Hoofdstuk 48

20.7K 642 91
                                    

P.O.V. Jasper

Ik sta om vijf na zeven bij Lena.
Ik heb geen idee of ik moet uitstappen, of dat ik moet blijven zitten.
Ik heb dit soort dingen nog nooit gedaan.
Ik ga normaal geen meisjes ophalen om naar school te rijden.
Ik neem geen zussen mee.
En ik maak al zeker geen kennis met hun vader.

En dat ga ik nu allemaal wel moeten doen. Ik heb mijn Porsche bij, dat leek me de meest deftigste auto die een vader zou kunnen wensen.

Ik negeer mijn klamme handen en stap uit de auto.

En nu?
Moet ik aanbellen?
Moet ik buiten wachten?
Moet ik mezelf binnenlaten?

Ik zucht en klop dan op de deur.

Waarom klop ik? Er staat verdomme een bel naast die deur.

Ik kan mezelf nu meteen wel slaan.

Ik hoor voetstappen de voordeur snel naderen en ik hoop dat het Lena is.
Zij is de enige bij wie ik echt kan kalmeren.

Als de deur opengaat kijk Ellen me fronsend aan.

'Wie we hier wel niet hebben, loverboy.' Zegt ze sarcastisch.

'Ellen, dat is ook lang geleden. Zijn jullie klaar?' Vraag ik op een kalme toon.

'Het is nooit lang genoeg.' Zegt ze als ze zich omdraait en loopt terug door de gang.

'Was dat een ja of een nee?' Roep ik vragend.

Aangezien ze niet antwoord sta ik maar wat te staan buiten.
Kan ik naar binnen gaan?
Is dat niet vreemd?

Ik zucht en stap dan naar binnen.
Ik ben de zoon van een miljardair en van een maffiabaas. Ik kan wel gewoon ergens binnenwandelen.

Ik volg de gang en kom in een keuken waar iedereen druk bezig is.
Dat betekend dat haar moeder de tafel afruimt dat haar vader de krant leest. Dat Ellen zich in de zetel heeft genesteld en dat Lena gehaast heen en weer holt.

'Wauw Jasper, je heb de weg naar de keuken gevonden.' Zeg Ellen sarcastisch.

'Ja, goed gezien Ellen.' Antwoord ik droog op. Ze moet me niet, wel ik haar ook niet. Ze kijkt me altijd zo aan. Ja, zo van dat het lijkt of ze al mijn geheimen kent.

Maar die kent ze niet, en die zal ze ook nooit allemaal kennen.

Ik ben gevuld met leugens, alles om me heen is een leugen.
Ik kan zelf niet met zekerheid zeggen of ik wel echt een zoon ben van mijn vader.
Mijn leven is een leugen.
En dat zal altijd zo blijven.

'Jasper, je bent zo vroeg. Dat had ik niet verwacht.' Zegt Lena terwijl ze alles ik haar grote handtas propt.

Ze heeft een mooi zwart jurkje aan. Het laat haar lichaam mooi uitkomen.
Het is met een band ik het midden.

'Ja, ik ben vroeg. Ik wil je op tijd naar school doen.' Zeg ik als antwoord.

'Oké, papa kun je mij niet gewoon weg doen. Ik wil niet samen met hen in één auto zitten.' Zegt Ellen met afkeer.

'Lieverd toch, laat je zus toch verliefd zijn.' Zegt hij lachend.
Ik kijk met een lach naar Lena en zie dat haar wangen een rode kleur krijgen.
Ze is toch zo schattig soms.

'Ben je klaar, liefje?' Vraag ik grijnzend.
Lena knik en wenkt Ellen die met een zucht recht staat van de zetel.

'Sorry, Ellen heeft soms een ochtend humeur.' Legt Lena uit.

'Wel tot vanavond meneer en mevrouw Rosiers.' Zegt Jasper vriendelijk.
Hun moeder lacht met die lieve lachrimpeltjes in haar ogen.
Ze is niet oud of zo, het is beginnend.

BadboysWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu