Hoofdstuk 10

236 14 0
                                    

Ik word wakker van het natte en plakkerige zweet wat aan mijn lichaam plakt. Ik stap uit bed en ik vergeet niet wat Will tegen me gezegd heeft. Als je wakker bent kleed je je aan en kom je mij wakker maken, of ik ben al wakker. Ik trek mijn bed recht en dan zie ik het:

Een grote rode vlek. Vlug kijk ik naar mijn pyjama broek en daar zit het ook. 'Kut.' mompel ik en snel ren ik naar de badkamer met schone kleren en schoon ondergoed. Ik doe de douche aan en stap eronder. Vliegensvlug was ik mezelf grondig en daarbij ook mijn kleren en de gore bedlakens. Ik heb dit thuis al vaker gehad en dus weet ik wat ik moet doen. Ik ruk alle kastjes en laatjes open, opzoek naar iets van een emmer of zo, maar ik vind niks.
'Shit, shit, shit. Waarom hebben dit soort idioten die ze mannen noemen nou niet eens een emmer in huis.'
Met een hoofd als een tomaat loop ik naar de woonkamer waar Will zit te wachten met het ontbijt en hij kijkt me raar aan. Één wenkbrauw schiet de lucht in en hij vraagt: 'Vanwaar al dat gestommel en gevloek deze vroege ochtend?' heel snel vertel ik hem wat het probleem is en tot mijn grote genoegen word zijn hoofd ook een beetje rood. Zijn ogen worden in ieder geval groter en vallen bijna uit hun kassen. 'Eehm, ja. Er staat een emmer buiten en koud water is ook buiten te vinden. Ik ga vanmiddag wel naar het dorp en haal paracetamollen en al die andere meiden zooi.' ik knik en maak al aanstalten om weg te lopen als hij zegt. 'Welke en wat moet ik eigenlijk voor je meenemen? Ze hebben altijd honderden soorten en maten voor die vrouwen van jullie.' 'eehm, doe maar rotjes. Die zijn makkelijker voor alles wat ik nog moet doen. Doe maar die met vier druppels. Je weet maar nooit.' hij kijkt me niet begrijpend aan en ik zeg: 'Als je nu gewoon aan die vrouw van de balie vraagt dat je rotjes van vier druppeltjes moet kopen voor je dochter dan snapt ze dat heus wel.'
'Maar je bent mijn dochter helemaal niet!' ik rol met mijn ogen en zucht eens dramatisch: 'mannen!'

Nadat ik alle sporen weggewerkt heb beginnen we aan het ontbijt. Het is een heerlijk onbijt met gebakken ei en spek. Een geroosterd brood en jam. Simpel maar lekker. Blijkbaar had Will zin in een lesje sevo want hij vraagt me de oren van het hoofd: 'En hebben jullie vrouwen dit dan elke maand?' ik zit onderuitgezakt op een stoel en kauw op het spek. Mijn hoofd steunt op mijn hand en het ziet er vast niet uit. Maar ja. Dat mag gewoon. Zeker nu mijn leven weer geëindigd is voor een week...

'Ja dit hebben wij vrouwen elke maand. Tenminste, als het goed is.' Will knikt begrijpend. Gelukkig hoef ik hem niet de hele theorie uit te leggen, want daar heb ik totaal geen zin in. En dat is echt beschamend ik ben geen bio lerares.

'En doet het pijn?' de volgende vraag word alweer op me afgevuurd. 'Ja, het doet pijn. Elke keer voel ik weer die pijn van toen die mannen... Nou ja, je weet wel.' Weer knikt Will.
'En worden jullie dan ook...' ik onderbreek hem ruw omdat ik plots opsta en mijn stoel bijna achterover klettert.
'Nu ben ik het zat! Jeetje Mina, je lijkt wel een kleuter zoveel vragen je stelt. Vind je het nou echt zo interresant? Moet ik je ook nog heel het verhaal tot in detail vertellen over hoe kinderen gemaakt worden of ben je nu klaar?'
Wills ogen twinkelen van plezier. O ja en hij vind het nog leuk ook als ik zo reageer.
'Laat die vraag maar zitten. Ik weet het antwoord toch al.' zegt hij met een gezicht die verraad dat hij moeite moet doen om zijn lachen in te houden.
'Wat wou je vragen dan?' bijt ik hem toe.
'Of jullie dan ook sacherijnig werden maar je hebt zonet zelf het antwoord gegeven: Ja dus!'
Hij grinnikt.
'Vind je dat grappig?' nu ben ik echt kwaad. Mijn hoofd loopt rood aan van ingehouden woede.
'Ja, heel erg!' Hij proest het bijna uit van het lachen. Kleuter!
Woest smijt ik mijn mes op mijn bord neer, plof op mijn stoel en laat mijn hoofd in mijn handen steunen.
Iets in me zegt dat dit nog een zwaaaaare week gaat worden.

Na het eten vertrekt Will naar het dorp, op zijn paard, en krijg ik de opdracht om het huis op te ruimen en netjes te maken voor gasten. 'En bereid je voor, vanmiddag gaan we gewoon hardlopen. Ongesteld of niet.' zijn stem klonk alsof hij geen tegenspraak duldde dus ik legte me er maar bij neer. Goed dan, het is net gym. Daar moet je ook altijd persé meedoen.

Dus nu sta ik hier als een echte huisvrouw mijn bed op te maken en de vaat te doen. Simba, zo heet de hond, trippelt vrolijk rondjes om me heen. Ik word er kriebelig van en krijg zin om de hond een rot schop te verkopen.

Als ik dan de vloer ga dweilen en dat beest gaat ook nog in de dwijl gaat bijten heb ik het helemaal gehad. Ik geef het beest een tik om zijn oren en wijs naar buiten. 'Ga jij maar buiten spelen. Ik heb het helemaal gehad met jou. Jeetje Mina zeg, ik lijk mijn moeder wel. Ik neem nooit kinderen.' natuurlijk moet precies op dat moment Will binnen komen en hij buldert van het lachen. 'Daar denk jij later wel anders over, reken maar.' hikt hij.
Boos ga ik verder met dwijlen. De vloer wordt zeiknat, maar wat kan mij het schelen. Het is niet mijn huis. Will roept nog dat hij de troep in de badkamer smijt en dat ik zelf maar moet uitzoeken wat ik er mee doe, maar het interesseert me niet meer. Hij stikt er maar in...

Druppels zweet lopen over mijn voorhoofd en ik veeg ze met de rug van mijn rechterhand van mijn voorhoofd af.
'Nog even volhouden, we zijn er bijna!' zegt will. Zelf ziet hij er ook niet helemaal topfit uit en ik knik. De woorden blijven in mijn hoofd malen. 'We zijn er bijna. We. Zijn. Er. Bijna.' bij elk woord komt mijn voet neer op de ruwe bosgrond en ik vind mijn ritme erin. Het lopen gaat er ietsje makkelijker door en ik zet weer een beetje de pas erin. Will knikt goedkeurend en daar vrolijkt mijn humeur weer een beetje van op. Doe ik toch nog iets goed vandaag...

De jacht op de JagerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu