De stad stond nog steeds in vuur en vlam en de draken doodden de laatste Grauls.
"Ze hebben alles vernietigd," snikte ik. "Het spijt me dat ik je fluitje pakte,".
David zuchtte en ik stond op.
"Ik had niet gewild dat jij het deed," zei hij.
"Zeg je dit nu om me beter te laten voelen?" vroeg ik.
"Nee, ik meen het," zei David. "Je zag hoe groot het leger was. De mensen waren al voor de dood getekend. De draken hebben de Grauls verbrand en ja, ook de mensen. Maar liever verbrand worden door drakenvuur dan uitgevreten worden door Grauls,".
Ik moest zijn uitleg even op me in laten werken.
"Het maakt het niet minder moeilijk," snikte ik en liep naar Kayda toe. Ze zag er beter uit.
"Ze komen hierheen," hoorde ik David ineens zeggen en keek op.
De grote gouden draak landde op een paar gebouwen waardoor hij op ons neer kon kijken.
"Wie blies op de fluit?" vroeg de draak. Zijn stem klonk angstaanjagend en had een grommend geluid.
Het was even stil en ik keek David aan.
"Ik blies op de fluit, omdat we hulp nodig hadden," zei David.
De draak gromde luid en de trillingen van zijn stem voelde ik door mijn lichaam heen boren.
"Je blies op de fluit om mensen te redden. Hoe kom je aan die fluit?""Gekregen van mijn vader en hij weer van zijn grootvader,".
"Simon en David Wildbloed?"
David knikte. "Ik ben vernoemd naar mijn grootvader,".
"Ik zie het. Hij heeft je vast ook de regels verteld over de fluit hm?"
"Dat heeft hij inderdaad,".
"Dan weet je dus ook dat je nooit zomaar om een drakenleger mag vragen. Ik heb je grootvader één draak geschonken en verder zou hij ons met rust laten,"
"We dachten dat u ons wel zou helpen. Demonen vielen de stad aan,"
"Ik geef niks om mensen," snauwde de draak naar hem en liet zijn kop dalen waardoor hij ons van dichterbij kon zien. Ik voelde de lucht die in en uit zijn neusgaten bliezen.
"Maar ik heb het land van de tovenaar zien branden," gromde hij verder. "Duistere krachten laden zich op en onnodig bloed zal blijven verspilt worden. Voor jullie geluk haat ik duistere magie meer dan mensen. Mensen zijn en kunnen niks, maar duistere magie vernietigt alles,".
Ik wist niet of ik opgelucht moest zijn door de woorden van deze draak. Het feit dat hij misschien ons leven zou sparen gaf me een klein beetje hoop."Mag ik vragen wat u weet over het land van de tovenaar?" vroeg ik en de draak gromde toen ik sprak. Hij keek me met zijn felgele reptielenogen aan en doordat zijn bek zo dichtbij me was kon ik zijn adem ruiken.
Ik keek snel weg om confrontatie uit de weg te gaan.
"Het verboden land in de verhalen van vroeger. Het land van de poorten van de onderwereld. Daar heen gaan is zelfmoord," gromde de draak en trok zijn kop terug omhoog.
Hij gromde nog een laatste keer, spreidde zijn enorme vleugels en vloog toen de lucht in.
Alle andere draken volgden hem, terwijl Kayda bij ons achterbleef.
"Mijn vader vertelde verhalen over de tovenaars zoon. Maar het is dus waar. Wil je echt naar dat verboden land toe gaan?" vroeg David en keek me nieuwsgierig aan. "Want je hebt het gehoord, het is zelfmoord. Jeetje, ik kan nu echt wel wat wijn gebruiken,".Ik staarde David aan. "Jij denkt nu aan wijn? Er gebeurt teveel. Catador is verwoest en een draak vertelt ons over het verboden land met een onderwereld," zei ik en ging bij Kayda staan. Ik aaide haar over haar kop en dacht na.
"We moeten prinses Lena vinden," bedacht ik me ineens.
"Zij was toch weggelopen? Misschien is ze al dood," reageerde David.
"Dan ken je prinses Lena niet. Het feit dat ze aan Catador kon ontvluchten zonder gepakt te worden zegt al genoeg over haar overlevingsinstinct," antwoordde ik."Dat kwam ook door dat beest met wie ze was,"
"Daar zal ze nu toch nog steeds mee kunnen zijn?"
"Waarom zou hij haar vertrouwen? Magie en mensen gaan amper tot niet samen,"
"Misschien is ze wel verliefd op hem en hij op haar,"
David lachte. "Nee, dat geloof ik niet,".
"Ze wilde niet met Jonas trouwen en ik weet dat ze wel behoefte heeft aan liefde," zei ik en moest een klein beetje lachen om David.
"Je lacht tenminste voor even," zei hij en ik zuchtte.
"Hoe gaan we de prinses vinden?" vroeg David.
"Laten we beginnen met een ritje op onze drakenvriend," antwoordde ik en wees naar Kayda.Even later vlogen we hoog in de lucht op de rug van Davids draak.
We vlogen over bossen en graslandschappen heen. Ik was nooit buiten Catador geweest, dus ik keek mijn ogen uit. De wereld was prachtig. Prinses Lena en ik spraken er heel erg vaak over hoe het zou zijn buiten de grenzen van dit mensenrijk.
Ooit hoorde ik dat er nog tientallen andere rijken bestonden. Misschien wel nog meer dan dat."Laten we richting het Zuiden gaan," zei ik.
"Denk je dat ze die kant op zou zijn gegaan?" vroeg David en ik knikte.
"Er zijn een aantal mensenrijken in het Zuiden," zei ik en Kayda vloog richting het zuiden.
Op een gegeven moment begon Kayda een vreemd te doen. Ze vloog steeds lager en we konden haar harder horen ademen.
"Kayda!" riep David naar de draak en probeerde er achter te komen wat er aan de hand was.
De draak vloog nu tegen de boomtoppen van het bos waar we waren en ik maakte me klaar voor een pijnlijke noodlanding.
"Wat gebeurt er?!" gilde ik en de draak stortte neer tussen de takken en landde op de grond.
David en ik sprongen van haar af en bekeken de draak op verwondingen.
"Zag jij iets?" vroeg David.
"Alleen wat rook in de verte. Het leek op iets wat aan het branden was," zei ik en knielde naast de kop van de draak.
Kayda had haar ogen gesloten, maar ze ademde nog steeds hard.
David keek om zich heen en begon in de omgeving te zoeken naar iets wat het gedrag van de draak kon verklaren.
Kayda brulde zacht en daardoor kon ik zien dat haar tong zwart was.
"David! Haar tong! Hoort dat?" vroeg ik en wees naar de bek van de draak.
David ging er naar kijken door de bek van de draak open te trekken. Terwijl hij met al zijn kracht naar het gebit en de tong keek zuchtte hij en keek me aan.
"Duistere magie," antwoordde hij.
JE LEEST
The Sword of Starlight✅
FantasíaDeel I De prinses van Catador, Lena, voelt zich niet comfortabel in haar koninklijke familie. Al helemaal wanneer ze wordt uitgehuwelijkt aan de prins van Trivah, prins Jonas. Haar vader, de wrede koning Henrick, weet op een dag een gedaantewissela...