De draak landde tegen de muur van de kasteeltoren en met zijn lang nek keek hij over de rand ons allebei aan.
"Kayda," groette David de draak.
Ik was overweldigd door de komst van dit wezen en dat David meer was dan een dronkaard.
Mijn blik viel weer op het demonische leger dat nu al een stuk dichterbij was. Ik zag hoe de boogschutters gereed stonden om te vuren.
"Wow," hoorde David zeggen en keek hem aan.
Hij leunde aan de andere kant van de kasteeltoren en keek naar de haven in de verte.
"Het leger vertrekt ook met de boot. Ze vluchten. Wat een lafaards," lachte David en keek mij aan.
"Waarom zou Koning Henrick dat doen?" vroeg ik verbaasd.
"Omdat hij zijn goud belangrijker vindt dan wat dan ook. Wat denk je dat het leger met zich mee brengt? De kasteelschat," en David aaide Kayda over haar kop.
Hij floot naar haar en de draak klom omhoog. Hoog genoeg zodat David op haar rug kon klimmen.
"Ga je mee of blijf je hier staan?" vroeg hij.
"Wat gaan we doen?" vroeg ik. "We kunnen toch niet iedereen achterlaten?"
David zuchtte. "De koning is weg, Kyra. Catador maakt geen schijn van kans," en hij reikte zijn hand naar me. Kayda gromde en ik besloot om mee te gaan.
Terwijl ik me goed vasthield aan een van de hoorns van Kayda's rug hoorde ik een raar gekrijs. Het klonk als het geluid van kraaien, maar hoger.
"Snel," riep David en Kayda vloog de lucht in.
Een zwerm van zwarr gevleugelde wezens vlogen onze kant op en begonnen Kayda te aan te vallen.
Kayda brulde en met haar vleugels probeerde ze hoger de lucht in te komen en tegelijkertijd sloeg ze een aantal van deze monsters neer.
"Vleerdemons," riep David naar me en hij trok een mes uit zijn zak. "Verdedig jezelf!"
Ik gilde toen een één van de vleerdemons tegen mijn hoofd aan vloog.
Toen voelde ik een vlaag van warme lucht. Kayda spuwde vuur en veel vleerdemons raakten verbrand.
Het gekrijs was een vreselijk gehoor.
Het lukte Kayda om de vleerdemons af te schudden en we vlogen over de stad heen.
Ik zag honderden mensen in paniek, vooral vrouwen en kinderen.
Het demonische leger was nu zo dichtbij dat de boogschutters hen al probeerden uit te schakelen.
"Het zijn er meer dan 500," zei ik hardop door de schrik.
Het leger bestond uit zwarte kale demons die op vier poten de poort bestormden om de stad binnen te breken.
Het duurde niet lang voordat dit gelukt was.
"Grauls," zei David en liet Kayda iets lager vliegen.
"We moeten ze helpen!" riep ik, terwijl de wind steeds harder in mijn gezicht sloeg door de vaart die Kayda maakte.
We vlogen over de kasteelmuur en een paar soldaten riepen: "Een draak! Een draak!"
Ze dachten waarschijnlijk dat Kayda hen zou aanvallen, maar ze bewees het tegendeel.
De draak spuwde haar vuur over het demonische leger heen.
Vele Grauls werden geraakt en gedood door het hete drakenvuur.
Zo vloog Kayda een aantal keren heen en weer om de demonen te doden.
"We moeten meer doen!" riep ik.
"We moeten gaan!" riep David terug.
"Nee! Kom op David! Er zijn ook onschuldige mensen en de koning verlaat hen ook!"
Kayda stopte ineens met spuwen en vloog hoog de lucht in.
"Kayda is moe! Ze kan niet voor eeuwig vuurspuwen!" riep David naar me.
Er moest toch meer zijn om Catador te helpen? Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om onschuldige mensen dood te laten gaan en er zelf voor weg te vluchten. Dat zou ik mezelf nooit vergeten. Altijd heb ik prinses Lena gediend en ik was trouw aan Catador.
Ik zag Davids fluitje in zijn zak en greep deze zonder na te denken.
"Wat doe je?" riep David en merkte dat ik zijn fluitje had gepakt. Hij keek me boos aan.
"Wat ga je doen?!" riep hij en ik blies op het fluitje.
Kayda brulde en dook weer omlaag.
"Je bent gek! Je weet niet waar je aan begint!" riep David en probeerde het fluitje af te pakken.
De vleerdemons kwamen weer op ons afgevlogen.
"Weet je wel wat je gedaan hebt?!" riep David naar me en ik probeerde me er niks van aan te trekken.
Kayda vloog boven de chaotische stad en ik zag hoe de Grauls mensen aanvielen.
Het gegil door de paniek van het volk was heel erg verdrietig om mee te maken.
Ik kreeg tranen in mijn ogen en bleef naar David roepen dat we iets moesten doen. Kayda landde op het kasteelplein en David sprong van haar af.
"Ze is oververmoeid door het vele spuwen. Ze is niet zo groot," zei David en aaide over de kop van de draak.
"En wat nu?" zei ik en David keek me aan.
"Je had niet zomaar op dat fluitje moeten blazen," zei hij.
"Waarom?! Er zijn mensen aan het doodgaan en jij wilt vluchten zoals de koning! Je noemde hem nog een lafaard," riep ik naar hem en pakte een zwaard dat op de grond lag.
"Kayda heeft ze toch aangevallen?! Nu kunnen we al helemaal niet weg. Geef mij ook een zwaard, want we moeten haar beschermen voordat de Grauls hier zijn," zei David en ik deed wat hij zei.Het kasteelplein lag op een hoger grondgebied waardoor ik een deel van de stad kon zien. De Grauls leken nu op één plek te blijven en dat was waar het volk zich bevond.
Plotseling hoorden we een luid gegrom in de lucht.
Kayda keek op en begon te brullen. Ze leek zich iets beter te voelen. De draak kroop langzaam overeind en brulde opnieuw.
Een enorme goudkleurige draak landde op de torens van de kasteel. Deze draak was 100 keer groter dan Kayda en zag er veel angstaanjagender uit.
De draak vloog de stad over en een enorme straal van geelachtig vuur overspoelde de stad.
"Nee!" riep ik. "Er zijn... onschuldige mensen daar...,".
David keek me even aan en wreef in zijn ogen.
Toen vlogen er meerdere draken over de stad heen en spuwden hun vuur.
Ik zakte in elkaar en voelde me verloren.
David kwam naar me toe, terwijl ik zag hoe de stad in vuur en vlam opging.
De draken doodden iedereen. Ze maakten geen onderscheid in demonen of mensen.
Het hele leger werd uitgeroeid en het achtergelaten volk van Catador bestond niet meer.
JE LEEST
The Sword of Starlight✅
FantasíaDeel I De prinses van Catador, Lena, voelt zich niet comfortabel in haar koninklijke familie. Al helemaal wanneer ze wordt uitgehuwelijkt aan de prins van Trivah, prins Jonas. Haar vader, de wrede koning Henrick, weet op een dag een gedaantewissela...