Willem was de eerste die een roeibootje zag dat wat anders deed dan allen daarvoor.
"Nu ben ik er zeker van, die komt naar de kust."
Alle verrekijkers -behalve Constantijn want die heeft er geen- draaiden naar de jol."Hollanders."
De kapitein zei het alsof Britten een besmettelijke ziekte zijn.
Maar nog sneller herkende hij de jol. Die kwam van de parel.De boot meerde aan wat verder dan van waar zij stonden.
"Hei matroos!"De twee mannen stapten uit.
"De gevangene van de Engelsen moest aan wal. Er is losgeld voor hem betaald. En men blijft volhouden dat u op Nederlandse bodem zit."De kapitein knikte.
"Ik geloof dat het meester Rembrandt is?"
Met zijn armen om zijn lichaam van de koude knikte hij."Het spijt me zo erg dat u hier in betrokken bent geraakt. Al uw materiële schade wordt u zonder pardon terug betaald. En u wordt door de staat beschermd vanaf nu."
De gilde meester keek hem aan met grote boze ogen.
"Te domme ik hoop het voor jou. Ik heb vier keer een geweer tegen m'n kop gehad! Ik wist wel dat ik me er niet mee moest moeien. Kijk nou wat er van komt."
Met een wilde zwaai van zijn arm wees hij naar de hoop schepen.Martijn deed een stapje naar voor.
"Het spijt me meester Rembrandt. Het is mijn schuld. Het was allemaal mijn idee geweest en ik had er beter over moeten na denken."Rembrandt kalmeerde wat en zuchtte.
"Ik moei me nergens meer mee. Als je uit m'n buurt blijft trek ik me er niets meer van aan. Het enige dat ik nu wil is een bord warm eten."Willem nodigde hem uit om mee te komen.
"Daar zal ik voor zorgen. En voor een bed en voor propere kleren."Martijn zuchtte gegeneerd.
"Dat was stom van mij."
"Ach trek het je niet aan. Het is een samenloop van omstandigheden."Johannes en Martijn stonden nu met alleen nog Constantijn aan dok. De matroos was met de jol weer naar het moederschip.
Plots begonnen er hoge schelle fluitjes te klinken. Hoge schelle fluittonen.
"Martijn."
"Ja?"
Hij stapte achteruit.
"Jij ook."Martijn deed een paar stappen achteruit.
Schepen bewogen, vlaggen gingen de hoogte in.Fluitjes bleven klinken.
En toen gebeurde het onwezenlijke.Kanonnen spuwden hun last.
Hout vloog alle kanten op en het lawaai was zelfs van op de kust niet te geloven.
De kapitein liet zijn verrekijker zakken.Constantijn liet zijn hand op Martijns schouder rusten.
"Gaat het knul?"
Martijn kon niet antwoorden maar Constantijn snapte het wel.Het leek heel traag te gaan en het eiland blokkeerde de wind. Traag draaiden schepen om elkaar heen en de kanonnen bleven om beurten door bulderen.
De Parel die de hoogte mast had was onmiddellijk te herkennen. Van de eerste kogels was ze nog gespaard gebleven.
Rook krulde omhoog terwijl de fluitjes bleven schreeuwen. Hout vloog in het rond. Menselijke schreeuwen werden overstemd door de kanonnen.
Martijn liet zich op zijn knieën op dok zakken.
"Prutsers!"
Constantijn zag het zelf ook, Martijn niet echt. Hij keek de kapitein aan."Prutsers!" schreeuwde hij nog eens.
Constantijn kuchte expres."Kijk nou! Hij had overstag moeten gaan! Niet verder doorvaren! Net of ze gaan het zo winnen!"
De koopvaardij schepen van de W.I.C. waren wel georganiseerd en snel, de effectiviteit was ver te zoeken.
Als Martijn wat langer keek zag hij wel degelijk dat de schepen nogal onhandig door elkaar heen voeren. Alsof het elke boot voor zich was. Een soort een tegen allen.Een verloren kanonschot spuwde haar kogel naar de kust. Slechts een tiental meter van het dok vloog het zware ding het water in. Wit schuimend vloog het water wel drie meter omhoog.
"Daarom moet je achteruit gaan" verklaarde Constantijn.
"Op de kust zijn al heel wat vrouwen gestorven die toekeken en het schip proberen te zoeken waar hun echtgenoten en zonen opzitten."Martijn rilde en ging nog wat achteruit.
Johannes bleef staan en staarde naar de schepen en schreeuwde naar Tulp het ene na het andere verwijt."Jan hou daar mee op dat heeft geen zin."
Constantijn trok de kapitein twee stappen achteruit."Zie je dat? De idioot. Straks is mijn schip naar de haaien."
Was vrij letterlijk te nemen.Een tweede verloren schot had het tot de dokken gehaald en sloeg een tiental meter van de drie in. Stenen brokkelden het zeewater in en stof en gruis vlogen in het rond.
"Kom achteruit voor die Engelsen doorkrijgen dat je hier zit of voor ze ons raken."
Constantijn duwde Johannes en Martijn voor zich uit, weg van het strijdtoneel waar ze niets aan konden veranderen.
"Zie je? Nu kan ie het wel, overstag gaan. Zag je het?"
"Jan alsjeblieft."De fluitsignalen bleven heen en weer gaan.
JE LEEST
Oorlog om de Parel - BOEK 2
Historical FictionMartijn geniet het volste vertrouwen van kapitein Johannes Corneliszoon Mulder na hun hachelijke rooftocht op een Spaans schip en een Brits fort. Samen zijn ze met het schip De Parel van Holland uit Nederland vertrokken voor een nieuwe opdracht. Ma...