Hoofdstuk 18

13 1 0
                                    

Ik ren door een dorp, maar herken de huizen niet. Het lijkt een dorp, maar hoe langer ik ren des te meer lijkt het op een stad. Het is donker, alle lichten zijn uit en het is muisstil. "Dochter, wat is het fijn om te zien dat je bent gekomen. Zie wat je hebt veroorzaakt." ik glij uit en sta vlak voor een brug. De brug ligt bezaaid met lijken en als ik goed kijk is de rivier rood.

Ik gil en schrik wakker, verwilderd kijk ik om me heen. "Aliva, wat is er? Had je weer een nachtmerrie?" 

Ian komt overeind en trekt me naar zich toe. We zitten nog steeds voor de open haard. Als ik niets zeg til Ian me op en draagt me naar het bed. 

"Vertel het me eens, schatje. Waar droomde je over? Was het dezelfde droom als de vorige keer?" ik ril als ik de nachtmerrie weer voor mijn ogen zie en ben dankbaar dat ik bij Ian ben. 

"Het was een andere nachtmerrie. Dit keer veel erger. Ik loop door een dorp, tenminste in de eerste instantie is het denk ik een dorp, maar hoe langer ik loop des te groter het lijkt, alles lijkt op elkaar en het is donker. Alle lichten zijn uit en het is muisstil. Ik begin te rennen in de hoop iemand tegen te komen, maar dan glij ik uit bij een brug en zie ik dat de brug bezaaid is met lichamen. In de droom noemt een man mij dochter en zegt dat ik dat heb veroorzaakt." er trekt een rilling langs mijn rug en ik kruip dichter tegen Ian aan. Die me heen en weer wiegt als een klein kind. 

"stt maar, je bent veilig Aliva. Je bent veilig bij mij." en zo val ik weer in slaap me afvragend of ik nu gewoon zal dromen of dat de mannenstem terugkomt in mijn dromen.

Wanneer ik wakker wordt ligt Ian naast me en weet ik waar ik ben. Zonder hem wakker te maken trek ik een shirt en boxer van hem aan. Ik sluip naar beneden en ga op onderzoek uit. Het huis zag er gister zo mooi uit en wil dan ook dat meer van het huis zien, want Ian liet me alleen de kamers zien richting zijn eigen kamer. Slim bedacht, maar ik wilde toch meer zien. Uiteindelijk beland ik in de keuken en na een tijdje zoeken vind ik wat bloem, eieren en melk, wat betekend pannenkoeken festijn. Ik pak mijn telefoon en gooi mijn muziek aan. Er staan wat appjes voor mij klaar en ook een paar gemiste telefoontjes, maar ik heb even geen zin om te reageren. Ik begin met bakken, als ik een flinke stapel heb voel ik opeens twee handen op mijn heupen. 

"Ik dacht al wat ruikt het hier verdacht lekker. Zijn die voor mij? Mag het hopen van wel je hebt me gister behoorlijk afgemat." Ian drukt een kus in mijn nek. 

"Jij hebt mij afgemat bedoel je, wel lekker afgemat, maar het was toch echt jou schuld. En nee de pannenkoeken zijn niet alleen voor jou, maar ook voor opa Chris. Waar is hij eigenlijk?" ik leg weer een pannenkoek op de stapel en giet een nieuw laagje beslag in de pan. 

"Hoorde ik mijn naam? Wat ruikt het hier heerlijk. Ik heb geen pannenkoeken meer geroken sinds dat de kleinkinderen het huis uit zijn." Opa Chris komt lachend de keuken in. 

"Hebben jullie goed geslapen?" ik verschiet van kleur, hij zou ons toch niet gehoord hebben, maar als dat wel zo is dan laat hij het niet merken. 

"Over tien minuten zijn de pannenkoeken klaar. Als jullie de tafel even dekken, dan kunnen we zo aanvallen." de heren laten zich het geen twee keer zeggen en beginnen snel de tafel te dekken.

Als ik mijn pannenkoek wil aansnijden gaat mijn telefoon weer ik zie een onbekend nummer en neem op "Met Aliva Johnson" zeg ik zo beleefd mogelijk terwijl ik een stukje pannenkoek weg probeer te kauwen. 

 "Eindelijk! Aliva waar hang je uit? Is Ian nog steeds bij je. Ik denk dat jullie het beste naar huis kunnen komen." ik kijk naar Ian en mimet wat er aan de hand is. 

"Max, wat is er aan de hand?" ik zie Ian zijn houding veranderen en voel zijn kracht naar mij toe zweven, ik kijk hem aan alsof ik wil zeggen hou daar mee op. 

Evenbeeld part I (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu