Hoofdstuk 5

262 17 0
                                    

'Wist jij dat het Grijze Jagers, of hoe ze zichzelf nu noemen: Rangers, waren?' vraagt Semaine aan mij. Haar ogen staan verbaast en haar wenkbrauwen schieten de lucht in. Prompt schiet ik in de lach en ze lacht met me mee. Waarschijnlijk is dat het laatste beetje spanning wat we eruit lachen, want het lucht in ieder geval een beetje op.
'Nee, ik had wel een vermoeden, maar dit had ik nooit verwacht.'
Semaine schud haar hoofd.
'Nee, ik ook niet. Maar toch vind ik het stiekem wel gaaf.'
'Mja, ik weet niet echt wat ik ervan moet vinden, maar... Ja ik zie het wel als een uitdaging. Maar een jaar lang zonder telefoon? Hoe houden we dat vol. Ik bedoel: ik kijk zoizo ongeveer elk uur op me mobiel om te kijken of ik geen whatsapje ofzo heb, en ik mis hem nu al. Na één dag!' roep ik verontwaardigd uit.
'Ja, dat is waar,' zegt Semaine lachend, 'maar juul, ik denk dat je niet eens de kans krijgt om aan je mobiel te denken zo hard we moeten gaan trainen. Heb je die boeken van de Grijze Jager wel is gelezen?' vraagt ze en ik ben bang dat ik weet waar ze heen wilt.
'Ja, de eerste.' antwoord ik twijfelend.
'Nou, dat is genoeg. Want in dat eerste boek alleen al waarin Will Grijze Jager wordt...' bij de naam Will, schieten mijn ogen onwillekeurig over het veld naar daar waar de Rangers allemaal bij elkaar in groepjes zitten te eten. Als je ze nu zo ziet is het zo duidelijk dat ze Rangers zijn. Allemaal een cape, boog en die rare messen. Ondertussen gaat Semaine gewoon verder met haar geklaag.

'Hij moest eerst elke dag dat huis boenen en laten blinken, totdat het zo glinsterde dat het te fel werd voor je ogen. En daarna al die spier oefeningen en het pijl en boog schieten ook nog erbij. Eerlijk gezegd zie ik er nu al tegenop om te beginnen met die training. Het is zo zwaar...' en zo gaat haar spraakwaterval nog wel een tijdje verder. Mijn ogen glijden over het veld en ik zie dat het al helemaal donker is geworden. Het enige licht wat er is komt van het kampvuur achter mij. Mijn ademhaling versnelt en mijn hart bonkt luid. De angst in mijn binnenste speelt weer op en ik probeer het te negeren, maar het mislukt grondig en snel kijk ik de andere kant op naar het licht, het kampvuur. Ik slaak een beverige zucht als ik merk dat de angst in mij niet afneemt. Opgelucht merk ik op dat het ook niet toeneemt dus het gaat wel weer over. Ik adem diep in en uit en mijn hartslag wordt langzaam weer normaal. Ik zie verderop Will naar me kijken en zijn een wenkbrauw schiet de lucht in. Ik probeer een glimlachje en kijk daarna gauw de andere kant op. Ik richt mijn aandacht maar weer op semaine en probeer haar gepraat weer te volgen. Tot mijn grote schrik is ze stil en zit ze mij aandachtig op te nemen.

'Wat was dat?' vraagt ze, een beetje nieuwsgierig geworden.
'O gewoon een onderonsje tussen mij en die... Ranger.'
'Nee, niet dat. Dat snap ik ook wel, maar ik bedoel. Nee, kijk. Laat ik het zo zeggen. Nou, aaargh.' het is voor het eerst dat ze niet uit haar woorden komt en geamuseerd kijk ik toe hoe ze op verschillende manieren probeert duidelijk te maken wat ze bedoelt. Uiteindelijk is ze eruit:
'Jij zat naar dat bos te kijken en opeens deed je heel angstig. Stond daar iemand ofzo?'
'Nee, het is...' ik aarzel. Wat moet ik zeggen? Moet ik liegen en zeggen dat het niks was? Of moet ik gewoon de waarheid vertellen en zeggen dat ik bang ben voor het donker? Ze hoeft de reden toch niet te weten? Ik besluit het maar gewoon te zeggen. Angst is oké, dat zei Will toch net?

Al die tijd zit Semaine rustig te wachten tot ik antwoord zal geven. Ik zie in haar ogen dat ze weet dat er wat mis is en dat ze het accepteert als ik het niet wil vertellen. Maar ik ga het wel zeggen. Het zijn maar zes woordjes. 'Ik ben bang in het donker.' het is er uit voor ik er erg in heb, maar het is goed. Ze mag het weten.
'O, echt waar?' vraagt ze een beetje overbodig. 'En waarom dan, als ik vragen mag?'
'Omdat...' weer aarzel ik. Zal ik het haar vertellen? Kan ik haar wel vertrouwen?

'Kan ik je vertrouwen? Vertel je het alsjeblieft niet door?' Semaine schud haar hoofd en kijkt mij vol nieuwsgierigheid aan.
'Pinkie swear?' vraag ik nog voor de zekerheid.
'Pinkie swear!' zegt zij en onze pinken verstrengelen zich met elkaar. En op dat moment weten we allebei dat we vriendschap gesloten hebben. En niet zomaar een vriendschap! Nee, een vriendschap op leven en dood. Een wederzijds verbond. Ik zie in haar ogen hetzelfde als dat wat waarschijnlijk in mijn ogen te zien zal zijn en ik vertel mijn verhaal. Met horten en stoten komt het eruit. Ik zie de ogen van Semaine steeds groter worden.

'Echt, die klootzak die dat gedaan heeft zal er voor moeten boeten!' ze schreeuwt het bijna en een paar kinderen kijken onze kant op. Ik gebaar dat ze zachter moet doen. 'Sorry!' fluistert ze bijna en ik grinnik.
'Zo zachtjes nou ook weer niet!'
'Haha oké, normaal dan. Maar effe serieus. Ik vind het zo zielig voor je. Ben je nog wel ehh...?' ik knik.
'Ja dat hadden ze gelijk gecontroleerd, maar alles klopt nog en alles doet het nog normaal zoals het hoort. Alleen, sindsdien ben ik bang voor donker. Gek hè?'
'Nee joh, dat is helemaal niet gek. Dat is toch heel normaal? Ik zou het ook zijn als ik jou was. Kom op zeg, dat is toch niet niks. En dat gewoon terwijl je je moeder aan het zoeken was. Arm kind' ze geeft me een dikke knuffel. Ze plet me helemaal en ik moet moeite doen om adem te halen. Eindelijk laat ze los en krijg ik weer lucht.
'O, sorry! Gaat het? Ik ben ook zo onhandig de laatste tijd. Maar ja, dat hoort bij het puber zijn volgens bepaalde mensen. Het leven is zwaar en het leven is moeilijk. Niks aan te doen! Nee, toch? Dat is toch gewoon...' ik onderbreek haar woorden stroom met mijn vraag:
'Praat jij altijd zo veel?'

'Ja, sorry! Ik weet het. het is erg he? Ja het zit in de familie. Mijn moeder praat veel en mijn vader praat veel. Mijn broertje is altijd heel stil. Hij is een beetje het buiten beentje van de familie. Mijn oma daarentegen... O sorry daar ga ik weer hè? Sorry, sorry sorry!' ik schiet in de lach. 'Het is tenminste beter dan de stilte bij mij thuis. En het leid me een beetje af. Ga vooral door hoor.'

Daar nam ze graag gebruik van. En ze kletste honderd uit over haar familie en ik over de mijne. Er werd veel gelachen en het werd een gezellige avond. Totdat één van de Rangers verzon dat we naar bed moesten...

De jacht op de JagerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu