Badboys

Hoofddtuk 32

Jasper is goed.
Dat maakt alles nog erger.
Waarom moet hij nu weeral goed zijn in alles.

Ik kijk toe hoe hij elke bal netjes opvangt en weggooit.

Hij blijft een klootzak, maar hij is echt wel goed.

Hoe komt het zelfs dat ik hem nooit met andere spelers heb zien praten.
Ik heb hem eigen alleen nog maar met Alex, Dylan, Ian en Max zien praten.

Dylan speelt ook mee in de ploeg, hij en Jasper maken het meester team.
En hij staat ook nog best goed met dat pak.
Het is een feit.
Ik bedoel er verder niets mee.

De cheerleaders zijn veel te lenig om naar te kijken.
Ik voel me er alleen slecht door.

Jasper zal wel met hen allemaal al hebben gedaan.
De vetzak.

Toch voelt het niet goed.
Waarom elk ander meisje en ik niet?
Ik zucht.

'Wat is er? We zijn aan het winnen, je moet lachen.' zegt Cynthia blij.
Ik tover een glimlach op mijn gezicht.
Ze heeft gelijk, dit is leuk.
Ik moet niet aan die hufter denken.

Ik richt me meer op de wedstrijd en gil enthousiast mee wanneer we een punt maken of ze iemand op de grond gooien.

Het is een geweldige wedstrijd die ons school team dan ook wint.

Als de tribune leegloopt ga ik mee naar de uitgang.

'Ik moet eigenlijk wel naar de toilet.' zegt Emily als we bijna bij de parking zijn.

'Ik ga wel mee, ik moet ook.' zeg ik.

'Wij wachten wel hier.' zegt Alice.

Ik loop samen met Emily naar de toiletten die bij het veld zijn.

'En wat vond je van de wedstrijd?' vraagt ze als we er bijna zijn.

'Ik ken er nu wel niet veel van maar ik vond het echt leuk.' zeg ik met een glimlach.
Ze lacht.

'Over een paar maanden begrijp je het wel.' Zegt ze.
Ik lach met haar mee.

Als ik mijn handen was bij de lavabo hoor ik gegiechel op de gang.

Ik stap nieuwsgierig uit de toiletten en zie verderop een meisjes staan met een jongen.

Ze staan veel te dicht bij elkaar en ze zitten in elkaar.

'Stop, Jasper. Ik moet me nog klaarmaken voor je feestje.' zegt de stem die bij een cheerleader hoort.

Ik weet niet wat ik moet doen, het is niet dat Jasper en ik een koppel zijn.
Dat heeft hij toch heel duidelijk gemaakt.

'Maar ik krijg toch nog een overwinningscadeau van jou.' zegt Jasper met een zwoele stem.

'Je moet er niets van aan trekken. Jasper is gewoon een klootzak.' zegt Emily die achter me komt staan.

Ik knik en we gaan weer weg.

'Jasper, sttt, er zijn daar andere mensen.' zegt het meisje tegen Jasper.

Alsof dat hem iets kan schelen.
Denk ik bij mezelf.
Hoe meer mensen hoe beter hij het vind.

'He, waar ga je heen? Jasper, kom terug, ik moet je overwinningscadeau nog geven.' zegt de vrouwelijke stem plots.

'Laat me met rust Sharon. Ik moet vertrekken.' antwoord hij geïrriteerd.

De Sharon maakt nog een wanhopig geluid, ik heb medelijden met haar.
Jasper geeft helemaal geen zak om meisjes.

We komen rond acht uur aan bij het huis van Alice.
We doen allemaal onze kleedjes aan en beginnen aan de make-up.

Cynthia helpt mij en ik help haar.
Ik geef haar knalrode lippenstift.