2

5.6K 201 20
                                    

*tijdsprong naar vrijdag, de dag voor de verjaardag van Vicki.*

Vicki

Eindelijk, het laatste examen is gedaan. Nu alleen nog wachten op de uitslag.

Ik heb afgesproken om met Anna en Sanne het dorp in te gaan, om te vieren dat we onze examens achter de rug hebben.

We lopen lachend naar onze fietsen, en stappen op. Met z'n drieën naast elkaar fietsen we weg, richting het dorp.

Eenmaal aangekomen in het dorp, lopen we winkel in, winkel uit. Zo doen we dat altijd.

Na een paar uurtjes, zitten we met z'n drieën op het terras, genietend van een glas koel drinken. Onze nieuwe aanwinsten zitten in de tassen naast onze stoelen. Ik heb er 4 in totaal. Sanne 5 en Anna ook 5.

'Ik heb honger', mompel ik. Sanne en Anna rollen met hun ogen en zuchten dan.

'Je hebt altijd honger', zegt Sanne. Anna knikt instemmend.

'Ja, dat klopt', geef ik eerlijk toe. We schieten in de lach.

Tot Anna opeens stopt met lachen, en me medelevend aankijkt. Ik kijk haar vragend aan en ze bijt op haar lip.

'Niet achterom kijken!' waarschuwt ze me.

Maar ik zou Vicki Sneider niet zijn geweest, als mijn nieuwsgierigheid het niet overnam van mijn verstand. Helaas voor mij.

Daar in de verte, bij dat ene Kruidvat winkeltje, stond míjn Bram te zoenen met de slet van de school: Kimberly.

Mijn hart stopte voor een moment met kloppen. Mijn ogen liepen vol met tranen. Mijn bloed begon in mijn aderen te koken.

Voor ik wist wat ik aan het doen was, stond ik op en rende ik naar het zoenende stel toe. Ik trok Bram weg van Kimberly en gaf hem een rake klap in zijn gezicht. De verbazing en de schuld was in zijn ogen te lezen, maar ik negeerde het. Ik gaf hem nog een rake klap in zijn gezicht, voor ik weer wegrende naar het terrasje, waar Anna en Sanne nog steeds zaten.

'Kunnen we naar huis?' vroeg ik, terwijl ik mijn tassen pakte van de grond. 'Ik heb geen zin om hier nog één seconde te blijven.'

Sanne en Anna dronken snel hun glas leeg. We betaalden de rekening, en stapten toen weer op onze fietsen.

Eenmaal thuis aangekomen, deed ik huilend de deur dicht. Steven en mijn moeder keken me vragend en verbaasd aan, maar ik had geen zin om te praten.

Ik moest eerst iets belangrijks doen: de foto's van Bram en mij verscheuren en verbranden. Daarna zou ik pas praten.

Ik rende naar boven en trok alle foto's van de muur af. Ik ging op bed zitten en begon de foto's te verscheuren. Bij elke verscheurde foto voelde ik me een stuk beter.

Ondertussen bleef mijn mobiel trillen in mijn zak. Dat deed die al vanaf dat we wegreden van het terrasje. Het is vast Bram, met een of ander zwak excuus.

De kamerdeur ging langzaam, maar krakend open en Steven liep naar binnen. Zodra hij mij zag, slikte hij even en friemelde hij ongemakkelijk aan zijn shirt.

'Gaat het?' vroeg hij zacht. Mijn luide snikken vulden de kamer, en dat was voor hem een teken dat hij me een knuffel moest geven.

Ik huilde uit in zijn shirt en voelde zijn hand geruststellend en troostend over mijn onderrug gaan.

He is my brother?! (N.H) *1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu