Hoofdstuk 13

13 1 0
                                    

Als we aankomen bij Long District Lake zie ik Leo aan het knutselen met Ed. 

"He zeg, wie heeft jou toestemming gegevens om Ed zo te behandelen?" zeg ik en loop geschrokken op Ed en Leo af. Ed ziet er slechter uit, dan dat ik in de eerste instantie dacht. Hij heeft een forse deuk opgelopen dankzij het stuurwerk naar de berm, blijkbaar zijn we toch ergens tegenaan gebotst. 

Leo begint te lachen "Ik dacht laat ik alvast proberen om er achter te komen waarom de remmen het niet deden. Als er een auto of motor het niet doet, dan ben ik degene die hem weet te fixen. Alhoewel ik mijn twijfels heb over Ed." hij heeft een twinkeling in zijn ogen en ik begin nu te begrijpen dat ik me geen zorgen hoef te maken, met een zucht plof ik neer op de kruk bij de werkbank "en ben je al wat wijzer geworden? Ik heb Ed vorige week nog voor de APK laten keuren en toen kwam hij er doorheen." Leo fronst en wisselt een blik met Ian "Ik weet niet zo goed hoe ik het moet zeggen, maar het lijkt alsof er geknoeid is met de remleiding. Wie het ook heeft gedaan wist duidelijk niet wat het verschil is tussen de remleiding en de spoiler, want ook de spoiler lijkt aan te zijn geprutst. Het is een wonder dat Ian de auto in de berm heeft weten te rijden en dat jullie niets in overkomen." hij kijkt van Ian naar mij. 

"Ik wist het, die Steal waarvan je zei dat we hem met rust moest laten heeft dit vast op zijn geweten." Ian gromt en zijn ogen flitsen van zijn eigen kleur naar fel blauw. 

"Ho even, wie zegt dat Steal dit heeft gedaan. Weet je het zeker Leo, dat er geprutst is aan Ed?" Leo knikt kort naar me. 

"Ik weet niet zeker of Steal hier iets mee te maken heeft. Hoe kan hij hier iets mee te maken hebben, aangezien we sinds dat ik naar het bos werd getrokken de hele tijd in zijn buurt waren. Hij is niet even snel naar de auto heen en weer geflitst. Zonder dat ik of een van jullie het heeft gemerkt." ik klink kalm, maar van binnen tril ik van angst. 

Ian lijkt te kalmeren "Ja, hij was de hele tijd in je buurt, maar dat wil nog niet zeggen dat hij er niets mee te maken heeft. Je zei zelf dat er een groep was en toen wij aankwamen er nog maar één Steal was. Die hadden het ook kunnen doen, terwijl jij de legende van Leah aanhoorde van Steal." 

Hij kijkt me boos aan "Dat zou kunnen, maar tot we het niet zeker weten lijkt het me verstandiger om uit te zoeken of ze er iets mee te maken hebben en wie het anders zou kunnen zijn." ik sta op en loop naar binnen om mij klaar te maken voor de ontmoeting met de Steal's. 

Als ik weer beneden kom zie ik Ian met zijn rug naar me toe praten met Tom en Jay. Als ze me opmerken lopen ze naar de keuken en negeren ze mij volledig. Ik voel een onbekende woede in me op borrelen en heb het gevoel van buitensluiting, het gevoel wat ik niet meer heb gehad sinds ik Anna en Isa heb ontmoet in het eerste jaar van de University. Kwaad stamp ik de keuken in en zie daar hoe Ian met de rest van Voglia aan het praten is. Iedereen kijkt verbaasd op als ze mij zien naderen, maar Ian blijft me negeren en praat verder. 

"Dus we zijn het erover eens, wat er gebeurd straks weten we niet, maar het lijkt erop dat Steal een soort van staakt het vuren wil, zodat we erachter kunnen komen wat er gebeurd met de mensen die verdwijnen. Als het blijkt dat ze geen staakt het vuren willen, maar op onze krachten uit zijn of nog erger proberen die van Aliva af te nemen, dan weten jullie wat je te doen staat." ik leun tegen de deurpost en schraap mijn keel. 

"Ik denk dat je heel goed weet of ik mezelf wel of niet kan verdedigen. Dat het beter is dat jullie op jezelf letten én dat er van onze kant - als ik het zo mag zien, aangezien we niet exact weten wat ik voor kant heb, geen directe aanleiding komt om geen ruzie te hebben." Bij elk woord kijk ik iemand aan en eindig met mijn ogen gericht op Ian die me verbaasd aankijkt. 

"Je hebt me wel gehoord, Ian. Ik wil niet dat jullie je onnodig in gevaar brengen voor mijn persoontje." ik draai me om en loop de kamer uit. Ik hoor Ian vloeken en ik zucht waar heb ik mezelf in terecht gebracht? Geïrriteerd loop ik naar buiten om een sigaret op te steken. 

"Je hebt je mondje wel klaar, maar weet je zeker dat je er klaar voor bent?" hoor ik achter me als ik diep in gedachte ben verzonken. Ik draai me om en trek mijn wenkbrauwen op als ik zie dat Jay achter me staat. 

Ik zucht "Ja, ik wil niet dat jullie je eigen veiligheid op het spel zetten voor mij." hij neemt me op met donkere ogen en begint te lachen "Ik hoop het voor je, want als de hel uitbreekt, dan denk ik dat we toch te druk zijn om ons eigen hachje te redden." ik knik bevestigend, alsof ik dat niet weet. 

Ik draai me weer om en kijk naar het meer, als ik hoor dat de deur open en dicht gaat  bevries ik. Ik voel de rilling weer over me heen lopen en kijk snel mijn omgeving rond. Het is donker en ik moet me goed focussen.  Het gevoel komt bij het meer weg, ik loop richting het meer in de hoop erachter te kunnen komen wat de rilling betekend. Wederom zie ik een zwarte schim, maar deze lijkt langzaam op te kleuren, ik kijk snel om me heen of ik iets kan vinden om me te verdedigen. Ik zie niets en probeer me te focussen op mijn krachten, echter ik voel me helemaal leeg van binnen en het lijkt alsof mijn kracht en gevoel lam zijn gelegd. Ik sta als aan de grond genageld. 

De schim met de verschillende kleuren komt steeds dichterbij, maar nog steeds kan ik niet zien wie of wat het is. Als de schim eindelijk voor me staat heb ik het gevoel alsof de kleuren mij aan kunnen raken en ik voel me licht in het hoofd, er stroomt zoveel warmte door me heen. 

"Dag mijn kind, ik hoop niet dat ik je aan het schrikken heb gemaakt." mijn ogen richting zich op de bovenkant van de kleuren en ik zie een vrouw met lange witte haren. 

"Nee, ik ben niet geschrokken, maar eerder verbaasd. Wie of eh.. wat bent u?" de vrouw krijgt lachrimpeltjes bij haar ogen. 

"Ik ben Leah of althans is was Leah lang geleden. Nu ben ik niets meer dan een schim die over de wereld probeert te waken, al lukt dat niet erg goed." somber vervolgt ze "mijn kind, ik weet dat het allemaal veel is te verwerken wat je in zo'n korte tijd hebt moeten verwerken, maar het komt allemaal goed. Ik ben blij te weten dat je ouders eindelijk hebben verteld hoe speciaal je bent. Jij bent mij en ik ben jou. Het enige verschil is dat ik er al lange tijd niet meer ben en dat mijn kinderen en nageslacht niet volgens de regels leven die ik hen heb opgedragen. Er zijn zoveel oorlogen, zoveel verdriet en ieder is zo met zichzelf bezig. Zo heb ik ze niet opgevoed. Nu weet je dat er mensen verdwijnen, maar de reden waarom ze verdwijnen weet je niet, ik kan het je ook niet vertellen, maar wat ik wel weet is dat mijn vier kinderen samen horen te werken om erachter te komen." 

Leah kijkt mij aan en het enige wat ik kan is knikken. Ik heb het gevoel betoverd te zijn door haar prachtige gezicht en alle kleuren, iedere kleur is weer een andere emotie. Verdwaasd schud ik mijn hoofd en dan is ze verdwenen. 

"Aliva, kom je mee? we willen niet te laat komen bij Fiësta en de omgeving moet nog worden verkend!" roept Bo en zo word ik weer in de wereld van nu getrokken. Nog steeds verbaasd loop ik naar de groep toe en we vertrekken richting Fiësta.


Evenbeeld part I (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu