~17~ Teresa, Ben en Newt

1.4K 68 40
                                    

25 Februari 2002

Ik hoor van alle kanten gelach komen. Ik heb vandaag mijn mooiste jurkje aangetrokken en strijk hem vol trots weer glad. De sfeer is vrolijk. Vandaag is de dag. De dag dat Julia terug komt uit het ziekenhuis. Joe had vannacht gebeld, om wel 3 uur! Mijn moeder kwam met tranen in haar ogen, van geluk natuurlijk, de kamer binnen. De bevalling was goed gegaan.
'Je bent een tante geworden.' had ze gezegd, een glimlach op haar lippen.
De deurbel gaat af. Het gelach veranderd in enthousiast geschreeuw. Ik sta snel op en ren naar de deur. Natuurlijk wil ik haar als eerste zien, wat verwacht je dan van een 11 jarige? Ik gooi de deur open en zie haar staan. Julia straalt, ondanks haar vermoeide houding. Joe staat achter haar, met volle trots. Ik laat mijn blik meteen vallen op het meisje in Julia's armen.
'Is ze niet mooi?' Zegt Joe, meer als een conclusie dan als een vraag.
Ik knik enthousiast. 'Kom mee! Iedereen staat te wachten! We hebben taart en thee en slagroom – heel veel slagroom – en Opa heeft oliebollen gemaakt - niet dat het nieuwjaar is - en Papa heeft voor jullie allemaal soorten wijn meegebracht – niet dat ik dat mag drinken, nee! – en Mama heeft heel veel thee gemaakt en iedereen heeft cadeautjes! We hebben alles wat jullie willen!' sla ik enthousiast uit.
Julia grinnikt en stapt voorzichtig het huis binnen. 'Kan je haar even vasthouden terwijl ik mijn jas ophang?'
Ik knik verbaasd en krijg voorzichtig de baby in mijn armen gelegd. Ik kijk vol bewondering naar haar. Ze heeft haar ogen dicht en ademt heel voorzichtig.
Een ontroerd geluid ontsnapt mijn lippen. Ik draai me weer naar Julia. 'Ze is echt heel mooi.'
Julia neemt haar weer over en loopt samen met Joe naar de woonkamer, die prop vol is. De hele familie is bij elkaar gekomen. Beide opa en oma's, al mijn ooms en tantes, mijn neven en nichten en natuurlijk Papa en Mama. Als we de deur openen slaat het geroezemoes om tot totale stilte. Iedereen staart naar Julia. Ik zie hoe opa een traan wegveegt, net als mama. Julia neemt voorzichtig plaats tussen Mama en oma in. Joe neemt plaats op een lege stoel en ik blijf staan.
'Och, wauw.' zegt Papa. Hij leunt naar voren om haar te kunnen zien. 'Ze is beeldschoon, net zoals haar moeder.'
Iedereen lacht en de stilte veranderd ineens in een heleboel vragen. Vragen of ze nog een ander kind willen, of ze een huis hebben, hoeveel ze woog – ik snap niet waarom dat belangrijk is –, of Joe al een goed betalende baan heeft en natuurlijk hoe ze heet.
Julia sust de hele kamer. 'Teresa. Haar naam is Teresa.'
Net alsof ze haar naam herkend opent Teresa haar ogen. Iedereen houdt zijn adem in. Ze steekt haar handje uit naar Julia. Julia lacht ontroerd. Iedereen begint weer gezellig te praten.


Ik voel hoe mijn maag zich plotseling omdraait. Ineens voelt het alsof ik naar een televisie scherm zit te kijken. Het geluid vervaag langzaam en het beeld wordt steeds trager en trager. Ineens hoor ik achter me gepiep. Ik draai me om. Ik kijk naar een ziekenhuis bed. Mijn vader en moeder zitten er naast. Ik zit om mijn moeders schoot, ondanks dat ik voor het bed sta te kijken. Ik wil dit niet. Ik wil weer terug naar de woonkamer, waar alles goed was. Ik draai me weer om, maar sta nu met mijn neus tegen een deur. Door het glas in de deur heen kan ik een kalender zien. 29 Juli 2001. Nee! Ik hoor hoe het gepiep langzamerhand trager wordt. Ik draai me met tranen in mijn ogen weer om. Mijn moeder knijpt hard in Julia 's hand. 'Blijf hier, Julia. Blijf vechten!' roept ze uit.

Mijn vader kijkt verschrikt naar de hartmonitor. Ik druk mijn gezicht in mijn moeders nek holte. Dan is er alleen nog maar een lange piep te horen die niet stopt. Ik voel de pijn die ik toen voelde. Alsof ik mezelf ben maar ook een toeschouwer. Ik draai me in paniek om en sla hard tegen de deur aan. Hij knalt open. Ik wankel even en vind mijn balans weer. Maar in de plaats van het ziekenhuis sta ik nu op een weg. Ik herken de omgeving maar al te goed, het Julianaplein. Ik probeer te gillen en te schreeuwen, maar niets helpt. Weer zie ik Julia op de rug van de jongen zitten. Weer voel ik dezelfde windvlaag die mijn nachtjapon laat wapperen. Weer zie ik haar afstappen en zeggen dat ze naar huis moet. Weer hoor ik achter me getoeter. Weer zie ik de auto recht door me heen rijden en weer hoor ik die ijzige gil. Dan sta ik weer in die donkere, smalle en muffe gang. Ik hoor weer dezelfde stem in mijn hoofd. Ik begin te rennen door de gang, weg van de stem.

{One night stand} Thomas SangsterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu