Ik barstte in tranen uit en wikkelde mezelf in mijn dekens. Hoe konden ze?!
Ik wist niet meer wat ik moest doen en toen ik overeind kwam keek ik naar het boek over de gedaantewisselaar. Ik had medelijden met hem, ook al had hij zich vertoond als moordenaar. Mensen waren misselijkmakend.Ik sloop mijn kamer uit en ging naar de kasteeltuin via een deur in de achterste kasteeltoren. Daar was ook een deur naar de tuin die de koninklijke dienst gebruikte om de tuin te verzorgen.
Ik nam dezelfde weg via het luik in de grond en kwam weer in de gevangenis terecht."Wat kom je doen?" hoorde ik Maltar zeggen.
"Ik weet de waarheid en je hebt gelijk," begon ik. "Mijn vader heeft jouw stam vermoord,".
Maltar leek geraakt te zijn door mijn woorden.
Er viel een lange stilte."Nu weet je wat voor een walgelijke familie je hebt," zei Maltar grommend.
"Ik wist het allang...," zei ik en daardoor besefte ik me dat ik nooit meer vrij zou zijn als ik met Jonas zou gaan trouwen.
"Oh, ja? Maar je wist niet dat mijn familie was afgeslacht?"
Ik schudde mijn hoofd.
"Het is hoe hij me behandeld... niet alleen hij maar ook mijn moeder. Ze geven niks om mij en, geloof me, ik was echt geshockeerd door wat ze gedaan hebben. Ik had gehoopt dat als ze niet om mij gaven ze wel om ander leven zouden geven," antwoordde ik en Maltar keek me lang aan.
"Ik geloof je. Ik hoor het aan je hart," zei hij en ik liep dichter naar hem toe.
"Kan je mijn hart horen?" vroeg ik.
"Ja.. en hij klinkt gebroken," zei hij en het raakte me. Ik moest bijna huilen. Misschien was het de bevestiging die hij me gaf dat het niet raar was hoe ik me voelde. Dat iemand mij echt zag.
"Ik moet trouwen met iemand die ik helemaal niet wil," zei ik zacht en moest mezelf inhouden om niet in tranen uit te barstten.
"Dat is.. vervelend," zei hij.
"Sorry, ik weet niet waarom ik dat zei," zei ik snel.
"Nee, nee. Ik bedoel.. ik ben het niet gewend dat een mooie vrouw haar problemen verteld,"
Ik moest even lachen.
"Je wilt weg," zei Maltar toen. "Ik kan je daarbij helpen,".
Ik keek Maltar verbaasd aan. "Hoe?"
"Wat je vader niet weet is dat het volle maan is vanavond. Onze magie is sterker dan ooit. Wees vanavond om 5 voor 12 hier. Ik ben je uitweg en dat is jouw lot," vertelde Maltar.
Zijn woorden overtuigden me en gaven me zoveel hoop. Ik begon te glimlachen.
"Ga snel. Bereid jezelf voor. Het wordt een lange nacht," zei hij en ik verliet de gevangenis.
Ik kwam ongezien mijn kamer binnen en genoot van het idee om de vrije wereld weer in te gaan.
Plotseling kwamen mijn ouders binnen."Daar is ze," zei mijn moeder en achter hen stond een groep kasteelwachters.
"Waar was je?" vroeg mijn vader.
"I-ik was in de eh bibliotheek," zei ik.
"Hoezo was je daar? Je mag daar helemaal niet komen!" riep mijn vader.
Ik werd even bang door zijn stem, maar ik voelde dat ik eerlijk moest zijn.
"Ik weet dat wij verantwoordelijk zijn voor het uitroeien van de gedaantewisselaars," zei ik. "Daarom heeft hij die dorpen aangevallen,".
"Wat denk je wel niet jongedame?!" riep mijn vader en sloeg me in mijn gezicht. Mijn wang brandde. Toen kreeg ik weer een klap. En weer één. Totdat ik niks meer zag en voelde.
Ik werd wakker met een stekende hoofdpijn. Hoelang was ik weg? Mijn vader. Mijn vader had me dit aangedaan! Het was donker buiten en ik voelde een frisse wind tegen mijn gezicht aan blazen.
Langzaam kroop ik overeind en strompelde naar de deur. Het zat op slot.
Met mijn vuisten sloeg ik een aantal keer hard op het hout. Mijn handpalmen brandden en tintelden."Laat me eruit! Hey!" maar niemand hoorde me.
Ik zakte op de grond ineen en sloot mijn ogen. Ik voelde me zo zwak en slap.
Toen besefte ik me ineens dat ik naar Maltar moest. Hoe laat was het?
Ik keek naar buiten. De maan was bijna bovenaan de hemel."Bijna twaalf uur," zei ik in mezelf en klom overeind.
Ik pakte mijn zwaard dat ik al heel lang had verstopt in mijn lade onder al mijn ondergoed.
Ik moest snel gaan, maar de deur was natuurlijk op slot.
Ik liep naar mijn balkon en zag dat ik aan de rechterkant van het kasteelplein zou landen in de struiken als ik iets zou kunnen vinden om naar beneden te kunnen gaan.
Ik dacht snel na en pakte mijn dekens. Daarna begon ik ze aan elkaar te knopen en knoopte ik het begin vast aan een van de poten van mijn bed.
Ik hing de liaan van dekens over de rand van het balkon naar beneden en klom over de reling heen. Ik hield mezelf heel erg stevig vast en gleed naar beneden toen ik de liaan vasthad.Het werd heet tussen mijn vingers door de wrijving van mijn huid en de dekens.
Mijn zwaard was ook zwaarder dan verwacht en ik gleed daardoor sneller naar beneden dan dat mijn handen konden volhouden.
De laatste 1,5 meter viel ik hard op de grond midden in de bosjes.
Ik kroop overeind en klopte mijn kleren af. Ik had last van mijn dijen en een beetje van mijn rug, maar verder was ik oke.
Zo snel als ik kon rende ik naar de luik en ging naar de gevangenis."Maltar! Maltar!" riep ik. "Ik ben er!" en ik keek om me heen.
De ketens van Maltar waren gebroken en hijzelf was nergens te bekennen.
Ik was te laat... mijn kans was weg en ik baalde enorm. De tranen prikten in mijn ogen toen ik besefte dat ik nooit meer dit kasteel uit zou komen."Daar ben je," hoorde ik een bekende stem zeggen.
Ik keek naar de schaduw en zag een grote zwarte leeuw op me af gelopen.
Zijn manen waren prachtig en zijn ogen waren blauw van kleur. Precies de oogkleur die ik eerder zag in Maltars ogen."Je bent laat," zei hij. "Wat is er gebeurd met je gezicht?"
"Niks," zei ik snel.
De grote leeuw ging voor me zitten en keek me aan.
Hij legde zijn grote poot op mijn schouder en ik voelde de pijn in mijn wangen en voorhoofd langzaam wegtrekken."Beter?" vroeg hij.
"Je kan genezen," zei ik.
"Klopt, maar alleen bij een volle maan," reageerde hij.
"Ik kan echt niet geloven dat ik tegen een leeuw praat," zei ik en moest even lachen.
"We moeten gaan," zei hij en wenkte naar zijn rug.
Ik klom op zijn grote harige rug en ik was klaar om mijn lot te volgen.
JE LEEST
The Sword of Starlight✅
FantasiaDeel I De prinses van Catador, Lena, voelt zich niet comfortabel in haar koninklijke familie. Al helemaal wanneer ze wordt uitgehuwelijkt aan de prins van Trivah, prins Jonas. Haar vader, de wrede koning Henrick, weet op een dag een gedaantewissela...