Hoofdstuk 7

25 1 0
                                    

Ik hoor een schreeuw en ren weer door het bos. Dit keer hoor ik alleen maar geschreeuw, omdat ik denk dat het een noodkreet is ren ik op het geluid af in plaats van weg te rennen. Ik heb het gevoel dat ik een marathon loop, maar steeds verder van het geluid ben verwijderd. Plotseling begint de wereld zich in en uit te zoomen en sta ik voor een grot. Uit de grot die slecht verlicht is komt de noodkreet. Ik stap de grot in met het gevoel dat ik alles aan kan als ik er maar voor zorg dat degene die om hulp schreeuwt gered wordt. Langzaam nader ik het geluid mijn adrenaline heeft zijn toppunt bereikt. Als ik bij het geluid in de buurt ben hoor ik een mannenstem welke troostend klinkt, wanneer ik de hoek om ben van de tunnel sta ik aan de rand van een grote doorgang. Daar aan de zijkant ligt een vrouw te bevallen en een man die haar helpt het kind te wereld te brengen. Als de vrouw het kind baart hoor ik achter me gegrom en draai me om. Ik zie niets, maar voel dat er iets op me loert. Ik zeg me schrap voor wat komen gaat en vanuit het niets komt er een wolf op mij afgesprongen, maar doordat ik denk de wolf aan te kunnen stopt hij midden in de sprong en blijft in de lucht hangen. Ik hoor achter me hoe het kindje begint te huilen en hoor de vrouw zeggen noem haar Aliva.

Met een sprong sta ik naast mijn bed. Wie was die vrouw en die man? Waarom viel die wolf mij aan? Ik zweet en mijn voeten voelen pijnlijk. Ik strompel naar de badkamer om wat water te drinken en zie tot mijn schrik dat mijn voeten onder de aarde zitten. Hoe kan dat? Ik ben toch niet buiten geweest? Ik maak mijn voeten schoon en ga op de rand van het bad zitten om bij te komen van de nachtmerrie. Hoe kan het dat de vrouw het kindje de naam Aliva gaf? Wie waren die mensen toch? Ik herkende de vrouw vaag, maar ik kan haar niet plaatsen. Zuchtend sta ik op en loop weer naar mijn slaapkamer. Daar aangekomen zie ik dat het raam open staat en doe hem snel dicht. Ik sta in bed en kijk op de klok 4 uur 's ochtends, dat betekend dat ik nog 3 uur kan slapen als ik kan slapen.

"ALIVA! wakker worden het is half 8. Als je niet te laat wil komen voor college moet je nu echt opstaan!" hoor ik mijn vader roepen onderaan te trap. Ik schrik wakker en roep dat ik al uit bed kom. 

Snel spring ik onder de douche, kleed me aan en ren naar beneden. "Waarom ben je zo laat, Aliva? Je verslaapt je nooit! Je moeder heeft je lunch klaar gemaakt." zegt mijn vader. Ik bedank mijn moeder en gris de lunch, mijn sleutels en mijn jas voordat ik de deur uit ren. Ik rij met Ed richting Isa waar ze samen met haar jongere broertje Simon al bij de stoep staan te wachten. 

"He he, daar heb je de slaapkop! Lag je nog lekker te dromen over loverboy?" ik begin te blozen en Simon begin te lachen. 

"Dus Isa heeft toch gelijk, verdorie dat wordt een week afwassen! Ik dacht nog zo Aliva die vind haar prins op het witte paard niet, want dat ben ik." hij stapt achterin en geeft me expres een dikke knipoog. Ik moet lachen, want Simon en ik zijn net broer en zus, als hij blond haar zou hebben en een blanke huidskleur of ik er ook maar enigzins indonesisch uit zou zien zouden we een tweeling zijn. Isa stapt voorin en begint te mopperen "Hoe komt het dat je zo laat bent? Zo halen we het eerste uur natuurlijk nooit. Kom op gas erop!" ik moet lachen en begin te rijden, blijkbaar is Isa met het verkeerde been uit bed gestapt. 

"Sorry Isa, ik had vannacht weer een nachtmerrie en kon niet slapen. Toen ik eenmaal in slaap viel ben ik door de wekker heen geslapen. Mijn moeder heeft zelfs mijn lunch gemaakt. Je moet toegeven dat dat best wel ernstig is, want je weet net zo goed als ik dat die lunch waarschijnlijk in de prullenbak terecht komt."

 Isa gaapt me aan "Niets daarvan, geef mij die lunch dan maar Aliva. Dan eet ik hem wel op." ik moet lachen om Simon en geef aan dat de lunch in mijn tas zit en hij hem mag hebben. 

"Je bent echt een veelvraat, Simon. Waar je het allemaal laat?!" hij begint te lachen en mimet sportschool, terwijl Isa de radio harder zet. Ed schokt als ik de versnelling in zijn 5 zet en Isa kijkt me paniekerig aan. 

Evenbeeld part I (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu