hoofdstuk 21

21.6K 726 62
                                    

De dagen erna blijf ik maar aan de droom denken.
Hij was zo levendig.

Ik kon elke aanraking, elke ademhaling voelen op mijn huid.

Die nacht was ik happend naar adem wakker geworden, heel mijn lichaam tintelde.

De rest van die nacht heb ik niet meer kunnen slapen.

De twee dagen erna lijkt ik wel een zombie.
Ik ga laat slapen en ik sta vroeg op.
Ik doe de klusjes in het huis en maak mijn huiswerk.

Ik probeer me zo goed als het kan bezig te houden met iets, maar toch zit ik meestal naar mijn plafond te staren.

Het is zondag namiddag en Ellen komt mijn kamer in gestormd.

'Nu vertel je me wat er is. Het lijkt wel of je uit een graf bent gekropen.' Zegt ze en kijkt me fronsend aan.

'Ik ben moe.' Mompel ik.

Want dat ben ik.

Moe van die jongens.

Moe van te dromen.

'Dat zie ik, je kunt misschien eerder gaan slapen.'

'Ik wil niet slapen.'

'Waarom niet?'
Ze komt bezorgd naast me liggen.

'Ik ben bang.' Ik onderdruk een snik.
Ik kan echt heel zwak zijn.

'Bang voor wat?'

'Bang van mijn dromen.' Zeg ik en kruip tegen haar aan.

'Wil je me vertellen wat er is gebeurd.'
Ik knik en vertel haar de droom.
Het klink raar, maar het voelde verschrikkelijk.

Twee jongens.

De twee jongens die een gave hebben om meisjes te verslinden.

De twee jongens die ik het meeste haat en waarvan ik ook het meeste hou.

De twee jongens die de grootste problemen hebben.

De twee jongens waar ik uit moest kiezen.

'Ik wil niet over hen dromen, ik wil niet denken aan hoe Taylor me stevig vasthield alsof ik zou verdwijnen. Ik wil niet denken aan hoe Jasper me zou vasthouden. Ik wil het vergeten.' Zeg ik met een snik.
Ellen geeft me een knuffel.

'Ga deze avond op tijd slapen en ik bewaak je hier wel. Geen enkele stomme jongen gaat zich in je dromen nestelen. Dan zullen ze eerst voorbij mij moeten.' Zegt ze met een grijns.

Ik grinnik.

Die nachtslaap ik als een roos.
Misschien komt het door de vermoeidheid of misschien door Ellen.

Ellen schud me ruw wakker.

'We moeten naar school vertrekken.' Zegt ze.

'Hoe laat is het?' Ik wrijf met mijn handen door mijn ogen.

'Kwart voor zeven.' Zegt ze en trek me recht.

Ik neem een wit kante topje met bloemen erop en een zwarte rok.
Als ik me eenmaal klaargemaakt heb, stappen we in de auto.

We komen aan op school en ik ga direct naar mijn kluisje.
Mijn zwarte hakken klakken op de vloer.

Dan komt Cynthia naar me toe gelopen.
Ze draagt een wit kleedje dat haar geweldig staat.

'He Cyn, hoe gaat het?' Vraag ik en zet mijn gezicht in een glimlach.

'Met mij goed, en jij?' Vraagt ze vriendelijk als altijd.

'Ik ben een beetje moe, maar voor de rest prima.'
Jammer genoeg is dat niet zo, ik voel me belabberd.

'Dat is goed, kom je mee dan vertrekken we al naar onze les wiskunde.'
Ik knik en samen lopen we naar het lokaal.
Het is leuk meet Cynthia, ze is altijd zo vrolijk.
Zou ze nooit een slechte dag hebben?

BadboysWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu