Hoofdstuk 26

20.7K 660 87
                                    

De hele dag kom ik Jasper niet tegen.
Ik zie hem zelfs niet dus nu heb ik niemand om te negeren.
Zijn vrienden zijn er ook niet.
Zelfs Lexi en Jade zijn er niet, vreemd.

Toch voel ik me de heletijd bekeken en als ik dan om me heen kijk zie ik hem nergens.

Misschien gaat onze afspraak toch niet door aangezien hij hier toch niet is.

Dat is weer typisch, de dag voor we een taak moeten inleveren komt hij niet naar school.

Wat een stomme hufter.

Al kan ik de taak wel alleen afmaken als ik wil.

Dus als de laatste bel gaat loop ik naar de parking waar papa heen zou komen.

Dan word ik plots opgepakt en over een schouder gelegd.

Ik gil en ik stamp, maar het heeft geen effect.

Ik zie alleen de grond en andere leerlingen die me verbaasd of lachend aankijken.

De kleding van de jongen die me over zijn schouder heeft gegooid is een jeans-jas met daaronder een zwart t-shirt.

Hij draagt ook nog zwarte sneakers tot zijn enkels.

Dit kan maar één iemand zijn.


'Jasper, laat me verdomme los. Ik vind dit niet grappig!' roep ik kwaad.

Daar lacht hij alleen maar om.


'Weet je dat wel zeker, ik denk anders dat je heel graag zo dicht bij me bent.'

Ik slaag hem hard op zijn rug.


'Ik kan je verzekeren dat dat niet zo is.'

Dan zet hij me neer en wil ik teug weglopen naar de auto van papa.

Dat wou ik toch doen als ik niet ben opgesloten tussen zijn slanke lange armen.


'Ik dacht dat je zo graag met me afsprak.' zegt hij met een sluwe grijns.


'Dat heb je verkeerd, ik eet nog liever een cactus dan dat ik met jou omga zeker als je altijd zo nodig moet verschijnen als ik het niet wil. Wat ook meestal is, en dat je verdwijnt wanneer ik je nodig hebt.'


'Dus je had me nodig? Als je me nu is belde was ik heel misschien gekomen.'

Ik draai met mijn ogen.


'En je kunt nog steeds niet op die manier tegen mij doen.' zegt hij als hij mijn gezicht stevig vastneemt.

Ik zucht.


'Laat me los, en vertrekken we? Ik wil dit snel gedaan hebben.' zeg ik en stap in zijn Ferrari.

Als hij ook in zijn auto zit, vertrek hij zoals ik vroeg onmiddellijk.

Er ontstaat een stilte.

Ik begin me best ongemakkelijk te voelen.


'Waarom was je vandaag niet op school?' vraag ik twijfelend.


'Zo bezorgd.' antwoord hij grijnzend.


'Dat mag je hopen, ik ben gewoon nieuwsgierig.' antwoord ik.

BadboysWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu