Hoofdstuk 47

20K 632 36
                                    

P.O.V. Lena

Ik word wakker met mijn hoofd steunend op Jasper zijn borstkas.

'Goedemorgen engel.' Zegt hij lachend.
Ik kreun en draai me om en leg een kussen over mijn hoofd heen.
Hij lacht en neemt het kussen van mij af.

'Vriendelijk als altijd.' Zegt hij en steelt een kus van mijn lippen.

'Zo ben ik nu eenmaal, waarom maak je me zo vroeg wakker?' Zeg ik geïrriteerd.

'Je bent zelf wakker geworden en omdat het niet echt ochtend is. Eerder avond.' Zegt hij grijnzend.

'Dat meen je niet.' Zeg ik verbaasd.
Jasper knikt en stapt uit zijn bed.
Hij vist een t-shirt van de grond en trekt die aan.
Dan valt er iets op.

'Wacht, wacht.' Zeg ik en ik snel naar hem toe.
Jasper kijk me anders aan alsof ik gek ben geworden.

'Ik wist niet dat je hier ook een tattoo hebt.' Fluister ik en ga over de lijnen van de tatoeage.

'Wat is het?' (Zie foto hierboven.)

'Een adelaar.' Antwoord hij afwezig en trekt zijn t-shirt erover heen.
Ik zucht, waarom wilt hij niet dat ik de betekenis weet van zijn tattoos.

Ik neem mijn topje en broek die uit zijn gegaan omdat het veel te irritant zat.

Ik trek ze snel aan en doe mijn schoenen aan.

'Als je klaar bent kom je dan naar beneden?' Vraagt Jasper en gaat de kamer al uit.

Ik neem mijn rugzak en loop dan naar beneden.

Ik heb net nog op een klok gekeken en het was iets na half tien.
'S avonds.

Ik zucht en daal verder naar beneden.

'Je bent klaar dat is goed.' Zegt Jasper en neemt me mee naar de garage.

'Bedankt voor het lekkere eten Ria, en al de rest dat je voor me gedaan hebt.' Roep ik door het huis.

'Wel ik denk dat ze het gehoord heeft.' Zegt Jasper sarcastisch.

'Dat was ook de bedoeling.' Zeg ik als excuus.

Als we ik de garage zijn gooit Jasper iets naar me toe.
Ik vang het met moeite. Maar ik had de zwaarte van het ding onderschat en ik laat het nog steeds vallen.

'Nu heb je ook getest of hij nog stevig is.' Zegt Jasper lachend.
Ik bekijk het ding en zie dat het een helm is.

'Nee, nee, nee, nee, nee. Is het duidelijk? Ik bedoel dus nee.' Zeg ik snel ik doe al snel een paar stappen achteruit.

'Komop liefje, je kunt het wel. Ik heb al mijn vertrouwen in je.' Smeekt Jasper.

'Ja, dat is dus niet wederzijds.' Zeg ik snel.

'Het word leuk, ik kan al heel mijn leven motor rijden. Dus je moet je om mij heen zorgen te maken.'

'Ik maak me meer zorgen over mijn eigen veiligheid.'

Ik ga naar de Porsche en ga er wat op hangen.

'We kunnen ook gewoon een van je auto's gebruiken?' Vraag ik hoopvol.

'Je kunt hier ook blijven, maar dat zouden je ouders waarschijnlijk nog een grotere hartaanval hebben.'

Ik zucht.

Dood gaan terwijl we laat huis rijden of dood gaan als ik ooit naar huis ga.

Dat is wel een moeilijke beslissing.

'Fijn, maar ik ga heel hard gillen onderweg. En als je ook maar ergens te dicht bij die verdomde grond komt slaag ik je verrot.' Zeg ik geïrriteerd. Ik loop naar de helm en raap hem met tegenzin op.

'Dat is geweldig.' Zegt Jasper zegt een grote grijns.
Ik zucht en volg Jasper als hij zijn motor eruit duwt.

'Dus zet je helm op.' Beveelt hij me.
Ik zucht luid zodat hij het zeker heeft gehoord, maar doe het toch.

'Het staat nog niet in mijn verlanglijstje voor kerstmis om overreden te worden.'zeg ik tegen hem als ik achter op zijn motor ga zitten.

'Daar zal iets gedaan aan moeten worden, maar het doodgaan zie ik ook niet echt zitten.' Zegt hij nog en klapt zijn helm dicht.

Ik draai een keer met mijn ogen en hij start zijn motor.

Al bij de derde bocht klem ik me stevig vast aan Jasper.
Ik heb mijn armen om zijn middel geslagen en knijp helemaal fijn.

Dat blijft zo tot ik aankom bij mijn huis.

'Is het gedaan?' Vraag ik als ik mijn ogen opendoe.
Jasper grinnikt.

'Ja, liefje, alles is gedaan.' Zegt hij dan en drukt een kus op handpalm.

Ik lach en stap wankelend van de motor.

'Bedankt om me af te zetten. Als je er niet de rit van op de motor mee berekend.'

'Je vond het geweldig.'

'Morgen zal ik het woord geweldig juist uitleggen aan jou. Ik denk dat je het verkeerd hebt geleerd.'

'Ik vond onze dag anders wel leuk.' Zegt hij met een sexy knipoog.

'Ja, jij wel. Grapje, wat ben jij goed gelovig.' Leg ik lachend uit.

'Je ouders staat bij je raam dus ik ga ook vertrekken.' Zegt hij dan.
Ik trek een pruillip.

'Kun je niet blijven slapen?' Vraag ik droevig.

'Nee, het spijt me.'

 Ik schud mijn hoofd en geef hem een knuffel.

'Ik kom je morgenvroeg ophalen samen met je zus. Is dat goed?'

'Ja dat is prima.' Zeg ik en leg mijn hoofd in zijn kuiltje onder zijn nek.

Hij geeft een kus.

'Ik zie je morgen.' Zegt hij en rijd weg.

Dan ga ik ook naar binnen.

'Lieverd, je bent te laat.' Zegt mama met een zucht.

'Jasper zijn auto deed het niet dus moesten we met zijn motor komen.'

'Oké, het is goed voor één keer he.' Zegt mama en gaat terug naar de living.

Ik slenter de trap op en laat me op mijn bed vallen.

Ik begrijp niet waarom ik zelf ziek ben geworden.

Dan herinner ik me die Arthur.
En de kogel van Jasper.
Alles is terug, maar ik kan het nu plaatsen.

Hij moest dat doen, en met die gedachte val ik in slaap.



BadboysWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu