Hoofdstuk 19

176 10 0
                                    

De rest van de maand vliegt voorbij en voor we het weten is het alweer de laatste dag.

'Mensen, vandaag is het de laatste dag.' ik zit weer bij het kampvuur naast een verdrietige Semaine. Dat arme kind zit er helemaal doorheen. Ik weet niet wat ze heeft maar ik maak me echt zorgen. De laatste week werd ze alleen maar sacherijniger en snauwde me de hele tijd af. Een tijdje later kwam ze dan weer terug en zei dat het niet aan mij lag. Als ik dan vroeg aan wie het wel lag, wilde ze dat niet vertellen. Nou ja, dan zal het wel.

'Jullie hebben een maand lang geleerd om de basis van allemaal dingen onder de knie te krijgen. En vandaag zal dat getoetst worden. Het telt niet mee voor een eindexamen of zo. Dus het is gewoon om te kijken, of jullie het allemaal snappen.'

ik maak me niet zo'n zorgen. Ik heb wel hard moeten werken maar ik heb het wel aardig onder de knie, denk ik. Vooral het wiskunde was lastig. Soms snapte ik er serieus helemaal niks meer van. Maar ik was niet de enige.

'Als jullie allemaal even achter elkaar gaan zitten in rijen, dan gaan we beginnen.' ik hoor een diepe zucht van naast me komen. Ik kijk even naar Semaine. geruststellend knijp ik even in haar hand.
'Het komt wel goed!' fluister ik. Ze knikt en gaat schuifelend achter me zitten.

Met een zucht kijk ik naar het papier. Weer zo'n ellendige wiskunde som. Waarom leren we dat eigenlijk? Opeens word mijn aandacht getrokken naar een klein maar niet onbelangrijk detail. Aha! Nu snap ik hem.
Ik maak de som af en met gemak vul ik de rest ook in.

In de tent wacht ik tot Sem, Semaine of Jeroen ook klaar is.
Sem komt als eerst de tent binnen en ik ren op hem af. Ik trek hem in een knuffel.
'En hoe ging die?' vraag ik in zijn haar. Ik snuif zijn geur op en ik val figuurlijk flauw. Wat ruikt hij toch weer lekker. Met tegenzin laat ik hem los en geef een kus op zijn wang. Sem straalt. En ik dus ook.
'Geweldig! Tot jij weg ging. Ik kon me gelijk niet meer concentreren en dacht aan straks. Wanneer we elkaar maar eens per maand zullen zien.'

BAM! Die komt binnen.
'O ja. Ik was het even vergeten.' zeg ik bedroefd. gelijk is de gelukkige sfeer van net alweer weg.
Ik laat mijn armen zakken en loop terug naar mijn bed. Ik laat mezelf erop vallen. Ik zucht eens diep. Straks moeten we weg. Shit.
Plof! Sem komt naast me liggen. Plof! Plof? Ik kijk op. Semaine is ook binnen gekomen en ligt nu ook op mijn bed. Plof! Alweer plof? Ik kijk weer op. Jeroen is ook binnen gekomen en ligt nu ook half op mijn bed. Daar liggen we dan. Allemaal bij elkaar. Allemaal mentaal afscheid aan het nemen van elkaar. Voor weer een hele maand. Ik nog het meest van Semaine en vooral Sem. Met Jeroen heb ik niet zo veel. Maar hij is wel aardig, hoor. Dat wel.
Ik rol op mijn zij en kijk naar Sem. Hij doet hetzelfde en kijkt naar mij.
'Ik ga je missen.' zeg ik verdrietig.
'Ik jou ook.' zegt hij, al even verdrietig.
En hij zoent me. Ik zoen gelijk terug. Het zal waarschijnlijk een van de laatste zoenen zijn die ik krijg voor een hele maand dus ik geniet ervan. Hij haalt zijn hand door mijn haar.
'Hoe kom je toch aan dat zachte haar?' vraagt hij verbaasd. Ik lach en haal mijn schouders op.
'Ik heb eerlijk gezegd geen idee.'
'Ach wat maakt het ook uit.' zegt hij en haalt zijn schouders op. We zoenen nog een keer.
'Ah bah, ze doen weer klef!' tettert Jeroen door onze kus heen.
Sem stopt, kijkt me aan en rolt even met zijn ogen. Hij draait zich om naar Jeroen.
'Wil je een stomp?' snauwt hij.
'Nee dankje.' Jeroen kijkt beledigd.
'Houd je mond dan eens!'
Ik lach. Jeroen is er altijd om de sfeer een beetje gezellig te houden met zijn bijdehante opmerkingen. Ahum ahum. Hè ik krijg plots last van me keel. Wat vervelend nou.

Ik sta op en loop naar de ingang. Ik duw de tentflap opzij en meteen weer dicht. Ik draai me om naar de jongens en Semaine op het bed en schiet plots in de lach. Sem licht daar met zijn hoofd omhoog en het ziet er supergrappig uit. Semaine ligt precies hetzelfde en Jeroen. Tsja ik weet niet hoe die ligt, maar het is in iedergeval raar. Ik sla dubbel van het lachen en ik krijg de hik.
Heel erg. 'Het. Hik. Regent. Hik. Buiten!' grrr, stomme hik. Jeroen staat in een vloeiende beweging op uit zijn rare positie en loopt op me af.

'Ja schat? Regent het buiten. Ahh wat triest voor je honnypony. Het komt wel goed, hoor. kom maar hier. Even lebberen!' hij steekt zijn tong uit en beweegt die op en neer. Met zijn armen doet hij alsof hij iemand omhelst en het ziet er superfout uit.
'Jeroen! Gedraag. Hik. Je!'
Ik ren gillend met een kussen van een random bed op hem af en sla hem keihard voor zijn hoofd. Dat laat hij niet op zich zitten en hij rent naar een bed en pakt ook een kussen. Semaine doet maar wat graag mee en andere kinderen grijpen ook al naar hun kussen.

Al snel is de hele tent in een groot kussengevecht beland. Ik mep alles en iedereen die maar in de weg loopt om zijn oren met een kussen. En dat zijn er nog al veel want ik sta midden in het strijdgewoel. Uiteindelijk stop ik en laat me op een bed vallen. Mijn hoofd doet weer pijn. De laatste restjes gif van de drogering zijn nog steeds niet uit gewerkt. Het is serieus een maand geleden! Die stomme, kut jurgen heeft het wel bond gemaakt.
Hij had me gedrogeerd omdat mijn hoofd hem gewoon niet aanstond, zei hij. Nou mij stond zijn hoofd ook niet aan en dat heb ik dus maar even grondig verbouwd, totdat het me wel aanstond. Mens, ik was me boos toen. Er moest echt iemand met een mes aan te pas komen om me te kalmeren. Anders was jurgen echt dood geweest. Dat was hij nu nog net niet. Jammer voor hem, maar ik heb echt geen medelijden.

Een steek van hoofdpijn schiet door mijn hoofd en ik krimp in elkaar. Ik moet me ook niet zo druk maken. Ik ga rechtop zitten en leun met mijn hoofd tegen de muur. Ik word opeens heel moe en val bijna in slaap. Ik voel nog net dat Sem naast me komt zitten. Het enige wat ik nog kan denken is: kut Jurgen. Kut Jurgen. En dan val ik tegen Sem aan in slaap. Stomme kut jurgen!

De jacht op de JagerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu