstel van onze legers. Mensen zijn bang voor de vijand. De half demon verhalen zijn angtsaanjagend voor velen,"
"We kunnen Trivah niet laten winnen," ging ik er tegen in. "Dat gaan we ook niet doen," zei een stem en we keken allemaal op. Stef kwam de ruimte binnen en keek ons allen aan. "Maltar heeft gevonden wat hij zocht en hij heeft ons een bericht gestuurd," zei hij en achter hem kwam een jonge vrouw met een zilveren ketting om haar hals. Ze had haar haren gevlochten en zag er mysterieus uit.
"Ze is van de havikstam. Gaaf hé?" zei Stef en ik kon mijn oren niet geloven. Ik stond op en keek haar aan. "Wat is je naam, jongedame?" vroeg koning Arvid. "Ilya," begon ze. "En ik heb een bericht van Maltar, de koning van de Vergeten Landen,".