Marijn staarde over de reling. Zweet gleed over zijn neus. Verdomme het was warm.
En dan met hij niet klagen. Hij is niet degene die zwaar werk met verrichten. Of toch niet meer. De kapitein heeft de officiële papieren aangevraagd om Martijn te adopteren. Dan mag hij zichzelf echt Johanneszoon Mulder noemen.
Moest er nu eerst eens wind komen dan konden ze de haven uit. Veere is wel tof maar niet zo groot. De stad had hij ondertussen wel gezien. Alles is er. Al het eten, de tonnen zijn met water gevuld en de papieren ondertekend.
Zo schandalig als het was. In de haven blijven door slechte weersomstandigheden betekende dat je blijft betalen. Tot je weer weg kan.
De kapitein had erom gezeurd en zijn excuus gebruikt dat de prins hèm zelf de opdracht gaf maar helaas. Zo niet corrupt als de haven houder was, zo standvastig bleef hij bij het feit dat elke dag die in de haven doorgebracht wordt vergoed moet worden.
De kapitein had nog om een prijs vermindering gesmeekt maar de man bleef bij zijn standpunt. Blijven liggen is betalen.
Wilhelmina lachte het weg. Ze zaten in de eetzaal van een hotelletje nadat het buiten te warm werd.
"Vroeger was ie ook zo. Als het hem niet onmiddellijk mee zit gaat ie klagen."
De kapitein draaide met zijn ogen en Martijn moest grinniken. Hij hield ervan om Wilhelmina te horen praten. Als er iemand kan zeggen wat er in haar hoofd omgaat is zij het wel. Martijn had haar toen ze opnieuw aankwamen in Nederland nadat ze eventjes naar Frankrijk geweest waren om er een aantal nieuwe tonnen te kopen duizendmaal bedankt om hem niet in die school in te schrijven.
De kapitein was liever naar Frankrijk gevaren. Hij kon er een aantal tonnen op de kop tikken voor een lagere prijs dan in Nederland. Martijn had tolk gespeeld voor de kapitein. Na de kok die door de kapitein verdronken was in zijn eigen pap was Martijn de enige die nog overbleef die deftig Frans kon.
Tien tonnen van goede kwaliteit en waterdicht. Dat had de verkoper trots gedemonstreerd. Die vent is niet stom natuurlijk. Hij beseft ook als geen ander dat met Hollanders goed zaken te doen valt. En dat er met die zelfde Hollanders niet te lachen valt.
Martijn kon zijn grijns moeilijk verbergen. Wilhelmina had het gezien en knipoogde. In de verte waren er kerkklokken te horen. De namiddag begon. Hopelijk koelt het dan ook wat af. Sinds twee dagen is het bloedheet en is er amper wind. En de wind díe er is komt van de foute kant. Fout in de zin van dat grote zeilschepen niet de haven uit konden en dat de kleinere schepen terug geblazen konden worden.
Maar het verlossende nieuws kwam.
"Kapitein! Kapitein! Er is wind. Genoeg om de haven uit te kunnen!"
Martijn stopte met dromen en de kapitein vloog uit zijn stoel. "Eindelijk."Hij nam zijn spullen bij elkaar. "Dit rondje was van mij" zei Wilhelmina, de kalmheid zelve "gaan jullie maar naar de haven."
Traag nam ze een buidel en viste er een Carolus uit. Martijn volgde de kapitein die naar buiten stormde en die klungelde met zijn hoed. Hij was blij dat hij de zijne op de boot heeft gelaten. Veel te warm voor hoeden.
Gelukkig is Veere niet zo groot en stonden ze direct in de haven. Een boot lag klaar om De Hollandia weg te slepen. Op open zee is altijd meer wind. Maar ook op het dok is de wind voelbaar en brengt verkoeling. De kapitein staat bijna letterlijk te springen van enthousiasme.
"Mannen!" roept hij, "open zee wacht op ons!"
Aan boord klinkt enthousiast geroep en gebrul. Het duurde veel te lang. De haven houder werd betaald en de Parel werd verbonden met het sleepschip. Een sterk zeilbootje dat de klus wel zou klaren. De Parel is immers het grootste schip dat aanmeerde in Veere.De loopbrug werd binnengehaald en opgeborgen. Bestemming. Zuid Afrika en daarna Nederlands Indië. De opdracht luidde dat ze de havengeul moeten bewaken. De spanning tussen de Nederlanden en Engeland loopt hoog op. De kapitein zag het als makkelijk geld. Bewaken. Wat is daar moeilijk aan?
Handel doen mag iedereen. Koopvaardij schepen, ook van de Engelsen mogen gerust aanmeren. Maar oorlogsschepen moeten uit de buurt blijven.
Dat was dan weer het leuke aan de Parel. Die zag er niet uit als een oorlogsschip.
Een schip als haar kon voor van alles dienen. Post, passagiers, koopwaar maar niet erg schijnbaar voor oorlog. Als men niet beter wist natuurlijk.Martijn stond al klaar op de brug terwijl de kapitein de eerste bevelen luid en duidelijk over dek schreeuwde. Alle rommel moest weg, dat touw moest worden opgerold en de mannen moeten zich klaar zetten om de zeilen te reven. Twee van hen waren al in de masten geklommen.
Benson liep langs met een stapel linnengoed.
"Klaar Martijn?"
En of hij klaar is. Varen is verslavend. Vooral als het op de Hollandia kan.---
Nooit gedacht dat er en deel twee van dit verhaal zou verschijnen. Lees zeker ook deel 1! En stem alsjeblieft. Historische fictie is een onderschat genre en vooral verhalen over scheepvaart zijn weinig realistisch. Ik probeer met deze twee verhalen anders te zijn.
Schilderij: 'De kerk van Veere' ca. 1700 door Jan Van Der Heyden.
JE LEEST
Oorlog om de Parel - BOEK 2
Historical FictionMartijn geniet het volste vertrouwen van kapitein Johannes Corneliszoon Mulder na hun hachelijke rooftocht op een Spaans schip en een Brits fort. Samen zijn ze met het schip De Parel van Holland uit Nederland vertrokken voor een nieuwe opdracht. Ma...