Hoofdstuk 26

168 13 0
                                    

'Nee, kijk!' zeg ik geduldig tegen Semaine die heel dapper probeert pijlen af te schieten. Maar, om eerlijk te zijn, kan ze het nog niet echt goed. En daarom help ik haar nu.

'Je moet je armen zo naar achteren trekken, dat je, én je armspieren en je rugspieren en je schouder spieren gebruikt. Dan kan je het verst trekken. En dan gaat de pijl dus ook verder en sneller.'

Semaine knikt en probeert het nog eens. Ze pakt een pijl, legt die op de pees en trekt hem uit alle macht naar achteren. Ze laat tegelijk de pees los en de boog naar beneden vallen, zodat hij nog wel in haar handen bungelt.
'Nee, dat moet je niet doen!' roep ik geschrokken uit. 'Je moet je boog in dezelfde positie houden anders geef je de pijl net een tikje en dan gaat hij scheef of minder snel.'
Semaine laat een diepe zucht horen.
'Kom op, je leert het wel!' troost ik haar bemoedigend.  Ze knikt en glimlacht even. Dan pakt ze haar boog weer normaal beet en schiet nog een paar keer.
Ik kijk er naar en zie dat het wel beter gaat. Opeens smijt ze haar boog op de grond en loopt stampvoetend weg met de woorden: 'Ik kan het nooit zo goed als jou!'
'Tuurlijk wel Semaine, gewoon oefenen!' roep ik terug, maar ze negeert me en verdwijnt naar binnen, waarschijnlijk naar haar kamer.

Ik zucht en zak in kleermakers zit op de grond. Heb ik het nu fout gedaan? Ik probeerde alleen maar te helpen!  Ik besluit het maar even te laten rusten en pak mijn boog weer. Ik pak een pijl, leg die op mijn pees en richt. Adem in, adem uit, laat de pijl gaan. Recht in de roos! Ik pak de volgende pijl en doe hetzelfde. Weer in de roos. Ik herhaal dit met nog zes pijlen en schiet ze allemaal rond en in de roos. Ik ga door naar 50 dan 100 en dan 200 meter afstand. Allemaal in en rond de roos. Niet snel maar wel goed. Verbaasd kijk ik naar mijn handen en naar de doelen. Mijn mond valt open van verbazing. Hoe kan dat? Dit is nog nooit gelukt. Ik was ook met mijn hoofd helemaal ergens anders. Dit was mijn instinct die aan het werk was. Wauw! Ik wist niet dat ik dit kon. Ik loop, met een hoofd nog steeds vol van verbazing, naar de doelen en trek de pijlen er een voor een uit. Hoe? Is de vraag die de hele tijd door mijn hoofd spookt. Hoe kan dit?

Ik wandel in een rustig tempo het huis weer binnen, maar blijf opeens stil staan. Door de muur heen hoor ik de gedempte stemmen van Will en Semaine gejaagd met elkaar praten. ik spits mijn oren en probeer te luisteren naar wat ze tegen elkaar te vertellen hebben. de hoge stem van Semaine dringt mijn oor binnen.

'nee, luister. Ik kan het nooit zo goed als zij! moet je eens kijken hoe zij met alle gemak, tenminste zo lijkt het, die pijlen recht in de roos schiet. Alsof het niks is! Ik kan nooit meer zo goed boogschieten als zij dat kan. En dat allemaal door die stomme Johan en zijn dode vrouw. Het is gewoon gemeen! Ik doe zo mijn best en het lukt me gewoon niet.' Ik heb zo'n vaag vermoeden dat dit gesprek over mij gaat. er valt even een stilte en dan begint Will opeens te praten.

'Semaine, doe alsjeblieft niet zo negatief. Ik weet dat Julia een soort boogschiet-wonder is en ik weet dat jij dat niet bent. Maar dat betekent niet dat je er niet één kunt worden. Je moet gewoon oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Jij kon toch ook niet in één keer goed fietsen of wel soms?' Bij deze is het dus bevestigt dat dit gesprek over mij gaat. Semaine aarzelt even en geeft dan antwoord: 'Nee, maar...' Will onderbreekt haar ruw. 'Nee geen gemaar, het is gewoon zo. Jij kon niet in één keer goed fietsen. Daar heb je een paar keer op moeten oefenen. En zo is het dus ook met boogschieten. Je moet er op oefenen Semaine en neem nou maar van mij aan: dan word jij net zo goed als haar. En nu hup! aan het werk. Anders lukt het je nooit. En Julia, jij ook. Ik weet heus wel dat jij staat te luisteren!'

met een rood hoofd kijk ik op en zie Will voor mijn neus staan. shit, betrapt! Hij staat daar met zijn armen over elkaar en schud lichtjes met zijn hoofd. 'Laat ik je nou een tip geven.' zegt hij met een grijns op zijn gezicht. 'Als je iemand wilt afluisteren moet je niet als een soort olifant aan komen stampen, want dan weet de hele wereld dat je iemand aan het afluisteren bent.'

'Maar, ik hoorde haar helemaal niet hoor!' zegt Semaine die achter Will is komen staan. Will draait met zijn ogen en draait zich om. 'Ga jij nu maar boogschieten dan gaan we daarna wel aan je gehoor werken. Heeft Johan je dan helemaal niks geleerd? Sjonge jonge waarom heb ik hem ook alweer als leraar aangesteld? ...'  Will loopt al mompelend weg en ik haal mijn schouders op. 'Volgens mij kwam ik helemaal niet als een olifant binnen stampen, maar het zal wel!' Ik knipoog naar Semaine en die begint te giechelen. 'O ja hoor, dat deed je wel!' roept Will vanuit de keuken. Ik draai met mijn ogen en schiet in de lach. 'Hoe hoor je dat toch allemaal? Ik moet nog moeite doen om mezelf te verstaan en jij staat zelfs tien meter verderop.' roep ik terug en vrijwel meteen krijg ik antwoord. 'Schreeuw niet zo! ik hoor je heus wel. En ik zeg toch altijd: hou je ogen en oren altijd open, misschien valt er nog wel wat leuk nieuws op te pikken.' Ik zucht eens diep en loop naar buiten. Dan gaan we maar weer boogschieten en messen werpen. Waarom kan je een woordenstrijd met Will nooit winnen? Opeens sluipt er een klein ideetje mijn hoofd binnen. 'Heeft Johan jou wel eens vechten geleerd?' vraag ik aan Semaine die naast me is komen staan. Ze schud heftig met haar hoofd van nee. 'Dan zal ik het je leren!' roep ik uitgelaten. Eindelijk eens iets anders dan smijten en mikken!

De jacht op de JagerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu